Dat zei kamervoorzitter Weisglas dit weekend in het tv-programma Buitenhof. Momenteel is het nog zo dat er een meerderheid in de Kamer, dus 76 stemmen, nodig is om een spoeddebat of interpellatie af te dwingen. In de praktijk betekent dat soms dat de coalitiepartijen, of andere combinaties, een debat over een aangelegen onderwerp tegenhouden. Dat gebeurde onlangs nog toen de linkse partijen een debat wilden met premier Balkenende over Irak. CDA, VVD en LPF torpedeerden dat voorstel.

VVD en D66 zijn tegen dit vernieuwingsvoorstel. VVD-kamerlid Van Beek: „Die nieuwe regel is niet nodig. Uit beleefdheid stemmen wij vrijwel altijd in met een verzoek voor een debat. Ook als we er zelf niet voor voelen. We gaan er overigens van uit dat kleine partijen daar geen misbruik van maken.”

Weisglas, die vorig jaar herkozen is als kamervoorzitter mede vanwege zijn belofte de debatcultuur in de Kamer te verbeteren, heeft nog meer voorstellen tot verandering. Zo wil hij als voorzitter kamerleden te hulp gaan schieten als een bewindsman weigert daadwerkelijk op kamervragen in te gaan en voortdurend om de hete brij heen loopt. De vorige kamervoorzitter mevrouw van Nieuwenhoven signaleerde destijds op dit punt ook al een lacune in onze democratie. „Kamerleden hebben recht op antwoord”, zei zij, „maar wat als een minister wel antwoordt, maar in feite niets zegt?”

Weisglas wil dat in de toekomst niet meer accepteren. „Te vaak laten kamerleden zich naar huis sturen met een onbevredigend antwoord. In dat geval zal ik mijn rol als voorzitter gebruiken om meer informatie uit een minister te trekken.”

De VVD’er wil verder de spreektijd van fracties in grote debatten beperken. Deze week neemt hij daarop al een voorschot bij de algemene beschouwingen. De grootste fractie, het CDA, zou normaal gesproken een uur mogen spreken. Weisglas wil dat terugbrengen tot 35 minuten, in de veronderstelling dat fractievoorzitter Verhagen dan beknopter zal formuleren.

Een ander voorstel van de kamervoorzitter is om kamerleden zo af en toe ergens anders te laten vergaderen dan op het Binnenhof. Dat idee is deels al in gang gezet. Zo vergadert de kamercommissie voor integratiebeleid de komende maanden in Amsterdam, Rotterdam, Tilburg en Deventer.

Weisglas is er zich overigens van bewust dat het bevorderen van kwaliteit in de debatten niet gemakkelijk is. „Dat laat zich maar ten dele in regels vatten. Het moet in de eerste plaats uit de kamerleden zelf komen. Het is een kwestie van cultuur, van mentaliteit.”