Tim Keller: Zonder geloof in Christus wordt Bijbel allegaartje
Zijn christenen niet inconsistent door bepaalde voorschriften uit de Bijbel wel en andere niet te volgen? Ze negeren bijvoorbeeld allerlei oudtestamentische wetten, terwijl ze anderzijds wel homoseksualiteit veroordelen.
In de eerste plaats: laat helder zijn dat niet alleen het Oude Testament voorschriften heeft rond homoseksualiteit. Ook het Nieuwe Testament heeft er veel over te zeggen. Zelfs Jezus zegt, wanneer Hij echtscheiding bespreekt in Mattheüs 19:3-12, dat het oorspronkelijke plan van God was dat man en vrouw tot één vlees verenigd zouden worden. Mensen die hier niet toe komen, horen zich van het huwelijk en van seksualiteit te onthouden.
Maar laten we het grotere vraagstuk bekijken van inconsistentie aangaande dingen die het Oude Testament noemt en die niet langer door het nieuwtestamentische volk van God in praktijk worden gebracht. Veel christenen weten niet hoe te reageren als ze hiermee worden geconfronteerd.
Het Oude Testament wijdt heel wat ruimte aan de verschillende offers die moesten worden gebracht om de zonde te verzoenen zodat gelovigen tot een heilige God konden naderen. Onderdeel van dat systeem was ook een complex stelsel van regels voor ceremoniële zuiverheid en reinheid. Je kon alleen tot God naderen als je bepaalde soorten voedsel at en andere niet, als je bepaalde kleding droeg, als je een aantal zaken niet aanraakte enzovoort. Dit liet op een krachtige manier zien dat mensen geestelijk onrein zijn en niet zonder reiniging in Gods aanwezigheid kunnen komen.
Vervuld in Christus
Maar zelfs in het Oude Testament duidden veel schrijvers erop dat de offers en de regels voor de tempeldienst heenwezen naar iets groters (1 Sam. 15:21-22, Ps. 50:12-15, Hos. 6:6). Toen Christus kwam, verklaarde Hij alle soorten voedsel rein (Mark. 7:19) en Hij negeerde de oudtestamentische reinheidswetten ook op andere manieren, door melaatsen en dode lichamen aan te raken.
De reden hiervoor wordt duidelijk gemaakt. Toen Hij aan het kruis stierf, scheurde het voorhangsel in de tempel in tweeën. Dat liet zien dat het hele offersysteem met al z’n reinheidswetten was afgeschaft. Jezus is het ultieme offer voor de zonde en nu maakt Hij ons rein.
Het hele boek Hebreeën legt uit dat de oudtestamentische ceremoniële wetten door Christus niet zozeer werden afgeschaft als wel vervuld. Steeds als we ”in Jezus’ naam” bidden, hebben we vrijmoedigheid om door het bloed van Jezus in het heiligdom binnen te gaan (Hebr. 10:19). Het zou daarom zeer strijden met het Bijbelse onderwijs als geheel wanneer we de ceremoniële wetten zouden blijven volgen.
Morele wet
Het Nieuwe Testament geeft ons verdere leiding over hoe het Oude Testament te lezen. Paulus maakt in passages zoals Romeinen 13 duidelijk dat de apostelen de morele wet van het Oude Testament nog steeds als bindend voor ons beschouwden. De komst van Christus veranderde dus de manier waarop we aanbidden, maar niet de manier waarop we leven. De morele wet is een samenvatting van Gods eigen karakter, van Zijn integriteit, liefde en betrouwbaarheid. En dus geldt alles wat het Oude Testament zegt over het liefhebben van onze naaste, het zorgen voor de armen, vrijgevigheid, sociale relaties en toewijding aan onze familie nog steeds.
Het Nieuwe Testament blijft doden of overspel plegen verbieden, en de hele seksuele ethiek van het Oude Testament wordt in het Nieuwe Testament opnieuw verwoord (Matth. 5:27-30, 1 Kor. 6:9-20, 1 Tim. 1:8-11). Als het Nieuwe Testament een gebod opnieuw verwoordt, geldt het voor ons vandaag nog steeds.
Verder licht het Nieuwe Testament een andere verandering tussen de beide testamenten toe. Zonden blijven zonden, maar de straffen veranderen. In het Oude Testament werden zaken zoals overspel en incest bestraft met burgerlijke sancties, zoals executie. Dat is omdat Gods volk in die tijd bestond in de vorm van een natiestaat; daarom waren aan alle zonden burgerlijke straffen verbonden.
Geen natiestaat meer
Maar in het Nieuwe Testament wordt het volk van God gevormd door een verzameling kerken over heel de wereld die onder veel verschillende regeringen leven. De kerk is geen burgerlijke overheid. Daarom worden zonden bestraft met vermaningen en, in het ergste geval, uitsluiting van lidmaatschap. Dat is hoe Paulus omging met een geval van incest in Korinthe (1 Kor. 5:1, 2 Kor. 2:7-11). Vanwaar deze verandering? Onder Christus is het Evangelie niet beperkt tot één natie, maar bestemd voor alle culturen en volken.
Als je de belangrijkste veronderstelling van de Bijbel erkent –over de allesovertreffende betekenis van Christus en Zijn redding– vallen al de verschillende onderdelen van de Bijbel op hun plaats. Vanwege Christus is de ceremoniële wet afgeschaft. Vanwege Christus is de kerk niet langer een natiestaat die burgerlijke straffen oplegt.
Echter, als je het idee verwerpt dat Christus de Zoon van God en de Verlosser is, dan is de Bijbel natuurlijk op z’n best een allegaartje dat weliswaar wat inspiratie en wijsheid bevat, maar dat grotendeels als dwaas of foutief moet worden verworpen.
Tegenvraag
Er zijn dus maar twee mogelijkheden. Als Christus God is, dan is deze manier van Bijbellezen zinvol en consistent. De andere mogelijkheid is dat je de grondstelling van het christendom verwerpt –je gelooft niet dat Jezus de opgestane Zoon van God is– en dan is de Bijbel geen vaste gids voor je. Maar wat je niet op een eerlijke manier kunt zeggen, is dat christenen inconsistent zijn in hun geloof doordat ze de morele voorschriften in het Oude Testament wel accepteren, terwijl ze andere voorschriften niet in praktijk brengen.
Een manier om op de beschuldiging van inconsistentie te reageren, is het stellen van een tegenvraag: „Vraag je mij het hart van mijn christelijke overtuigingen te ontkennen?” Als je dan de vraag krijgt: „Waarom zeg je dat?” kun je antwoorden: „Als ik geloof dat Jezus de opgestane Zoon van God is, dan kán ik niet alle reinheidswetten volgen en kán ik geen dieren offeren. Dat alles zou de kracht van Christus’ dood aan het kruis ontkennen. En dus moeten degenen die werkelijk in Jezus geloven bepaalde teksten uit het Oude Testament wel volgen en andere niet.”
Tim Keller, predikant van Redeemer Presbyterian Church in New York en auteur van o.a. ”In alle redelijkheid. Het christelijk geloof voor welwillende sceptici”. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord @refdag.nl
Dit artikel is overgenomen van redeemer.com.