Op Curaçao, een autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden, heerste zaterdag en zondag onduidelijkheid over wie er eigenlijk de macht heeft.

De crisis begon toen de gouverneur van het eiland zaterdag een nieuwe interim-regering onder leiding van Stanley Betrian benoemde. De demissionaire en ontslagen premier Gerrit Schotte noemde dat een staatsgreep. Hij verschanste zich met een van zijn ministers, ex-minister George 
Jamaloodin van Financiën, in Fort Amsterdam, het gebouw van de ministerraad. Daar hebben ze zaterdagavond en de hele zondag gezeten. Schotte en Jamaloodin verklaarden er desnoods tot 19 oktober, de dag waarop er parlementsverkiezingen worden gehouden, te zullen blijven.

Betrian gaf aan dat hij overal kan werken en dat hij niet per se in de werkkamer van Schotte wilde gaan zitten.

De politie hield vanaf zaterdagavond de toegangsdeuren naar Fort Amsterdam gesloten, zodat er niemand in of uit kon. Zaterdag en zondag deden hardnekkige geruchten de ronde dat de ontslagen ministers door de politie uit het regeringsgebouw zouden worden gezet.

Ook zondag hielden Schotte en Jamaloodin vol dat ze het regeringsgebouw voorlopig niet zouden verlaten. „Ik ben de enige minister-president”, verklaarde Schotte vanachter de tralies van Fort Amsterdam. Hij suggereerde dat Nederland achter de „staatsgreep” van Betrian en de zijnen zou zitten.

’s Avonds liep hij echter plotseling naar buiten en zei hij dat „Betrian in Fort Amsterdam mag gaan zitten.” Hij gaf aan de nacht thuis te zullen doorbrengen en niet meer naar het regeringsgebouw te zullen terugkeren. Schotte wil zich met zijn partij MFK gaan concentreren op de verkiezingen en hoopt dat Curaçao een periode van rust tegemoet gaat.

Ondertussen had minister Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties al laten weten dat het ontslag van de 
regering-Schotte en de benoeming van een interim-regering op Curaçao passen in de spelregels die gelden in een democratische rechtsorde. Het interim-kabinet wacht de komende periode een belangrijke taak, aldus de verklaring. Er komen onder meer verkiezingen aan. „Nederland, Aruba en Sint Maarten spreken de hoop uit dat dit interim-kabinet samen met de Staten het nodige in het werk zal stellen om zowel de periode naar de verkiezingen als de verkiezingen zelf goed en ordelijk te laten verlopen.”

De Tweede Kamer volgt met argusogen de ontwikkelingen op de Caraïben. SP-Kamerlid Van Raak vindt dat landen in de regio zich moeten uitspreken voor de interim-regering die er nu zit. Nederland kan ook eigenlijk niet meer de verantwoordelijkheid nemen voor het eiland, onder meer omdat Schotte volgens hem gewoon een zetbaas is van de maffia. Dat de demissionaire premier aanvankelijk weigerde te gaan, noemt hij een „feitelijke coup.”

VVD-Kamerlid Bosman is bang dat toeristen zullen wegblijven. Hij ziet de gebeurtenissen in het kader van het democratisch leerproces dat het eiland, sinds twee jaar een zelfstandig land, doormaakt. PVV’er Fritsma zegt dat de situatie aantoont dat alle tijd en geld die we aan het eiland besteden „verspilde moeite” is.