Ds. A. Brons (CGK) namens CIS in Jeruzalem
JERUZALEM – Het is zijn taak om de ontmoeting tussen kerk en Israël te bevorderen. En dat is geen gemakkelijke. Ds. A. Brons: „De ontmoeting tussen Joden en christenen is zwaar belast. Christenen hebben de Joden nogal wat aangedaan. Dat besef is hier levend.”
De christelijke gereformeerde predikant ds. A. Brons en zijn vrouw hebben midden augustus hun intrek genomen in een fraai appartement in Jeruzalem. De predikant is uitgezonden door het Centrum voor Israël Studies (CIS) en hoopt een aantal jaren in Israël te blijven.
Het echtpaar is blij met de nieuwe woning. Het uitzicht is uniek. Vanaf het balkon kijken ze uit op de Oude Stad van Jeruzalem. De horizon strekt zich uit van de bergen van Jordanië tot de Joodse woonwijken in het westen van de stad.
De eerste indruk is dat het leven niet zo heel erg veel verschilt met dat in Nederland. Wel vindt ds. Brons het bijzonder dat de synagoge een grote stempel drukt op het leven op straat. „Dat zien we als de rust neerdaalt op sabbat. De sabbat is een zegenrijke instelling, waar we enorm van genieten.”
Ds. Brons en zijn vrouw hebben inmiddels ook Rosj Hasjana –Joods Nieuwjaar– gevierd. „We wensen dan de mensen een Sjana Tova, een goed jaar, toe. We eten dan een appeltje met honing. Ik ben toen ook naar de synagoge geweest, waar de sjofar klinkt.”
Al tijdens zijn theologiestudie werd de belangstelling van ds. Brons voor Israël gewekt. Hij ging toen mee met een reis van Amicitia naar Israël die door zijn vader, ds. J. Brons, werd geleid. Na zijn studie werd hij gemeentepredikant in Vlissingen, Wildervank/Zuidlaren en Kampen. Het CIS benoemde hem dit jaar tot opvolger van ds. C. J. Rodenburg.
Zijn taak is het bevorderen van de ontmoeting tussen kerk en Israël. „We hebben veel met elkaar gemeen: het Oude Testament en de God van Abraham, Izak en Jakob. Dieper echter dan wat we gemeen hebben is de kloof: het geloof in Jezus Christus en het leven door genade alleen.”
In de praktijk zal Brons zich onder meer bezighouden met het bezoeken van bijeenkomsten voor Joods-christelijke ontmoeting, het voeren van gesprekken met individuen over dit onderwerp en het begeleiden van studenten uit Nederland. Verder zal hij twee keer per jaar Nederland bezoeken voor een lezingentournee.
Ds. Brons is zich ervan bewust dat de ontmoeting tussen Joden en christenen zwaar is belast. „Bij die ontmoeting komen altijd het wantrouwen en de achterdocht om de hoek kijken. Christenen hebben de Joden nogal wat aangedaan. Dat besef is hier levend. Maar er zijn ook andere geluiden. Toen laatst het klooster van Latrun werd beklad met antichristelijke leuzen, door Joden uit de rechts-orthodoxe hoek, zeiden anderen: „We gaan hier niet mee in het spoor van de Thora.” Ze beseffen dat ze over het verleden heen moeten stappen.”
Na 1948 ontstond er een theologische heroriëntatie op het Joodse volk. Die discussie bereikte in de jaren zeventig en tachtig een hoogtepunt. Het echtpaar Brons arriveert in een tijd waarin in Nederland de discussie over de houding van christenen tegenover Israël weer oplaait.
Is het niet zo dat velen nu willen terugkeren naar het gedachtegoed van voor die heroriëntatie? Ds. Brons gelooft dat er sprake is van een slingerbeweging. „Sommigen dwepen met Israël en zetten de Joden op een voetstuk. Daar dien je niemand mee, ook Israël zelf niet. Christenzionisten verweven de Bijbel en de politiek met elkaar op een manier die heilloos is. In de brief die dr. Jos Strengholt en dr. Steven Paas recent publiceerden kun je een tegenbeweging en een correctie zien. Maar als je het geheel van de open brief leest, dan denk ik dat de kritiek op de kerk aangaande het antisemitisme te gemakkelijk aan de kant wordt geschoven. We moeten ons die kritiek ter harte nemen, want er zijn echt verschrikkelijke dingen gebeurd. Ik denk dat we eerst een hele poos stil moeten zijn. Er is wel degelijk schuld te zien en te belijden.”
Ds. Brons beseft dat het gaat in Israël om de verkondiging van het Evangelie. „Iemand is er niet als kind van Abraham. Maar in de Bijbel staat ook dat zij naar het Evangelie vijanden zijn om uwentwil, maar naar de uitverkiezing geliefden om de vaderen wil. Het een heft het andere niet op.”
De predikant ziet in de hele Bijbel duidelijk bewijs dat God het volk Israël niet heeft verstoten. „Het is toch heel bijzonder dat God dat doet ondanks de vijandschap tegen het Evangelie.”
Sommigen zeggen dat het Israël van het Oude Testament, het huidige volk en de staat niet door elkaar gehaald mogen worden. Ds. Brons is het daar niet mee eens. Hij heeft net een artikel geschreven over de vraag ”Wat heet Israël?” De lijnen liggen volgens hem niet eenduidig. Toch kan hij zich niet voorstellen dat het toeval is dat Israël als natie is hersteld. „Men kan niet zeggen: We hebben er geen boodschap aan dat Israël er weer is. Als we de Bijbel geloven en in de God van Israël, kunnen we niet om Israël heen. Maar ik ben het niet eens met christenzionisten die zeggen dat alle Bijbelse profetieën nu in vervulling moeten gaan en dat Israël dus geen meter grond mag opgeven. In 1948 is Israël als door een wonder op de kaart gezet. Maar ook het volkenrecht speelde een rol. Het is tegelijkertijd Gods werk en mensenwerk. Je moet beide honoreren en geen kortsluiting maken.”