Dat concludeert Roderik van Grieken, directeur van het Nederlands Debat Instituut. Obama was tijdens het town hall debat in Hempstead niet alleen sterk, hij profiteerde ook van de blunders van zijn tegenstander. „Romney ging hard onderuit toen hij suggereerde dat Obama de aanslag op de Amerikaanse ambassade in Libië niet serieus had genomen.” Bovendien maakte Obama in zijn afsluitende verklaring handig gebruik van een eerdere misser van Romney, te weten een uitspraak waarin Romney de 47 procent van de Amerikanen als klaplopers bestempelde. Omdat Obama het laatste woord had in het debat, kon Romney daar niet meer op reageren.

„Mitt Romney kwam ook ongelukkig over doordat hij meerdere malen debatleider Candy Crowley interrumpeerde om meer spreektijd te claimen.” Van Grieken vindt dat Crowley het debat goed leidde. „Hoewel zij op enig moment de suggestie wekte de kant van Obama te kiezen.”

Obama heeft volgens Van Grieken door zijn optreden de kans gegrepen het momentum van Romney’s campagne enigszins te doorbreken. „Dankzij het matige optreden van de president tijdens het eerste debat leek Romney vleugels te hebben gekregen en wist hij het beeld te draaien van een vrijwel kansloze kandidaat tot een hele kansrijke. Obama had een sterk optreden nodig om die ‘flow’ te doorbreken’.” De presidentsverkiezingen zijn op 6 november.