Zweeds nee
De Zweedse bevolking heeft een duidelijk nee uitgesproken tegen de invoering van de euro. Een ruime meerderheid, 56 procent, wil vasthouden aan de nationale munt, de Zweedse kroon. De uitkomst van het referendum is een fikse tegenslag voor de regering-Persson, die uitgesproken voorstander is van een nauwere band met de EU.
Dat er bij de Zweden grote reserves bestaan tegen het toetreden tot de eurozone, was al lang bekend. In die zin is de stembusuitslag niet verrassend. Toch hielden opiniepeilers de laatste dagen rekening met een omslag in de publieke opinie vanwege de afschuwelijke moord op minister Anna Lindh. Zij stond immers bekend als een fervent voorstander van de invoering van de euro. Het was denkbaar dat het aarzelend deel van de Zweedse bevolking voor de euro zou stemmen uit sympathie voor de overleden bewindsvrouw.
Dergelijke emoties hebben het referendum kennelijk niet beslissend beïnvloed. Wel was de hoge opkomst als zodanig opvallend. Ruim 80 procent van de bevolking maakte de gang naar de stembus. Juist dat percentage maakt duidelijk dat het Zweedse nee tegen de euro een breed draagvlak heeft.
De scepsis die in dit deel van Scandinavië tegen Europese integratie bestaat, heeft voor een belangrijk deel te maken met de angst dat verdere onderwerping aan Brussel de vernietiging brengt van de laatste restjes van de maatschappelijke verworvenheden waarop de Zweden zo trots zijn.
Het land heeft op dit moment een grotere economische groei en een lagere werkloosheid dan de landen die de euro hebben ingevoerd. Die welstand geeft de Zweedse bevolking niet graag prijs. Haar zorg is dat de komst van de euro het land zal meeslepen in de economische malaise waarvan inmiddels veel andere leden van de EU te lijden hebben.
Daarnaast is de neutraliteitspolitiek die Stockholm altijd heeft gevoerd nog steeds van invloed. Veel Zweden spreken over Europa alsof zij er zelf geen deel van uitmaken. Het land voelt zich de voorloper van de rest van Europa. De Zweedse aanpak van vrouwenparticipatie in het arbeidsproces, van de drugproblematiek en van de sociale voorzieningen stond model voor andere Europese regeringen. Die voorsprong levert Zweden niet graag in. „Wanneer de EU hier gaat bepalen wat goed voor ons is, zetten we forse stappen terug”, aldus een Zweedse radiocommentator.
Tegenstanders van de invoering van de euro tekenen daarbij aan dat de Europese politiek bepaald niet transparant is. Een groot deel van de besluitvorming onttrekt zich aan de waarneming van de burger. Dat versterkt het gevoel van wantrouwen bij de Zweedse burgers. Brussel wil daarom geen aandrang op Zweden uitoefenen om alsnog toe te treden, al zegt het wel te hopen dat het ooit nog eens zover komt.
Dat laatste zal voorlopig wel toekomstmuziek blijven. Eerder is de verwachting dat de uitslag van het Zweedse referendum een stimulans zal zijn voor Groot-Brittannië en Denemarken om bij hun standpunt -het afwijzen van de euro- te blijven. Vanuit het oogpunt van nationale soevereiniteit en vanwege economische redenen is dat bepaald niet zo’n onverstandig besluit.
De uitslag van het Zweedse referendum kan bovendien ook gevolgen hebben voor de komende stemmingen over de nieuwe grondwet van Europa. Vooral kleine EU-landen hebben daar bezwaren tegen. Zij hebben nu gezien dat een grote lidstaat gewoon zijn eigen koers kan varen. Wanneer een of meer kleine lidstaten dat straks bij het referendum over de grondwet doen, kan de ontwerpgrondwet wel eens in de prullenmand verdwijnen en is de Europese integratie een gevoeliger slag toegebracht dan ze nu kreeg met de Zweedse afwijzing van de euro.