Akkoord SER in zicht over herziening WAO
De Sociaal-Economische Raad (SER) is dicht bij een akkoord over de ingrijpende herziening van de WAO. De werkgevers- en werknemersorganisaties in de raad laten het Centraal Planbureau (CPB) nu doorberekenen of het nieuwe stelsel de instroom in de WAO voldoende zal beperken.
De SER hoopt vrijdag een unaniem advies uit te brengen op hoofdlijnen dat een soort van driestappenplan behelst. Bronnen rond de SER hebben vanochtend verklaard dat morgen uit de CPB-cijfers moet blijken dat het nieuwe WAO-stelsel de aanwas van werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering aanzienlijk terugdringt en de kosten omlaag brengt.
Blijkt dit niet uit de CPB-cijfers, dan zijn werkgevers niet bereid akkoord te gaan met een hogere uitkering voor de zogeheten duurzaam volledige arbeidsongeschikten (afgekeurd voor 80 procent of meer). Dat is voor de vakbeweging onaanvaardbaar, waardoor een akkoord over dit gevoelige onderwerp voorlopig van de baan zou zijn.
Werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn, moeten in dienst van het bedrijf blijven, volgens het voorstel dat nu bij het CPB op de rekentafel ligt. WAO’ers die voor 80 procent of meer zijn afgekeurd, zouden een wettelijke uitkering krijgen van 75 procent van het gemiddelde salaris over de laatste drie jaar. Een volledige WAO’er krijgt nu nog 70 procent van zijn laatstverdiende loon.
De tussengroep, mensen die voor 35 tot 80 procent arbeidsongeschikt zijn verklaard, blijft ook in dienst van de werkgever. Deze werknemers moeten wel op zoek naar een meer geschikte baan. In het eerste jaar van ziekte worden zij door hun baas voor 100 procent doorbetaald, in het tweede jaar krijgen zij nog 70 procent van hun laatstverdiende loon en vanaf het derde jaar krijgt de werknemer betaald naar rato dat hij nog kan werken. Het verschil met zijn oorspronkelijke salaris wordt aangevuld met een uitkering door een verzekeraar.