„Nieuw licht op Goudse Glazen”
WASPIK – De glas-in-loodramen in de kooromgang van de Goudse Sint-Janskerk, met scènes uit het leven van Johannes de Doper, zijn zonder het evangelie van Lukas niet goed te begrijpen.
Dat betoogt Bijbelwetenschapper Bert Zonnenberg zaterdag tijdens de Goudse Glazendag 2012. Zonnenberg (1939) studeerde theologie en filosofie en was in de jaren zeventig en tachtig verbonden aan de Tilburgse universiteit.
Het Bijbelboek Lukas werpt volgens hem nieuw licht op de beroemde Goudse iconografie (beeldbeschrijving) in de kooromgang. In een interview dat aan deze lezing voorafgaat, noemt hij zijn inzichten „opzienbarend.”
Hoe kwam u tot de conclusie dat het Bijbelboek Lukas een cruciale rol speelt?
„Het begint met kijken naar de iconografie, aandachtig kijken. Zes jaar geleden gaf ik ook een lezing tijdens de Goudse Glazendag. Ik ontdekte in die tijd dat een aantal dingen niet klopt. Al eerder bemerkte ik dat er overal Bijbelteksten vandaan worden gehaald om de iconografie van de koorglazen uit te leggen. Op grond van de inhoud en de volgorde van de eerste vijf glazen heb ik geconcludeerd dat het evangelie van Lukas de grondslag van de glazen is. Hierin ligt de sleutel. Wanneer je zó naar de glazen kijkt, zie je dat het accent ligt op de relatie tussen Johannes de voorloper én Jezus de Messias. Lukas brengt hen altijd als een tweespan in beeld. Als hij kan aantonen dat Johannes de voorloper is, is dat het bewijs dat Jezus de Messias is.”
Is het niet genoeg bewijs dat God Zelf dit zegt, bij de doop van Zijn Zoon?
„In glas 15, de doop van Jezus, is de tekst: „Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen”, uitgebreid met de tekst: „Hoort Hem.” Die toevoeging komt niet in het verhaal van de doop voor. Wél zien we deze tekst integraal terug in een ander verhaal, namelijk dat van de verheerlijking van Jezus op de berg, waar Hij sprak met Mozes en Elia.
Lukas heeft willen zeggen dat het hier niet in het bijzonder over de doop gaat, maar over de hemelse bevestiging van Johannes als voorloper van de Messias en de verheerlijking van Jezus als Messias. Hij portretteerde Jezus, de Gezalfde, in gesprek met de leraar Mozes om aan te geven dat Jezus de grote Leraar is.”
Dat is een vergaande conclusie. Kan er een andere reden voor de toegevoegde tekst zijn?
„Dat had ik me ook kunnen afvragen, maar waarom speculeren als Lukas een prachtig verhaal vertelt waarin deze tekst integraal naar voren komt, in een context die in glas 15 ter zake is? Lukas is mijn zegsman. Alle teksten zijn aan dit Bijbelboek ontleend. Ik bewijs dat glas 15 niet over de doop kan gaan.”
Zou het zo kunnen zijn dat de vier evangeliën de basis van de glazen vormden?
„Dan komen we weer bij de traditie van het Bijbellezen. Ons is geleerd de Bijbel te lezen op grond van losse teksten. Uit de hele Bijbel graaien we teksten bij elkaar. De afgebeelde verhalen zijn alleen bij Lukas beschreven. Als dat waar is, zeg je dan tegen jezelf, moet je alle glazen in dit licht zien. Lukas heeft het over de verhouding tussen Johannes en Jezus. Zo gauw ik Jezus zeg, zeg ik Johannes en andersom.”
Is dat niet te veel eer voor Johannes? Hij zei dat hij het niet waard is een schoenriem van Jezus te ontbinden.
„Als je geen eer aan de mens Johannes geeft, geef je geen eer aan Jezus. God is mens geworden. Zouden wij dan zeggen: Jezus krijgt de eer maar de mensen gaan we even uitschakelen? God heeft de wereld geschapen om in de mens een partner te vinden. Kijk naar glas 15, waarop Jezus zojuist gedoopt is. Johannes is zelfs groter afgebeeld dan Jezus. Johannes en Jezus krijgen beide maximale eer. De centrale plaats van dit glas zegt dus niets over het belang ervan.”
Maar Johannes de Doper wijst doorlopend op Jezus.
„En Jezus wijst op Zijn beurt naar Johannes. Kijk maar naar de iconografie van de glazen. Johannes staat op de eerste plaats. Hij is de voorbode.”