Opinie

Hoop gloort voor Somalië, maar er is werk aan de winkel

Somalië heeft in het afgelopen jaar hoopvolle ontwikkelingen doorgemaakt, schrijft Jan Lock. Een structurele oplossing ontbreekt echter nog. Actie van zowel hulporganisaties als de politiek is meer dan ooit geboden.

Jan Lock
10 October 2012 06:54Gewijzigd op 14 November 2020 23:38
„Somaliërs moeten hun dagelijkse werk weer op kunnen pakken, om zo te bouwen aan hun toekomst. Dat gaat niet vanzelf.”  Foto EPA
„Somaliërs moeten hun dagelijkse werk weer op kunnen pakken, om zo te bouwen aan hun toekomst. Dat gaat niet vanzelf.” Foto EPA

Op 12 september heeft het Somalische parlement Hassan Sheikh Mohamud gekozen als de nieuwe president. Er is goede hoop dat de president sterk zal aansturen op het terugdringen van corruptie. Daarnaast heeft de islamitische terreurorganisatie al-Shabaab zich uit Mogadishu teruggetrokken, waardoor rondom de hoofdstad een veilige zone is ontstaan. Bovendien lukt het buurland Ethiopië redelijk om de opvang van Somalische vluchtelingen te coördineren.

Heel anders was het pakweg een jaar geleden. Door langdurige droogte en politieke onrust was in Somalië een hongersnood van immense omvang ontstaan. Ondervoede moeders en kinderen keken uitgeput in de camera. De beelden domineerden de media, en ook deze krant berichtte erover. Hulpacties werden in allerijl opgestart. Gelukkig maar, want zo kon de ergste nood gelenigd worden.

Nu, een jaar later, zijn er dus in politieke zin hoopvolle ontwikkelingen. Een noodzakelijke, maar beslist nog geen voldoende stap in de richting van een structurele oplossing van het nijpende probleem. De kern van het probleem is immers nog steeds hetzelfde: Somalië is een verscheurd land waar al-Shabaab nog steeds in grote delen aan de touwtjes trekt. Mark Wallet illustreerde dit recent treffend in een column in deze krant: de optimistische Somalische ondernemer Ahmed Jama zag zijn droom in rook opgaan toen een extremist zich in zijn restaurant opblies.

Vluchtelingen

Bij haar pogingen om de orde te handhaven wordt de Somalische overgangsregering geholpen door de Afrikaanse Unie. Bijna 10.000 militairen worden ingezet in 
deze zogeheten Amisom-missie. De Afrikaanse Unie kan echter maar weinig uitrichten zolang de internationale gemeenschap de missie niet voldoende ondersteunt. In politiek opzicht zou het Westen daar meer mee moeten doen.

De vluchtelingenkampen vormen uiteraard geen duurzame oplossing voor de problemen. Ze zijn eerder een graadmeter voor het nog steeds voortduren van de problemen in de regio. De humanitaire crisis is nog steeds zo ernstig, dat wekelijks zo’n duizend mensen van Somalië naar Ethiopië vluchten. Meer dan 3 miljoen Somaliërs worden bedreigd door acute voedseltekorten en een gebrek aan basisvoorzieningen, zo maakte de VN deze zomer bekend.

Hoewel er dus stappen in de richting van een oplossing gezet zijn, is er beslist nog geen sprake van een structurele oplossing. De vraag die overblijft is duidelijk: wat zouden de volgende stappen kunnen zijn? Op deze vraag zijn geen gemakkelijke antwoorden te geven, maar ik wil een aantal lijnen uitzetten.

Somaliërs moeten hun dagelijkse werk weer op kunnen pakken, om zo te bouwen aan hun toekomst. Dat gaat niet vanzelf. Politieke en particuliere organisaties moeten de ruimte krijgen om hun rol te spelen in het bestrijden van de problemen. Nederland kan gebruikmaken van de goede diplomatieke banden met buurlanden Ethiopië en Kenia, en kan bovendien binnen de Europese Unie en de internationale gemeenschap aandringen op gezamenlijke actie. Zodat de grenzen opengaan voor organisaties en de Afrikaanse Unie de Amisom-missie kan versterken. Professionele organisaties kunnen in hun aanvullende rol juist het verschil maken met en voor de mensen op lokaal niveau. Zodat zij de kans krijgen om structureel hun leefsituatie te verbeteren. Door boeren bijvoorbeeld te 
helpen hun veestapel weer op 
te bouwen, worden ze minder 
kwetsbaar voor veranderende omstandigheden en zijn ze minder snel aangewezen op hulp van buitenaf.

Structurele programma’s

Dé grote uitdaging voor ontwikkelingsorganisaties is om in de moeilijke situatie van Somalië niet alleen noodhulp te verlenen, maar ook structurele programma’s op te zetten. Voor deze organisaties vormt Somalië bovendien een uitdaging omdat niet alleen landbouw aandacht behoeft, maar ook conflictbemiddeling, gezondheid en onderwijs. Voor het welslagen van hulpprojecten blijft het echter noodzakelijk dat er politieke stabiliteit is in Somalië. Het is een grote uitdaging voor onze nieuwe regering om hierin een rol van betekenis te spelen. Recent heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken aangegeven hoop te putten uit de aanstelling van president Mohamud. Dit getuigt van betrokkenheid en is alvast een goed begin.

Er is nog een lange weg te gaan, maar met gezamenlijk inspanningen kunnen de hoopvolle ontwikkelingen in Somalië zich voortzetten. Zoals een Somaliër het zelf zegt: „Door de droogte en ontheemding waren mijn ledematen afgesneden. Wat ik nodig heb is ledematen, zodat ik zelf weer kan werken.”

Jan Lock is voorzitter van de raad van bestuur van Woord en Daad. Hij schreef dit artikel mede namens het Noodhulpcluster Dorcas, Red een Kind, Tear, Woord en Daad en ZOA.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer