Britse militair krijgt herbegrafenis in Oosterbeek
OOSTERBEEK – De Britse soldaat Lewis Curtis, die in de Tweede Wereldoorlog betrokken was bij de Slag om Arnhem, krijgt woensdag een herbegrafenis op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek.
Het lichaam van Curtis kwam in 2003 aan de oppervlakte bij bouwwerkzaamheden in de Arnhemse wijk Schuytgraaf.
Curtis maakte deel uit van het 4e en 5e bataljon van het Wiltshire Regiment, dat in september 1944 ten tijde van de Slag om Arnhem betrokken was bij hevige gevechten rond de spoorwegovergang aan de Laarstraat en boerderij De Laar aan de zuidzijde van Arnhem.
De bataljons wisten weliswaar de stellingen te behouden, maar toen ze op 5 oktober 1944 werden afgelost door eenheden van de Amerikaanse Airborne Divisie waren al meer dan zeventig manschappen gesneuveld. Nog altijd worden achttien militairen van het 4e en 5e bataljon vermist, aldus een woordvoerster van de gemeente Arnhem.
Bij de herbegrafenis van Curtis is een Britse militaire delegatie aanwezig, onder wie de 87-jarige veteraan Robert Purver. Deze oud-strijder heeft in september 1944 bij Arnhem gevochten. Ook familieleden van Curtis komen naar Oosterbeek om de plechtigheid bij te wonen.
Het Wiltshire Regiment trok in 1944 na de landing in Normandië al vechtend richting Arnhem. Doordat bij de gevechten de Rijndijk werd opgeblazen, kwam het land waar nu de nieuwbouwwijk Schuytgraaf ligt grotendeels onder water te staan. Hierdoor werd het na de Bevrijding erg moeilijk om alle gesneuvelden op te sporen.
Woensdagmiddag wordt in de wijk Schuytgraaf bij het Wiltshire Monument ook de jaarlijkse herdenking van de strijd in 1944 gehouden.