De VEB merkt op dat het in de Nederlandse bedrijfsgeschiedenis een unicum is dat een concern als Ahold het beloningspakket van zijn bestuurder aanpast. „We kunnen het wel waarderen dat men onder de publieke druk is gaan bewegen. Zeker omdat Ahold in eerste instantie de indruk wekte stoïcijns op de ingeslagen weg door te willen gaan", lichtte VEB–directeur P. de Vries toe.

De VEB juicht toe dat de huidige vertrekregeling van de baan is. De premie die Moberg bij zijn afscheid kan incasseren, wordt pas bij zijn vertrek vastgesteld. „Wij nemen aan dat het dan gaat om maximaal een keer zijn basissalaris, wat in de buurt ligt van de code van de commissie–Tabaksblat."

De VEB–directeur vindt het bezwaarlijk dat niet helder is op basis van welke normen het variabele deel van Mobergs beloning wordt vastgesteld. De Vries wil dat bij de honorering wordt gekeken naar het gerealiseerde winst– en schuldniveau van Ahold. Ook wil De Vries een duidelijke richtlijn van de winst per aandeel, zeker nu er een aandelenemissie boven de markt zweeft.

Het opstappen van president–commissaris H. de Ruiter noemt De Vries na alle gebeurtenissen „volstrekt logisch". „Van de huidige raad van commissarissen hebben zes van de acht personen geen draagvlak meer."

De VEB–directeur rekent erop dat met de aanstelling van voormalig Heineken–topman K. Vuursteen de weg wordt vrijgemaakt voor een jongere raad van commissarissen. Naast Vuursteen zou J. Hommen (Philips) de kern van de raad kunnen vormen. De Vries hoopt dat de aanvulling „niet uit het traditionele circuit" komt.

Hij wil Vuursteen niet afrekenen op het feit dat ook hij als lid van de huidige raad niet op tijd de boekhoudfraude bij Ahold heeft onderkend. „Daarvoor is hij redelijkerwijs te kort lid van de raad van commissarissen." Vuursteen trad in het voorjaar van 2002 toe als toezichthouder bij Ahold.