In Duitsland geldt op de zogenoemde stille dagen een dansverbod. Tegen dat verbod, dat in elke Duitse deelstaat geldt, bestaat al jarenlang onvrede. Tegenstanders van het verbod vinden de regel niet meer van deze tijd. Bovendien belemmert die de omzet van uitgaansgelegenheden. Voorstanders wijzen op de godsdienstige en maatschappelijke waarde van een dag van stilte en reflectie. Tot de stille dagen behoren Goede Vrijdag, eeuwigheidszondag en de nationale rouwdag.

Door het dansverbod komt de vrijheid van meningsuiting of van godsdienst niet in het geding, oordeelde de rechter donderdag. Dat maakten Duitse media als de Giessener Allgemeine bekend.

Het verbod eist alleen dat de bevolking van de deelstaat Hessen, waarin Giessen ligt, op de stille dagen niet danst. De inwoners worden niet gedwongen om een bepaalde geloofsovertuiging aan te nemen. Bovendien is het verbod bedoeld om de waarde van die dagen te beschermen. Aangezien tweederde van de inwoners van Hessen christelijk is, trok de rechter de geldigheid van het verbod niet in twijfel.

De rechterlijke uitspraak verleidde de Frankfurter Neue Presse tot de grappige kop boven het artikel: ”Uitgedanst: Ook het dansen tegen het dansverbod blijft verboden”.