Kabinet let op lange termijn
Het kabinet acht voor Nederland het langetermijnperspectief belangrijker dan de korte termijn. Daarom zijn in economie en maatschappij scherpe keuzes noodzakelijk. Op die manier moet een cultuuromslag tot stand komen, zodat bedrijven meer ruimte krijgen voor eigen initiatieven en burgers hun verantwoordelijkheid weer nemen.
Dat zei koningin Beatrix dinsdagmiddag in haar troonrede: haar jaarlijkse toespraak tot de Staten-Generaal. De troonrede ademde een wat sombere toon: „Burgeroorlogen, aanslagen en andere vormen van geweld treffen iedere dag weer vele onschuldige mensen (…). Aardbevingen, overstromingen en droogte confronteren overal in de wereld de mens met zijn beperkingen. Ook ons land is niet gespaard gebleven voor de gevolgen van langdurige droogte.”
Met name de Nederlandse economie baart het kabinet zorgen. Die is, „na jaren van voorspoed en sterke economische groei, dit jaar volledig tot stilstand gekomen.” De werkloosheid stijgt nog elke maand sterk, de loonkosten zijn hoog geworden en de arbeidsproductiviteit is, in vergelijking daarmee, achtergebleven. Daar komt bij dat de vergrijzing van de bevolking -de mensen van de naoorlogse geboortegolf bereiken binnenkort de pensioengerechtigde leeftijd- haar tol gaat eisen. Steeds minder ’actieven’ moeten voor steeds meer ’inactieven’ de kosten van de sociale zekerheid opbrengen.
Dit alles vraagt volgens het kabinet-Balkenende om een grondige vernieuwing en versterking van economie en sociale zekerheid. „Door nú de economische en budgettaire problemen aan te pakken, wordt voorkomen dat huidige én volgende generaties de rekening gepresenteerd krijgen in de vorm van structurele werkloosheid, blijvende economische problemen en de noodzaak om de overheidsfinanciën alsnog op orde te brengen. Voor een perspectief op herstel zijn moeilijke maatregelen nu nodig.”
De tijdsomstandigheden brengen het kabinet tot een recordbedrag aan bezuinigingen, te weten bijna 17 miljard euro over de gehele regeerperiode. De bezuinigingen in 2004 bedragen 10,9 miljard euro.
Een grote bijdrage aan het opbrengen van dat bedrag leveren de sectoren van de volksgezondheid en de sociale zekerheid. Uitdunning van het verzekeringspakket en eigen bijdragen in de zorg brengen veel geld in het laadje. Dat geldt ook voor de scherpere regels in de WAO en de WW.
Verder gaan bijna alle burgers er volgend jaar in koopkracht op achteruit. Naar verwachting zullen alleen tweeverdieners met kinderen en alleenstaande ouders met een modaal inkomen er in koopkracht licht op vooruitgaan.
Door alle bezuinigingen slaagt het kabinet erin het begrotingstekort beperkt te houden tot 2,4 procent van het bruto nationaal product. Dat is ruim binnen de marges die in Europees verband zijn afgesproken.
Tot aflossing van de staatsschuld zal het de komende vier jaar niet komen, verwacht minister Zalm van Financiën. De schuld loopt tot 2007 op met 26 miljard euro. Zonder bezuinigingen was dit 40 miljard euro geweest, stelt Zalm. Een lichtpuntje is dat de bewindsman, zich baserend op het Centraal Planbureau (CPB) voor volgend jaar een bescheiden economische groei voorziet van 1 procent.
Extra investeringen doet het kabinet vooral in onderwijs en veiligheid. Voor die sectoren heeft het 3,9 miljard aan extra uitgaven ingeboekt. Zo krijgt het openbaar ministerie 36 miljoen extra en komen er 4000 agenten bij. Uiteindelijk stijgen de collectieve lasten met 1,2 miljard euro.