Islamitische school laat evolutietheorie links liggen
De evolutietheorie is niet alleen op orthodox-christelijke, maar ook op islamitische scholen een heikel thema. En dus maken de meeste moslimscholen er het liefst helemaal geen woorden aan vuil.
God schiep de wereld in zes dagen. Hij maakte, door slechts te spreken, de zon en maan, de zee en de aarde, de vissen en de vogels en ten slotte ook de mens.
Niet alleen de Bijbel vertelt deze geschiedenis. Ze komt ook voor in de Koran (zie kader ”Ook Allah schiep in zes dagen”). En net als voor veel Bijbelgetrouwe christenen levert dat ook problemen op voor moslims die de Koran letterlijk nemen. Ook de volgelingen van Mohammed worstelen met Darwin. Bij hen komt daar nog de moeilijkheid bij dat het vasthouden aan een letterlijke interpretatie van de Koran kan worden gezien als een belemmering voor goede integratie.
En dus ontstaat er ook in orthodox-islamitische kring debat. Welke interpretatie is de juiste? Heeft Allah het over zes dagen van 24 uur of zijn het langere periodes, aangezien Allah in soera 22 van de Koran zegt dat één dag bij hem is als duizend jaren?
Geen debat
Een graadmeter voor de stand van zaken in dit debat kan zijn hoe hierover op islamitische scholen in Nederland wordt gesproken. Dat onderzocht Leo van der Meij (31) uit Woudenberg, zelf afkomstig uit reformatorische kring en mede werkzaam voor de ISBO, de Islamitische Besturen Organisatie die de koepel vormt boven vrijwel alle islamitische scholen in Nederland.
Hij schreef er een boek over, ”Evolutietheorie en islamitisch onderwijs” (uitg. Paagman, Den Haag). Zijn opvallendste constatering is dat er op islamitische scholen hoegenaamd géén debat is over de evolutietheorie, hoewel de spanning met het moderne wereldbeeld wel degelijk wordt ervaren.
„Dat is wel te begrijpen”, zegt Van der Meij. „De idee dat er ruimte zou zijn voor evolutie ligt heel gevoelig op islamitische scholen. Dus zullen leerkrachten dat niet zo snel inbrengen. Hoe conservatiever de school, hoe minder ruimte er in de regel voor is.”
Van der Meij, die ook werkzaam is op de protestants-christelijke Rehobothschool in Woudenberg, vermoedt dat hetzelfde grosso modo zal opgaan voor reformatorische basisscholen. „Ik verwacht dat men ook daar niet veel aandacht besteedt aan de evolutietheorie. Er bestaat veel huiver voor. Het is ook niet verplicht vanuit de kerndoelen.”
Toch blijkt de evolutietheorie op reformatorische basisscholen niet verzwegen te worden. Momenteel wordt er gewerkt aan een lesmethode voor het reformatorisch onderwijs waarin de evolutietheorie wordt vergeleken met Bijbelse gegevens.
Er zijn meer verschillen aan te wijzen tussen beide onderwijsrichtingen. Zo zijn op de islamitische scholen in Nederland –dat zijn vrijwel allemaal basisscholen– veel meer leerkrachten die geen moslim zijn. „De verhouding is ongeveer 50-50”, weet Van der Meij. „Dus krijg je het spanningsveld dat een niet-moslimse leerkracht aardrijkskunde geeft vanuit evolutionistische optiek, terwijl de godsdienstleraar daar juist niets van moet hebben. Dat geeft een spanningsveld dat je op reformatorische scholen niet zult zien.”
Verkeerde boeken
In het advies dat hij namens de ISBO eerder dit jaar aan de islamitische scholen gaf, bepleit Van der Meij dat de scholen de evolutietheorie voluit bespreken. Bovendien denkt hij dat het goed is om dat vanuit een open, onbevooroordeelde houding te doen. „Lees nou eens de verkeerde boeken, zou ik zeggen. Dan kun je daar vervolgens een islamitische reflectie op geven.”
Voor islamitische scholen is zo’n open houding extra belangrijk, weet hij. „Kinderen op reformatorische basisscholen gaan doorgaans naar een van de vele reformatorische middelbare scholen. Maar kinderen op islamitische scholen bezoeken algemeen christelijk of openbaar vervolgonderwijs. Daar komen ze sowieso in aanraking met de evolutietheorie. Als ze dan nooit hebben geleerd daar op te reflecteren, zie je heel heftige reacties ontstaan. Jongens lopen bijvoorbeeld boos weg uit de klas of gaan schreeuwen dat het niet klopt wat de leerkracht zegt.”
Bloeitijd
Persoonlijk ziet Van der Meij het liefst dat scholen kennisnemen van andere islamitische opvattingen dan alleen het creationistische standpunt, maar de praktijk is daar ver vandaan. „Eerlijk gezegd constateer ik dat er weinig ruimte is om zelf na te denken op conservatieve scholen”, licht hij toe. „Men blijft graag binnen de voorgeschreven denkkaders. Daar ben ik erg kritisch op, want de islamitische geschiedenis biedt juist veel ruimte om hierover na te denken.”
Hij wijst op de namen van moslimfilosofen die sommige islamitische scholen dragen, zoals Al-Ghazali en Ibn Sina, beide in Rotterdam. „Tussen de 9e en de 11e eeuw, de bloeitijd van de islam waarin deze filosofen leefden, was het een algemeen geaccepteerd principe onder moslims dat het leven zich ontwikkeld had vanuit bepaalde stadia. Zelfs Ibn Ghaldoun, die bekendstaat als een traditionalist, nam wel vanuit een hele brede interesse overal kennis van. Hij en anderen zeiden niet: ,Het werk van die Grieken lees ik niet want ze geloofden in zo veel goden. Allemaal rarigheid.” Nee, de kracht van de bloeiperiode van de islam was dat men openstond voor anderen en op hun gedachtegoed reflecteerde.”
Amerikaans creationisme
Die tijd is voorbij, constateert Van der Meij spijtig. De scholen die wel aandacht hebben voor de evolutietheorie, maken vaak gebruik van het gedachtegoed van Harun Yahya (zie kader ”Evolutionisten en creationisten”), een islamitische creationist die de Koran letterlijk neemt. Maar is dat wel een probleem? Yahya staat relatief het dichtst bij de manier waarop ook reformatorische scholen de evolutie behandelen.
Van der Meij erkent dat. „Ik denk dat de manier van redeneren van Harun Yahya best ingang zou vinden bij het reformatorisch onderwijs. Hij heeft veel overgenomen vanuit het Amerikaanse creationisme en dat vertaald naar een islamitische context. De standpunten en argumenten zijn dezelfde.”
Uiteindelijk kan Van der Meij ermee leven als niet de islamitische filosofen uit de bloeiperiode, maar de strakke Koranexegese van vandaag het zal winnen. „Maar het belangrijkste is dat er hoe dan ook een standpunt ingenomen wordt waarop kinderen in de klas kunnen reflecteren. Want juist leerlingen van scholen waar dat niet gebeurt, krijgen het in het voortgezet onderwijs behoorlijk moeilijk.”
Ook Allah schiep in zes dagen
Opvallend is hoeveel overeenkomsten er zijn tussen de islamitische opvattingen over de schepping en wat de Bijbel daarover zegt. Zo spreekt ook de Koran over een schepping in zes dagen. Toch zijn er ook duidelijke verschillen. Zo is de mens in de Koran niet naar Gods beeld geschapen, zoals Genesis nadrukkelijk stelt.
Een overzicht van de belangrijkste punten van overeenkomst en verschil.
Overeenkomst: schepping door spreken
En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht. (Genesis 1:3 e.v.)
Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er. (Psalm 33:9)
(Hij is) de Schepper van de hemelen en de aarde. Wanneer Hij iets beslist dan zegt Hij er slechts tegen: Wees! En het is. (soera 2:117)
Overeenkomst: schepping in zes dagen
Want in zes dagen heeft de Heere de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is. (Exodus 20:11)
Hij is het die de hemelen en de aarde in zes dagen geschapen heeft, terwijl Zijn troon boven het water was. (soera 11:7)
Verschil: rusten of heersen
Als nu God op de zevende dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op de zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. (Genesis 2:2)
Jullie Heer is God die de hemelen en de aarde in zes dagen geschapen heeft. Toen vestigde Hij zich op de troon. (soera 7:54)
Wij hebben de hemelen en de aarde en wat er tussen beide is in zes dagen geschapen en Wij zijn niet door uitputting overvallen. (soera 50:38)
Verschil: naar Gods beeld of niet
En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze. (Genesis 1:27)
Zeg: Hij is God als enige (…) en niet één is er aan Hem gelijkwaardig. (soera 112:1, 4)
(Bron: www.bijbelenkoran.nl)
Evolutionisten en creationisten
De Koranische gegevens over de schepping hebben in de loop van de geschiedenis tot grofweg drie verschillende islamitische interpretaties over schepping en evolutie geleid. Soortgelijke interpretaties zijn ook in het christendom aanwijsbaar.
1. Evolutie is islamitisch
Er zijn islamitische wetenschappers die voor de vlucht naar voren kiezen en betogen dat de evolutietheorie een bevestiging is van eeuwenoude islamitische kennis. Die kennis is al overgeleverd door middeleeuwse moslimfilosofen als Avicenna en Averroes. Zij lijken de opvatting te huldigen dat apen boven aan de ladder van een natuurlijke evolutie staan. Allah heeft dus de wereld via evolutie geschapen, is dan de conclusie.
Onder anderen de hedendaagse Amerikaans-Indiase islamitische denker T. O. Shanavas kiest voor deze lijn. Ook de 19e-eeuwse Libanese moslimgeleerde Husayn al-Jisr beargumenteerde dat evolutietheorie en islam prima verenigbaar zijn.
In christelijke kring zijn het de theïstische evolutionisten die een vergelijkbaar standpunt huldigen.
2. Evolutie is een leugen
Tegenover de islamitische evolutionisten staan de islamitische creationisten. De bekendste publicist binnen hun gelederen is vandaag de dag Harun Yahya, een populaire Turkse auteur. Hij getroost zich veel moeite om aan te tonen dat de evolutietheorie een leugen is die vijandig staat tegenover de islam.
De evolutietheorie is in zijn ogen een filosofie van het materialisme: alles moet uiteindelijk te herleiden zijn tot materie, waardoor er voor God geen plaats meer is. Met behulp van allerlei islamitische fondsen werden zijn kloeke boeken enkele jaren geleden wereldwijd verspreid, ook op scholen en universiteiten in Nederland. Daarin ontvouwt hij niet alleen een islamitisch creationisme, maar koppelt hij het darwinisme ook aan allerlei gewelddadige ideologieën zoals fascisme en communisme.
Vanuit christelijke optiek gebeurt hetzelfde: ook iemand als Ken Ham van de Amerikaanse organisatie Answers in Genesis ziet overeenkomsten tussen darwinisme en communisme. Bovendien legde een film die vorig jaar werd uitgebracht door de christelijke organisatie Schreeuw om Leven een soortgelijk verband.
3. Evolutie en schepping staan naast elkaar
Ten slotte zijn er moslims die beide mogelijkheden van evolutie en schepping naast elkaar laten staan. De evolutie hoort bij de seculiere wetenschap, de scheppingsleer bij de islamitische religie. Die twee moeten zo veel mogelijk van elkaar gescheiden blijven en zijn allebei in hun eigen context waar, stellen deze geleerden.
Een van hen is David Solomon Jalalel, die lange tijd islamitische theologie doceerde in Zuid-Afrika. Hij maakt onderscheid tussen het zienlijke en het onzienlijke. Wonderlijke passages in de Koran horen bij de laatste afdeling; wetenschappelijke inzichten bij de eerste. Soms heeft bij hem de Koran het voor het zeggen, maar soms ook de wetenschap.
Vergeleken met het christendom doet deze benadering nog het meest denken aan theologische opvattingen als die van Hans Küng.