Iedereen in Nederland moet de broekriem aanhalen, maar voor de veiligheid in Nederland heeft de regering zelfs extra geld beschikbaar gesteld.

Volgens de Nederlandse politie blijkt dan ook dat het kabinet-Balkenende 2 het ingezette veiligheidsbeleid met kracht doorzet. „De politiesterkte wordt tot 2006 met 4000 agenten uitgebreid, de veelplegers worden hard aangepakt en het kabinet neemt maatregelen om de opgelegde bureaucratie bij de politie terug te dringen”, concludeerden het Korpsbeheerdersberaad en de Raad van Hoofdcommissarissen dinsdag in een reactie op de Miljoenennota.

De politie vindt dat het kabinet ondanks de economisch zware tijden het onderste uit de kan haalt om de veiligheidsketen extra financiële middelen te geven. Desondanks maakt de politie zich nog wel zorgen over de financiering van de ict-projecten.

De Raad voor de Rechtspraak zegt redelijk vooruit te kunnen met de 58 miljoen euro die de rechterlijke macht er extra bij krijgt. Met het toegewezen geld verwacht de raad dat de rechterlijke macht in staat is de toename van het aantal zaken dat het openbaar ministerie gaat aanbieden, te kunnen verwerken.

„We zullen niet in staat zijn de huidige achterstand van te behandelen zaken in te halen”, zegt J. van der Vlist, lid van de Raad voor de Rechtspraak. Maar hij heeft er wel begrip voor dat onder de huidige moeilijke economische omstandigheden, keuzes moeten worden gemaakt.

Voorwaarde voor een goed draaiende rechtspraak is volgens Van der Vlist wel dat minister Donner al zijn voorgenomen wetswijzigingen doorvoert, zoals het verruimen van de bevoegdheden van het OM. Die maken het onder meer mogelijk dat de aanklagende instantie een paar taken van de rechters kunnen overnemen. Een aangekondigde regeling is de versoepeling om verdachten in voorlopige hechtenis te houden. Ook die verandering zal de rechters meer lucht geven.

Het OM krijgt ruim 36 miljoen euro extra. Ook het college van procureurs-generaal, de leiding van het OM, ziet hierin steun van het kabinet om in een tijd van bezuinigingen „onverminderd in te zetten op een veiliger samenleving”. Het openbaar ministerie verwacht de toebedeelde taak met de extra toegewezen middelen te kunnen volbrengen.