Detailhandel zet flink minder om
Winkels, postorderbedrijven en markten hebben in juni 7,7 procent minder omgezet dan in dezelfde maand een jaar geleden.
Deze omzetdaling komt vooral voor rekening van de winkels in non-foodartikelen, zoals kledingwinkels en textielsupermarkten.
Dat blijkt uit voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die donderdagmorgen zijn bekendgemaakt.
Het CBS tekent bij de cijfers over juni aan dat ze negatief zijn beïnvloed door een verdeling van de koopdagen die ongunstiger was dan vorig jaar. Zo telde juni 2003 een zaterdag minder. Gecorrigeerd voor dit koopdageneffect zou het totale omzetverlies in de detailhandel uitkomen op rond de 4 procent.
De omzet van non-foodwinkels daalde met 11,3 procent. De winkels die voedingsmiddelen verkopen, zagen hun omzet met 1 procent afnemen.
In de non-foodhoek kregen kledingwinkels een flinke tik. De consumenten gaven hier in juni bijna 16 procent minder uit. Bij de textielsupermarkten daalde de omzet met 1 procent, na een flinke omzetgroei in de voorgaande maanden. Zwaar getroffen werden ook de winkels voor woninginrichting en consumentenelektronica, die respectievelijk 17 procent en 10 procent minder verkochten.
De supermarkten realiseerden evenveel omzet als in juni vorig jaar. Zij zijn samen goed voor 80 procent van de omzet in de voedingssector. Dat betekent dat het omzetverlies van 1 procent in deze sector voor rekening komt van de speciaalzaken, zoals groentewinkels en slagerijen.