Kerk & religie

Dr. Bart Wallet schetst ontwikkelingen in Joodse kalender

DORDRECHT– Een aantal Joodse feesten is na de Tweede Wereldoorlog nogal veranderd, betoogde dr. Bart Wallet maandagavond in Dordrecht.

Van een medewerker
9 October 2012 09:47Gewijzigd op 14 November 2020 23:37
Bart Wallet. Foto RD, Anton Dommerholt
Bart Wallet. Foto RD, Anton Dommerholt

Dr. Wallet is onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in de Joodse geschiedenis. Hij sprak in Dordrecht op uitnodiging van het Genootschap Nederland-Israël, afdeling Drechtsteden. Zijn lezing over „de dynamiek van de Joodse kalender na 1945” trok zo’n honderd belangstellenden.

Dr. Wallet vertelde dat hij onlangs aan een aantal Joodse kinderen vroeg welke feesten ze het fijnst vonden. Ze noemden Simchat Thora (Vreugde der Wet) en Chanoeka. Chanoeka zouden kinderen honderd jaar geleden zeker niet genoemd hebben, aldus Wallet. Toen was het maar een klein feest met het aansteken van lampjes en het zingen van liedjes in de avond. Chanoeka stamt uit de tijd van de Makkabeeën en is herontdekt door de zionisten. „De strijdbare Makkabeeën stonden in de twintigste eeuw symbool voor de strijd voor het Beloofde Land. Chanoeka werd voor de strijdbare Joden een van de belangrijkste feesten. Het is verbonden is met de Joodse identiteit.” Chanoeka is een feest van licht, dat in de winter wordt gevierd. Wallet vertelde dat kinderen vooral van het feest houden omdat er cadeautjes worden gegeven.

Simchat Thora, het andere feest dat kinderen zo fijn vinden, wordt dezer dagen gevierd. Het is in de middeleeuwen ontstaan naar aanleiding van processies van de Rooms-Katholieke Kerk. Joden deden die processies na door in de synagoge met de Thora rond te lopen. Na de Tweede Wereldoorlog protesteerden Joden in de VS tegen de strenge behandeling van Joden in Rusland door publiekelijk de Thora rond te dragen. Zo lieten ze het verschil met Rusland zien, waar dat niet mocht. Het interessante van dit feest voor kinderen is het gooien met snoepgoed.

Ook Poerim, dat herinnert aan de geschiedenis van Haman en Esther, is veranderd. Vóór de oorlog gebeurde de viering zonder lawaai, omdat bestuurders dat in de negentiende eeuw zo besloten hadden. Na de oorlog mochten de kinderen weer lawaai maken als de naam van de boze Haman genoemd werd, net zoals vroeger gebeurde.

De oprichting van de staat Israël had grote invloed op de Joden in Nederland, aldus dr. Wallet. Dit zorgde voor nieuwe feestdagen: Jom Ha’atsmaoet (Onafhankelijkheidsdag) en de Jeruzalemdag (Jom Jeroesjalaiem). Ook de herintroductie van Toe Bisjevat (Bomenfeest) heeft te maken met de staat Israël. Deze feestdag, die staat voor de band met de grond, was nagenoeg vergeten, aldus Wallet. „Nadat een zionist in de negentiende eeuw begon met het planten van bomen op die feestdag, volgden anderen hem. Nu is het planten van bomen op Toe Bisjevat aan het begin van het jaar een symbool voor de opbouw van het land. Op die feestdag vinden in Israël boomplantactiviteiten plaats. Ook in ons land is het feest bezig met een comeback.”

De onderzoeker noemde verder de instelling van de herdenkingsdag van de Shoah, Jom Hasjoa, in het voorjaar. Deze dag wordt echter niet door alle orthodoxe Joden gewaardeerd. Sommigen blijven de aloude treurdag Tisha B’Av (Treurdag om Jeruzalem) houden, ook ter herdenking van de Holocaust.

De merkwaardigste verandering doet zich waarschijnlijk voor bij de viering van Pesach (Pasen) door de liberale Joden in een Amsterdamse gemeente. Zij hebben in het midden van de seiderschotel een sinaasappel liggen. Dat heeft te maken met de uitspraak van een rabbijn die ooit zei: „Nog eerder zal er een sinaasappel op een seiderschotel liggen dan dat we homoseksualiteit goedkeuren.” Dr. Wallet: „Ook de Joden hebben de invloed van de secularisatie ondergaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer