Respect voor de Turkse buurman
BARNEVELD – Hoe kun je de Marokkaanse buurman beter begrijpen? Ligt het aan hem dat hij nooit een kopje koffie wil blijven drinken, of aan ons? De Amerikaanse docent en schrijfster Sarah Lanier bood zaterdag in Barneveld een blik op andere culturen tijdens een workshop die was georganiseerd door zendingsorganisatie InToMission.
Iedereen die in aanraking komt met andere culturen maakt wel eens een pijnlijke fout. Zelf heeft Lanier voorbeelden te over door haar ervaringen in onder meer het Midden-Oosten, Zuid-Amerika en Europa.
Zo woonde ze ooit een jaar in Chili, waar ze de eerste maand maar niet werd uitgenodigd. „Waar is die befaamde Chileense hartelijkheid nou?” zei ze tegen haar baas toen ze de eenzaamheid niet meer uithield. Haar baas moest lachen. „De Chilenen klagen juist dat je nooit bij hen langskomt”, antwoordde hij. „Weet je dan niet dat je op elk willekeurig tijdstip bij iedereen welkom bent?”
Twee cultuurtypen
Sinds Lanier begrijpt hoe vaak cultureel onbegrip zorgt voor pijnlijke miscommunicatie, is het haar missie om anderen over culturen te onderwijzen. Heel belangrijk, vindt ze. „Ik heb jaren in niet-westerse landen gewoond en heb gezien welke schade we daar met ons onbegrip aanrichten.”
Ze deelt tijdens haar workshop de wereld op in tweeën: zogeheten ”warmklimaatculturen” en ”koudklimaatculturen”. Warmklimaatculturen bevinden zich in Oost-Europa, Zuid-Amerika, Azië (uitgezonderd Israël) en Afrika. Koudklimaatculturen in de overige 20 procent van de wereld.
De mensen uit de eerste categorie zijn vooral gericht op het maken en onderhouden van relaties. „Als ze spijkers gaan kopen, knopen ze eerst een praatje aan met de verkoper. Dat is beleefd.” De mensen uit de tweede categorie zijn gericht op efficiëntie. „Een Nederlander koopt spijkers en dat is het. De winkelier zou het niet eens op prijs stellen als je hem vroeg hoe hij het maakte: dat gaat de klant niets aan.”
De eerste categorie is een groepscultuur, de tweede een individuele. De eerste is afwachtend, de tweede neemt initiatieven. De eerste heeft respect en eer hoog in het vaandel staan, de tweede waarheid.
Al deze verschillen ontstaan al in de kindertijd. Lanier: „We vragen onze peuters: Wat wil je eten? Waar wil je mee spelen? Daarmee leren we een kind onafhankelijk te zijn en in staat om beslissingen te nemen. Kinderen uit een warmklimaatcultuur worden echter opgevoed als deel van een groep. De familie beslist voor het kind, kiest zelfs de huwelijkskandidaat. Het kind wordt geleerd dat het respect moet hebben voor anderen, volgzaam moet zijn en niet moet spreken voordat er tegen hem gesproken wordt.”
Deze verschillen zorgen op honderden manieren voor kleine botsingen tussen de beide culturentypen. Zo weigert een Marokkaan vaak het eerste aanbod voor een kopje koffie. Hij wil het best drinken, maar wacht uit beleefdheid tot het hem een tweede of derde keer gevraagd wordt. Een Afrikaan die uitgenodigd wordt voor een kopje thee, krijgt het gevoel dat hij niet goed genoeg is om ook mee te mogen eten. En waarom wordt hij uitgenodigd om 3.00 uur? Voor vriendschap maak je geen afspraak, dat doe je bij de tandarts. Een Afghaan zal zich tijdens alle gesprekken zo oppervlakkig mogelijk opstellen om een vriendelijke sfeer te bewaren. Dus hoe halen die Nederlanders het in hun hoofd om zulke persoonlijke vragen aan hem te stellen?
Lanier: „Ik ontmoette eens een groep gevluchte Somalische vrouwen. Ik zei hun: Als je baas je uitlegt wat je moet doen en hij vraagt of je het begrepen hebt, zeg dan nee als je het niet begrijpt. Er ontstond groot geroezemoes onder vrouwen. Ze zeiden: Dit kunnen we echt niet doen, sorry. We kunnen geen nee zeggen tegen een baas. Dag mág niet. Het wilde er maar met veel moeite bij hen in dat waarheid in het Westen belangrijker is dan beleefdheid.”
Niemand kan het perfect doen bij een ontmoeting met iemand uit een andere cultuur, weet Lanier. Dat hoeft ook niet. „Als westerlingen voelen we ons daar vaak schuldig over, maar we moeten niet vergeten dat onze eigen cultuur ook heel waardevolle aspecten heeft. Als je de waarden maar begrijpt die voor de ander belangrijk zijn. Dan kun je wel een potje breken, want emotioneel zit je op hetzelfde niveau.”
Christendom
Lanier heeft in 2000 een boek uitgebracht, waarvan sinds begin dit jaar de Nederlandse vertaling ”Waarom zijn wij anders?” beschikbaar is. Hoewel ze zelf overtuigd christen is, houdt ze haar informatie neutraal om er zo veel mogelijk mensen mee van dienst te kunnen zijn. „Wat christenen daarmee doen, is aan God.”
Margriet Muurling van InToMission, een organisatie die zendingswerkers begeleidt, ziet echter wel de specifieke waarde van deze informatie voor christenen. Het gaat te vaak fout in Nederland, vindt ze. „We focussen op „die Turk” of „die Marokkaan”, zonder te kijken naar de mens die erachter zit. Maar respect hebben voor elkaar is een christelijke waarde. Als wij weten dat Turkse mensen het op prijs stellen dat we bij hen thuis onze schoenen uittrekken, ook al zeggen ze dat niet, dan kunnen wij met ons gedrag laten zien dat we hen respecteren. Het bouwt vertrouwen op, waardoor je zelfs gesprekken over het geloof kunt voeren.”