Natuurfotograaf Jan Wessels (64) uit Rijssen geniet van de kleine dingen in de natuur. „Ik kan op mijn knietjes een halfuur lang naar een wielwebspin kijken.”

Spiedend loopt Wessels op het Elsenerveld. „Eens kijken of er nog wat bijzonders staat.” Bij een plantje met bladeren als minikorenhalmen staat hij stil. „Dit is moeraswolfsklauw. Die staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als vrij zeldzaam. Hier groeit hij volop.”

In het Elsenerveld en Veen, een natuurgebied ten zuiden van Rijssen, komt kwelwater onder het leem vandaan. Dat zorgt ervoor dat er plaatselijk moerasachtige planten groeien, zoals de kleine zonnedauw. Op de wat drogere gedeelten ontdekt Wessels de kruipbrem en de stekelbrem.

De Rijssenaar heeft niet alleen oog voor planten. Eigenlijk heeft alles om hem heen zijn belangstelling. In een kleine eikenboom ontdekt hij een groene specht. „Die zit daar heel vaak.”

Het liefst trekt Wessels er alleen opuit. Meestal wel zo’n drie dagdelen per week. Zijn vrouw Marian glimlacht: „We gingen eens wildkijken in Kroondomein Het Loo. Ik had een rok aan die een ruisend geluid maakte bij het lopen. We zagen geen wild en vanaf die tijd heeft Jan het over mijn lawaairok.”

Wessels: „Ik zie het meest als ik ’s ochtends vroeg rond vijf uur in mijn eentje de natuur in ga. Eens zag ik hier een vos met vijf jongen spelen, daar bij die stronken. Een andere keer trof ik in een kuil twee slapende reebokken aan.”

De ochtenddauw op het veld vindt Wessels schitterend. „Ik ontdekte eens tientallen heideblauwtjes op het Elsenerveld. Deze vlinders zaten helemaal onder de dauw. Je zou denken dat de beestjes in al dat water zouden verdrinken, maar nee, ze wachten net zolang totdat de zon hun lijfjes heeft opgedroogd en dan fladderen ze vrolijk weg. Wonderlijk toch?”

Hoewel Wessels er bijna altijd alleen opuit trekt, wil hij anderen graag deelgenoot maken van zijn ervaringen. Op natuurrijssen.nl publiceert hij honderden natuurfoto’s onder de schuilnaam Hageheld. Vaak schrijft hij er een verhaaltje bij. Zoals pas. Na een tip trof Wessels een enorme zadelzwam aan langs de Legakker, een weggetje tussen Rijssen en Holten. Op natuurrijssen.nl duidt hij de vindplaats aan en schrijft aan het eind: „Raak de zwam niet aan zodat anderen er ook nog van kunnen genieten. Voor mensen die niet zo mobiel zijn: Vanuit de auto is de zwam goed te bekijken. Veel kijkplezier u toegewenst door Jan Wessels.”

Wessels geeft veel van zijn ontdekkingen door via de site waarneming.nl. De laatste zijn alleen maar paddenstoelen: van de paarse schijnridderzwam op Landgoed de Noetselerberg tot de Heksenboter op de Rijsserberg.

Ook nu komt Wessels tientallen paddenstoelen tegen. De bekendste, een prachtige rode vliegenzwam met zijn witte stippen, staat onder een berkenboompje. Maar ook de knotsvoettrechterzwam en de koeienboleet weet Wessels moeiteloos te herkennen. „Dat is een kwestie van naspeuren in een paddenstoelengids of op internet. Als ik er niet uitkom, achterhaal ik via het forum van waarneming.nl altijd wel e naam.”

De liefde voor de natuur is bij Wessels naar eigen zeggen altijd wel aanwezig geweest, maar nadat hij op 61-jarige leeftijd met de VUT ging, kreeg hij er pas echt veel belangstelling voor. „Ik ben geboren als boerenzoon en heb daarna vooral in de groenvoorziening gewerkt. In mijn vrije tijd sportte ik wel in de natuur: hardlopen, mountainbiken, wandelen en fietsen. Nu heb ik volop de tijd om goed om mij heen te kijken. Er is altijd wel wat nieuws te ontdekken. Ik heb vroeger nooit geweten dat ik er zo van zou kunnen genieten.”

Dit is het vijfde deel in een serie interviews met natuurmensen.
www.natuurrijssen.nl