Kerk moet beter omgaan met gescheiden leden
De toename van het aantal gebroken huwelijken betekent niet dat we in de kerk steeds beter leren omgaan met gescheiden gemeenteleden, betoogt drs. P. J. Vergunst.
Gewoonlijk horen we in de kerkelijke gemeente niet meer dan het plotselinge bericht „dat Karel en Joke uit elkaar gaan”, waarna we er even bij stil staan, nagaan hoe oud hun kinderen ongeveer zijn en overgaan tot de orde van de dag. Op deze wijze gaan we voorbij aan het leed dat gekomen is in het leven van de echtgenoten, van kinderen, van een familie. Echtscheidingen ontwrichten het persoonlijke leven van man en vrouw, verstoren de natuurlijke groei tot volwassen personen van de kinderen en vormen een groot kwaad voor de opbouw van de christelijke gemeente.
Cijfers
Cijfers kunnen niet liegen. Ze vertellen ons dat echtscheiding als maatschappelijk verschijnsel in Nederland nog altijd toeneemt. Statistisch wordt de kans dat een huwelijk strandt steeds groter. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek leren ons dat in 2010 36,2 procent van de Nederlandse huwelijken eindigde vanwege een echtscheiding. Dat zijn er 34.000 per jaar! Daarnaast worden er jaarlijks 70.000 niet-huwelijkse relaties verbroken, wat inhoudt dat bijna de helft (47 procent) van de volwassen Nederlanders een scheiding heeft meegemaakt. Onder christenen ligt het percentage (gelukkig) 30 procent onder het landelijke gemiddelde, maar er is (helaas) wel sprake van een inhaalslag.
De vraag is wat deze schokkende cijfers betekenen voor zowel het beleid als het pastoraat in de christelijke gemeente. Een open klimaat om de zorg voor gescheiden gemeenteleden en hun kinderen te bespreken, is er eerder niet dan wel. Het tekent de verlegenheid van kerkenraden, de ongemakkelijkheid in families en onder vrienden.
Psychisch lijden
Het doorbreken van de onzichtbaarheid van de gebroken levens van broeders en zusters binnen de christelijke gemeente is geen overbodige luxe, maar is hard nodig. Kerkenraadsleden, familie of vrienden hoeven we veelal de betekenis van het zevende gebod –„U zult niet echtbreken” (Ex. 20:14) of „U zult geen overspel plegen” (Deut. 5:18)– niet duidelijk te maken. Van de strekking van deze woorden uit de wet van God zijn gescheiden gemeenteleden zelf ook goed doordrongen.
Evenmin hoeven we elkaar binnen de gemeente te stimuleren tot een pastorale houding. We horen het te weten dat het cruciaal is voor een levende gemeente om als door de ogen van Christus naar elkaar om te zien. We horen het ook te doen.
Op het psychisch lijden in het huwelijk is echter veel minder zicht. Wie hiermee te maken heeft, ervaart de echtscheiding als een nederlaag, ondanks de maatschappelijke acceptatie van het verschijnsel echtscheiding in ons land. Daarom moeten we ons keren tegen de stigmatisering van mensen die een echtscheiding meemaakten. Hun levenssituatie vraagt om de houding waarin Jezus ons voorging, toen Hij mensen zag als schapen zonder herder en Hij sprak over de geboden van Zijn Vader.
Lang luisteren
Ik pleit ervoor lang te luisteren naar hun levensverhaal, ánders te luisteren. Luisteren, en niet labelen. Zelf eerst ontdekken waar de pijn bij onze naaste zit, in plaats van onze mening onder woorden brengen. Zicht op de complexiteit in een gebroken huwelijksrelatie leert ons voorgoed gemakkelijke antwoorden, laat staan overhaaste oordelen, achter ons te laten. Juist ín de gebrokenheid van het leven zoeken we naar de weg die God wijst, die Hij heilzaam voor ons acht.
Het volledig mee laten wegen van de gebrokenheid van ons bestaan en van de doorwerking van de zonde is geen tegenstelling met het gaan van de weg die Jezus wijst. Zoals Hij kon overigens niemand anders het: bewogen zijn met mensen én hen onderwijzen in de geboden van Zijn Vader.
De Bijbel is een Boek dat tot onze troost de littekens in mensenlevens nergens verhult. Wie niet met een kerkelijk protocol onder de arm, maar met de liefde van Christus in het hart, zijn naaste uit het Woord wil leren, die mens verstaat zijn Bijbelse roeping.
Bij de breuk in een huwelijk passen geen oneliners. Mensen gaan niet met veel gemak uiteen zodra de roze wolk verdampt is. Soms zien getrouwde christenen geen leefbare toekomst voor hen samen. De kerk zal de weg van de scheiding daarin niet wijzen, al zal ze in haar pastoraat begrip hebben voor het feit dat er in de gebrokenheid geen andere weg kan zijn. En ze zal zich keren tegen de stigmatisering van hen die een echtscheiding meemaken. Hun levenssituatie vraagt om de houding waarin Jezus ons voorging.
De auteur is algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond en voerde de redactie van de deze week verschenen bundel ”Toch gescheiden. Over de complexiteit in een gebroken huwelijk”.