„Maar de goddelozen hebben geen vrede, zegt de Heere.”
Er zijn ook openlijke goddelozen. Zij komen daar in het openbaar voor uit. Zij overtreffen anderen door de goddeloosheid in hun leven en wandel, zoals de apostel Judas (14, 15) beschreef en zei: „De Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege al de harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen hem gesproken hebben.”

Het zijn mensen die God niet kennen, maar Hem verloochenen en alle vrees en ontzag voor Zijn hoogheid uit hun hart wegdoen. Zij zien de hoogheid van de Heere niet. Wat is God en Wie is God? „De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God.” (Psalm 14:1) Wat is de Almachtige dat wij Hem zouden dienen en wat vaten zouden wij hebben, dat wij Hem zouden aanlopen? Het zijn mensen die wij eren en dienen. Hun buik is een valse god. Zij eren een valse drie-eenheid: begeerlijkheid der ogen, begeerlijkheid van het vlees en grootsheid des levens. Het zijn mensen die een soort godsdienst versieren en verzinnen naar hun eigen zin en believen.

Henricus de Frein,
predikant te Middelburg

(”De ongelukkige staat der Godlozen”, 1722)