Opinie

Onderzoek naar kerkverschuiving onder CSFR’ers niet afdoende

Voorzichtigheid is geboden bij de interpretatie van het onderzoek van Ben Provoost naar kerkverschuiving onder CSFR’ers (RD 3-10), stellen Hendrik-Jan van Nieuw Amerongen en Jonard Roukens.

6 October 2012 19:39Gewijzigd op 14 November 2020 23:35
„Het is opvallend dat, alle waarschuwingen ten spijt, het percentage ‘gergemmers’ op de CSFR de afgelopen jaren is gegroeid van 33 procent naar bijna 40 procent.” Foto: een CSFR-zomerconferentie. Beeld Ruben Meijerink
„Het is opvallend dat, alle waarschuwingen ten spijt, het percentage ‘gergemmers’ op de CSFR de afgelopen jaren is gegroeid van 33 procent naar bijna 40 procent.” Foto: een CSFR-zomerconferentie. Beeld Ruben Meijerink

„De voornaamste godsdienstige veranderingen treden op in de studententijd. Lidmaatschap van studentenvereniging CSFR heeft hierop een versterkend effect”, zo concludeert Ben Provoost. Provoost heeft kwalitatief onderzoek verricht naar de kerkelijke participatie van vijftien oud-leden van onze vereniging. Het oorspronkelijke onderzoek naar ‘kerkverlaters’ sneuvelde omdat deze niet werden gevonden in de ondervraagde populatie.

Provoost concludeert onder meer dat de „academische habitus” de belangrijkste oorzaak is voor kerkverschuiving van studenten. Volgens Provoost heeft het lidmaatschap van CSFR een versterkend effect op de kritische houding, mede door de openheid naar de omringende cultuur en geloofszekerheid als norm.

Provoost, zelf lid van de Gereformeerde Gemeenten, trekt enkele „voorzichtige conclusies.” Dat is terecht. We moeten waken voor stevige uitspraken op basis van een interview met slechts vijftien mensen.

Het onderzoek van Provoost is wel een mooie aanzet voor nader onderzoek. Daar denkt de CSFR al langer over na. Dit naar aanleiding van een brief van ds. C. J. Meeuse. Gepeild wordt wat de mogelijkheden zijn om een dergelijk onderzoek te starten. Mogelijk kan het plaatsvinden in samenwerking met externe (kerkelijke) instanties.

Houvast

Het onderwerp is actueel, zoveel is wel duidelijk. Menig pen wordt erdoor in beweging gebracht. Ds. Van Aalst, predikant van de gereformeerde gemeente in Klaaswaal, ontraadde onlangs in De Saambinder studenten uit de Gereformeerde Gemeenten lid te worden van de CSFR. Hij adviseert lidmaatschap van Depositum Custodi of Solidamentum. Deze verenigingen vormen goede alternatieven, waar je je niet voor hoeft te schamen, aldus de predikant, die zelf oud-lid van de CSFR is.

Wat ons betreft is het inderdaad geen schande om lid te zijn van een van onze broederverenigingen. Het is namelijk prachtig als christenstudenten elkaar opzoeken, bevragen en bemoedigen, op welke vereniging dan ook.

Wel is het spijtig dat er door ds. Van Aalst een onjuiste en onvolledige voorstelling van zaken wordt gegeven. Naast de vraagtekens die te plaatsen zijn bij het onderzoek van Provoost is het immers onduidelijk in hoeverre kerkverschuiving plaatsvindt onder studenten die lid zijn van andere (christelijke) studentenverenigingen of studenten die niet participeren in een studentenvereniging.

Ook het spreken van ds. Van Aalst over een „verwereldlijkte sfeer – waarbij verondersteld wordt dat iedere student gelooft” doet geen recht aan de werkelijkheid. Helaas kennen veel van onze studenten geen geloofszekerheid; samen met elkaar zoeken we naar het enige houvast in leven en sterven: te weten het eigendom van Jezus Christus te zijn. Geloofszekerheid is daarbij wel de norm, maar niet het vanzelfsprekend uitgangspunt.

Het lijkt er overigens op dat de adviezen van predikanten zoals ds. Van Aalst in de wind worden geslagen. Het is opvallend dat in de afgelopen jaren het percentage ‘gergemmers’ op de CSFR is gegroeid van 33 procent naar bijna 40 procent. Velen van hen vervullen bestuursfuncties binnen de vereniging. De gedachte dat er dus grote veranderingen binnen de CSFR optreden, lijkt ongegrond.

Luisterend oor

We zijn blij dat er de afgelopen jaren meer aandacht is gekomen voor de relatie tussen student en kerk. In de studententijd komt de kerkelijke verbondenheid nogal eens onder druk te staan. Het is goed om daar oog voor te hebben.

Bijzonder veel studenten hebben te kampen met grote levensvragen die ze op zich af zien komen; ploeterend gaan ze hun weg, op zoek naar de levende God. Deze studenten hebben baat bij identificatiefiguren die een luisterend oor bieden en een kerkelijke gemeente die biddend om hen heen staat.

Perspectief

Ten slotte, het afgelopen weekend hielden het huidige en het toekomstige landelijk bestuur van de CSFR hun overdrachtsweekend. Dat vond traditiegetrouw plaats in Aagtekerke. Op zondag ging de Woordverkondiging in de plaatselijke gereformeerde gemeente over Jakobus, de broer van Jezus, „een dienstknecht van God en van de Heere Jezus Christus.”

„Wij allen dienen slaaf te zijn van Jezus Christus”, zo sprak de plaatselijke predikant. En zo is het. Laten we in het gesprek over kerkmuren niet vergeten omhoog te zien; om goed voor ogen te houden in welk perspectief de dingen staan.

De auteurs zijn respectievelijk preses en abactis van het landelijk bestuur van de studentenvereniging CSFR.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer