„Want Deze heeft God de Vader verzegeld.”

Jezus’ werken overtuigden de wereld dat God Hem gezonden had en dat Zijn leer van God was. „God heeft Jezus van Nazareth gezalfd met de Heilige Geest en met kracht, Die het land doorgegaan is, goeddoende en genezende allen die van de duivel overweldigd waren; want God was met Hem (Hand. 10:38). Zo zegt Christus: „Ik heb een getuigenis meerder dan dat van Johannes, want de werken, die Mij de Vader gegeven heeft om te volbrengen; deze werken, die Ik doe, getuigen van Mij, dat de Vader Mij gezonden heeft” (Joh. 5:36). Daarom ook verwees Hij hen, die aan Hem of aan Zijn leer twijfelden, naar het zegel Zijns Vaders, namelijk naar de wonderwerken, die Hij in de kracht Gods deed (Matth. 11:35).

Zo heeft de Vader Hem verzegeld. Zo worden hierdoor de harten der gelovigen des te meer gedrongen de Vader lief te hebben, aangezien hierdoor blijkt dat de liefde en het welbehagen van de Vader de oorsprong en de bron van hun verlossing waren. Indien de Vader Hem niet tot zulk een opdracht verzegeld had, was Hij niet gekomen. Nu komt Hij echter in de Naam Zijns Vaders en in de liefde Zijns Vaders, alsook in Zijn eigen Naam.

John Flavel, predikant te Dartmouth (”Preken”, 1671)