„Het zijn in Rotterdam elk jaar zo’n 9- tot 10.000 jongeren van de mbo-doelgroep die het Nederlands te weinig beheersen om de lesstof te doorgronden of een fatsoenlijke brief te schrijven”, zegt de Rotterdamse onderwijswethouder Hugo de Jonge. Samen met wethouder Korrie Louwes van Participatie gaf hij dinsdag het startsein voor de campagne.

De campagne is vooral bedoeld om mbo-leerlingen erop te wijzen dat ze er met ‘fa waka’ en ‘hé kil’ alleen niet komen. „Deze jongeren zijn slim genoeg om een mbo-opleiding af te ronden. Ze realiseren zich niet dat hun taalniveau zeer te wensen overlaat. Ze ervaren het zelf niet als een probleem, totdat ze op zoek gaan naar een stageplaats of baan. Dan komt het aan op goede spreek-, luister- en schrijfvaardigheden.”

Jongeren die willen weten of hun taalniveau voldoende is, kunnen daarvoor terecht op de website jouwtaalzijntaal.nl. Daar kunnen ze niet alleen een test doen, maar ook een overzicht krijgen van allerlei manieren om aan hun taal te werken, onder meer via bijlessen op school, apps en spelletjes.