Binnenland

Albert Heijnmanager Drieshen na overval maanden van slag

BLARICUM – Zijn vrouw had al een paar keer op de klok gekeken en verzucht dat pa weer laat was. Om negen uur ’s avonds kon John Drieshen haar telefonisch vanuit het politiebureau geruststellen: De winkel is overvallen, maar ik mankeer niets. Het bleek te optimistisch. „Als ik een sirene hoor, schrik ik nog steeds op.”

16 October 2012 11:17Gewijzigd op 14 November 2020 23:45
Albert Heijnmanager John Drieshen was na een gewapende overval in de supermarkt maanden van slag.  Foto Ruben Schipper
Albert Heijnmanager John Drieshen was na een gewapende overval in de supermarkt maanden van slag. Foto Ruben Schipper

Ellendig, zwaar ellendig. Een ander woord om te omschrijven hoe hij zich voelde in de maanden na de dodenherdenking van mei 1996 heeft Drieshen (71) niet. Even afstand nemen, ontspannen, lekker gaan vissen? „In plaats van de dobber in de gaten te houden, keek ik steeds over m’n schouder. Vaak wist ik niets beters te bedenken dan het visgerei op te bergen en weer gauw naar huis te gaan.”

Hij was die bewuste avond, een zaterdagavond, in de winkel, vertelt Drieshen. Dé winkel, dat is het Albert Heijnfiliaal aan de Helmholtzstraat in Amsterdam, waar hij jarenlang heeft gewerkt. „Ik had al een paar keer gezien dat er voor de personeelsingang een bestelbusje geparkeerd stond. Maar opeens sprongen de deuren open en stonden er twee gewapende overvallers voor mijn neus.”

De mannen dwingen Drieshen, als sectorchef kassa verantwoordelijk voor de caissières „en de hele geldstroom in het filiaal”, de handen in de nek te leggen en op de grond te knielen. Een van de caissières krijgt een wapen tegen haar hoofd gedrukt en wordt meegevoerd naar de kluis. „Die stond gewoon open, want we waren de geldcassettes uit de kassa’s aan het opbergen”, zegt Drieshen. De rest van de overval verloopt volgens het boekje: de mannen laden hun buit in de bus en scheuren weg.

Op aandringen van Albert Heijn zit Drieshen drie dagen na de overval al bij de psycholoog. „Zijn boodschap was: Jouw treintje moet blijven rijden. Dat treintje van de overval dat nu nog over een ander spoor met jou meerijdt, moet blijven staan. Het duurde in mijn geval een poos. Werken ging niet, in een kamer vol visite kon ik opeens verstijven als er onverwachts iets op de grond viel. En iedere keer als mijn zoon de zoldertrap afstormde, stuiterde ik tegen het plafond van schrik. Mijn vrouw was een jaar na de overval nog zo razend op de daders dat ze ervan afzag de rechtszaak bij te wonen. Ze was in staat geweest over de balie heen te klimmen. Omdat ze van dichtbij zag wat het met me deed.”

Slachtofferschap van geweld kan vijf jaar na dato nog zorgen voor structureel hogere onveiligheidsgevoelens, rapporteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag. Drieshen: „Als ik de sirene van een politiewagen of een ambulance hoor, schrik ik nog steeds op. Ik denk dat ik dat nooit meer kwijtraak. Maar van het vissen kan ik tegenwoordig weer gewoon genieten. En ik kan ook zo twee, drie punten noemen waarop ik het in vergelijking met anderen nog getroffen heb.”

Drieshen roemt vooral de nazorg van zijn werkgever. „Aholds eigen bedrijfsrecherche heeft justitie op het spoor gezet van de daders. Ze waren getipt door een van mijn eigen collega’s, een caissière uit de Bijlmer met connecties in het criminele circuit. De juridische afdeling heeft ons ook keurig op de hoogte gehouden van de hele rechtsgang. En de personeelsmanager van mijn rayon heeft namens mij een verzoek om schadevergoeding ingediend bij het Fonds Geweldsmisdrijven. Dankzij hem kreeg ik zo’n 1000 gulden uitgekeerd. Toen ik weer was opgekrabbeld, kon ik met behoud van salaris in een lichtere functie aan de slag. Ik heb wel eens andere verhalen gehoord.”

Acht jaar geleden kon Drieshen met de VUT. „Daarna raak je sowieso veel werkherinneringen kwijt. Ook zulke. Je krijgt andere sores aan je hoofd. Ahold kwam in de financiële problemen door toedoen van Van der Hoeven, die oud-topman. Personeelsaandelen bleken minder waard. Daar kregen wij ook mee te maken. Maar ik moet wel zeggen: Daar hadden ze ook weer een heel goeie compensatieregeling voor.

Het verslag van de Aholdjuristen over die hele rechtsgang heb ik nog een paar keer in handen gehad. Maar een paar jaar geleden dacht ik: Weg ermee, dat is geweest. Nu droom ik nog wel eens van Albert Heijn. Maar niet meer van de overval.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer