„In Utrecht is de exodus voelbaar”
„Vol verwachting zaten ze klaar: 21 toekomstige theologen. Aandachtig staarden ze naar het bord, vanwaar de eerste les Grieks zou worden gegeven.” In het Christelijk Weekblad schrijft Kelly Keasberry over het einde van de theologieopleiding in Utrecht.
„We zullen het rustig aan doen dit jaar”, sprak de docent. „Het is namelijk de allerlaatste cursus Grieks die ik hier nog geef.” Dat klonk definitief. Als een deur die net niet dichtgeslagen was maar, bij de gratie Gods, nog op een kiertje stond.
Wat het allemaal nog enigszins goed maakte, was dat de herfstzon haar stralen liet vallen over de binnentuin. Ook na de allerlaatste cursus Grieks geurde het gras, ruisten de bomen en zongen de vogels als nooit tevoren. Eeuwenoude gebouwen lieten zich strelen door de zonnestralen en met hun vriendelijke witte gezichten glimlachten zij naar de studenten.
Te midden van dat alles zaten twee professoren op een bankje. Genoeglijk koesterden zij hun gezichten in de late zon. Alsof zij geen zorgen kenden en straks in 2014 het doek voor hen niet zou vallen. Maar ik wist wel beter en juist daarom hield ik stil bij het bankje. Natuurlijk herkenden zij mij meteen –theologie in Utrecht is een kleine wereld– en zodoende raakten we in gesprek. Zij betreurden alles wat er ging gebeuren, vertelden ze. Hun studenten hadden last van onduidelijkheid, een krimpend cursusaanbod en de druk om snel af te studeren. (…)
Hoe het ook zij, in Utrecht is de exodus voelbaar. Wie drie jaar geleden begon, stortte zich nog vol goede moed op een studie godgeleerdheid. Het jaar daarop werd die opgesplitst tot theologie en religiewetenschappen. Weer een jaar later werd duidelijk dat de theologie geheel zou verdwijnen. (…) Dan, plotseling, weet ik het: het oude is voorbijgegaan.”