Menso Alting als politieke reformator
Menso Alting was dienaar van het Evangelie in Emden. Maar hij was ook politicus. Als reformator hoorde dat er nu eenmaal bij. Dat is het portret dat de tentoonstelling ”Menso Alting en zijn tijd” van hem schetst.
Keihard bewijs waar Menso Alting is begraven heeft niemand. Maar door allerlei reconstructies denkt Klaas-Dieter Voss het wel te weten.
Hij staat aan de rand van het middenschip in de Grote Kerk (nu Johannes a Lasco Bibliotheek, JALB). Hij kijkt rond en zegt: „Hier moet het geweest zijn.”
Na de dood van de reformator van Emden is opgeschreven dat Alting (1541-1612) begraven werd op de plek waar hij tijdens de avondmaalsbediening zat. Voss vermoedt uit bronnenonderzoek dat het sacrament in het middenschip werd bediend. Bovendien beschikt de wetenschappelijk medewerker van de JALB over foto’s van voor de verwoesting van de kerk in 1943. Zodoende meent Voss te weten waar de grafsteen van Alting –die daarna los is bewaard– heeft gelegen.
Bijgezet
Alting had trouwens zelf buiten op het kerkhof begraven willen worden. Daar had hij twee graven gekocht. Maar na zijn dood –deze maand 400 jaar geleden– liep het anders.
Voordat hij stierf, had hij 37 jaar gewerkt om in Emden de Reformatie „door te zetten”, zo zegt Voss. Toen Alting in 1575 in Emden kwam, was het kerkelijk leven nogal bont.
Voss: „Al vanaf 1520 werden in de Grote Kerk zowel rooms-katholieke als protestantse diensten gehouden.” Daarna was het palet nog veelkleuriger geworden. Er waren Duitse, Franse en ook Engelse gemeenten. Tevens kregen de mennonieten (wederdopers) er voet aan de grond.
Alting bracht orde. En wel op „strengcalvinistische wijze”, benadrukken allen die betrokken zijn bij de tentoonstelling ”Menso Alting und seine Zeit”. Dat betekent dat alleen gereformeerde kerkdiensten werden toegestaan. Alle andere richtingen werden verboden.
Alting had gehoopt de mennonieten in gesprekken te overtuigen. Maar dat liep met 124 vergaderingen wat uit de hand. Voss: „Van al die zittingen zijn verslagen. Je kunt vaststellen dat hij niets heeft bereikt.”
In de Grote Kerk is een klein kamertje ingericht om de voorreformatorische tijd te suggereren. De glasvensters zijn met kleuren afgedekt om de ruimte een andere sfeer te geven. Op tafel liggen gebedenboeken en andere voorwerpen uit de rooms-katholieke traditie. Misschien komt er ook nog wierook aan te pas om het rooms-katholicisme ook te laten ruiken. „Maar men moet het katholicisme ook weer niet al te mooi voorstellen”, lacht dr. Marius Lange van Ravenswaay, directeur van de JALB.
De bedenkers van de tentoonstelling proberen bewust tot meer zintuigen dan alleen het oog te spreken. Hier en daar kan de bezoeker luisteren naar geluiden uit de zestiende eeuw, zoals psalmgezang. Allemaal zo echt mogelijk nagespeeld.
Ook zijn er enkele opvallende originele stukken in huis. Allereerst natuurlijk van Menso Alting zelf, zoals de brieven aan zijn Groningse vriend Ubbo Emmius, die daar de universiteit oprichtte.
Maar ook is er een brief uit 1557 van Calvijn aan de gemeente in Emden. „Zijn boodschap komt erop neer dat de gemeente zich bescheiden moest neerleggen bij het feit dat François Perucelle niet naar Emden wilde komen”, licht Lange van Ravenswaay toe. „Waarschijnlijk is het handschrift van een secretaris, maar de ondertekening is overduidelijk van Calvijn zelf.” De brief komt uit het stadsarchief in Amsterdam.
Herberg
Alting kwam aan het begin van een nieuwe tijd. Toen de Reformatie in 1517 begon, was Emden nog maar een klein havenplaatsje, met 3000 inwoners. Toen Alting in 1575 kwam, waren dat er vijf keer zo veel: 15.000. De nieuwkomers waren grotendeels geloofsvluchtelingen. Emden was de „herberg voor de verdrukte gemeente Gods.”
Deze mensen zaten niet bij de pakken neer, maar gebruikten de haven om handel te drijven. De kooplieden uit de stad profiteerden door zaken te doen met beide strijdende partijen. Het bracht de stad een „gouden eeuw”, aldus dr. Wolfgang Jahn. In het Ostfriesisches Landesmuseum laat de projectleider de zilverschat zien die destijds door Emden werd verworven.
De welvaart in de stad prikkelde ook het zelfvertrouwen. De inwoners wilden zelfstandig beslissen. De ondertitel van de tentoonstelling luidt niet voor niets: ”Geloofsstrijd, vrijheid én burgertrots”.
Het huis van Cirksena dat over Oost-Friesland regeerde, kon niet omgaan met emancipatie. Bovendien waren de graven luthers en wilden ze Emden zo’n kerkorde opdringen. Tevergeefs.
Wie in zo’n periode naar een stad komt, maakt wat mee. In het conflict met de graven speelde Menso Alting een hoofdrol. Voss: „Deze geschiedenis kent vele episoden, niet allemaal even fraai.”
Revolutie
De kwestie liep in 1595 uit op de revolutie van Emden. Nou ja, revolutie, die term is omstreden, zegt Voss. Evenals de rol van Alting zelf. „Het lijkt erop dat hij bij de uiteindelijke botsing met graaf Edzard II toch wat aarzelde. Maar duidelijk is dat hij de geestelijke vader van de opstand is.”
De aanleiding voor het conflict was het verzoek van de graaf tot inzage in de boeken van de diaconie. „De kerkenraad blokkeerde dat. De volgende stap zou inspraak in de diaconie geweest zijn.”
Voss toont de consistoriekamer waar Alting deze beslissing nam met de ouderlingen en diakenen. Uit een ander museum zijn een tafel en stoelen uit die tijd geleend. „We hebben hier luisterstations ingericht, waarop het publiek in Oudduits en Oost-Fries kan horen waarover tijdens een kerkenraadsvergadering werd gesproken.”
Emden werd zelfstandig en de graaf vertrok. Het stadsbestuur bepaalde voortaan zelf het beleid. Eigenlijk geldt dit tot vandaag, meent Voss. „Anders dan andere dorpen en steden in Duitsland behoren we nog altijd niet tot een ”Kreis”, een regionaal verband van gemeentebesturen.”
Ook binnen de kerk verliep niet alles vlekkeloos. Onder de gereformeerden waren twee stromingen; de liberale kooplieden uit de westelijke en zuidelijke Nederlanden, en de strengere calvinisten uit het noorden van de Nederlanden. Voss: „Dat heeft veel strijd gegeven. Maar van lieverlee zijn de liberalen naar Amsterdam uitgeweken.”
Harnassen
Dr. Jahn drukt in de lift op het knopje van de hoogste verdieping van het Landsmuseum. De liftknoppen van de etages die betrokken zijn bij de expositie over Alting, dragen een stickertje met het zegel van de Grote Kerk.
Boven is de wapenkamer. Het staat hier vol met harnassen, helmen en musketten uit de tijd van de Tachtigjarige Oorlog. „Regelmatig ondersteunen wij Nederlandse musea met wapens”, meldt Jahn glimlachend.
Jahn vindt het gerechtvaardigd Alting een politieke figuur te noemen. „Hij was de wegbereider van de revolutie. Bovendien brachten theologische kwesties de mensen op straat in beweging. Theologie was niet beperkt tot de preekstoel, maar had politieke gevolgen. Alting was zich dat heel goed bewust.”
Aanzoek
Een geschiedschrijver meldt dat Alting zijn huwelijksaanzoek aan Maria Bisschoff aanvulde met te zeggen dat hij haar niet wilde als ze niet bereid was om om Christus’ wil onderdrukking te lijden. Dat is een van de weinige details die uit zijn leven bekend zijn.
Volgens Voss was hij terughoudend in mededelingen vanuit de binnenkamer. „Er zijn aantekeningen over zijn gezinsleven. Als hij daarin vertelt over de dood van een van zijn kinderen, blijft het bij die mededeling. Over zijn gevoelens horen we niets.”
Ook over zijn vroomheid is nauwelijks iets bekend. „Zijn vrouw heeft wat nagelaten over zijn geloofsgetuigenis van zijn laatste dagen. Verder is er weinig bewaard. Een lijkpredikatie bij de dood van graaf Johann gaat sterk in op de geschiedenis van de Reformatie. Verder hebben we enkele strijdschriften over de lutherse avondmaalsleer die behoorlijk provocerend van toon zijn. Daarnaast is er een serie preekschetsen over het boek Daniël. Maar veel bewaard is er dus niet.”
Dubbeltentoonstelling
De tentoonstelling ”Menso Alting en zijn tijd” in Emden heeft twee delen. De Johannes à Lasco Bibliotheek (de voormalige Grote Kerk van Alting) toont de reformator als theoloog. Een paar honderd meter verder gaat het Oost-Friese Landsmuseum in op de tijd en cultuur. Afgelopen zondag (de sterfdag van Alting) werd de tentoonstelling in een kerkdienst geopend.
Het museum heeft voor dit project ook een computerspel laten ontwikkelen, waarin kinderen een conflict mogen oplossen tussen koopmannen, boekdrukkers, piraten en geloofsvluchtelingen. „Dat was min of meer de bevolking in Emden in die tijd”, aldus projectleider dr. Wolfgang Jahn.
In het museum is de meeste informatie over Alting ook in het Nederlands beschikbaar.
De tentoonstelling duurt tot 31 maart 2013. Entree: 8 euro voor beide locaties (tot 18 jaar gratis). Bij de tentoonstelling verscheen een catalogus van 350 bladzijden die 19,90 kost.
Johannes a Lasco Bibliothek (Kirchstrasse 22, 26721 Emden, Duitsland) is dagelijks (behalve ‘s zaterdags) open van 14.00 tot 17.00 uur. www.jalb.de
Ostfriesisches Landesmuseum Emden (Brückstrasse 1, 26725 Emden, Duitsland) is dagelijks (behalve ‘s maandags) open van 10.00 tot 18.00 uur. www.landesmuseum-emden.de