Onkerkelijke Duitser vóór christelijke waarden
FRANKFURT – De kerken in Duitsland worden steeds leger. Toch vindt de Duitser dat christelijke waarden de maatschappij moeten blijven stempelen. Gelijke behandeling van alle godsdiensten wijst een meerderheid af.
Dat blijkt uit een groot onderzoek dat het Institut für Demoskopie Allensbach (IfD) in opdracht van de Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ) heeft uitgevoerd en waarover de krant deze week berichtte.
In Duitsland is 72 procent van de bevolking –82 miljoen inwoners– verbonden aan een religieuze gemeenschap, melden de nationale statistieken; 59 procent is lid van de Evangelische of Rooms-Katholieke Kerk. Vooral in de steden zijn christenen in de minderheid, evenals in de deelstaten die voor de val van het IJzeren Gordijn de DDR vormden. Bijna twee derde van de Duitsers komt zelden of nooit in de kerk; in het voormalige Oost-Duitsland is dat zelfs 80 procent, blijkt uit het onderzoek.
Het geloof in de waarheden van de Bijbel brokkelt af, ook onder christenen, wijst de enquête uit. In 1986 geloofde 56 procent van de bevraagde West-Duitsers dat Jezus de Zoon van God was, nu is dat nog maar 46 procent. Het aantal mensen dat gelooft in de schepping daalde van 47 naar 35 procent; dat in de opstanding van 38 naar 30; in de Drie-eenheid van 39 naar 32. „Zelfs onder rooms-katholieken gelooft nog maar een minderheid in de Drie-eenheid”, schrijft de FAZ. Tegelijkertijd is het geloof dat er meer is dan niets, toegenomen. Geloofde in 1986 49 procent van de Duitsers dat er „een bovenaardse macht moet zijn”, nu is dat 53 procent. Het aantal Duitsers dat gelooft in wonderen nam toe van 33 naar 51 procent.
Het christendom in Duitsland wordt vanbinnen uitgehold en „de essentie van de christelijke leer steeds minder geloofd”, concluderen de onderzoekers. „Wat overblijft zijn cultureel bepaalde uiterlijkheden, vage mystiek” en een terugkeer naar natuurgodsdiensten.
Toch blijven veel Duitsers zich met de christelijke waarden identificeren, ontdekte het IfD. Op de vraag hoe sterk Duitsland door het christendom en christelijke waarden is gestempeld, antwoordde 48 procent „zeer sterk” of „sterk.” Voor Europa geldt dat nog meer, vinden de ondervraagden: 68 procent antwoordde „zeer sterk” of „sterk.”
Moet het christendom –omdat het tot de kern van de Duitse cultuur behoort– dan ook een bevoorrechte positie hebben, of moeten alle godsdiensten gelijk behandeld worden? vroegen de onderzoekers vervolgens. Bijna de helft van de deelnemende Duitsers (48 procent) sprak zich op die vraag uit voor een bevoorrechte positie; 34 procent was voor gelijke behandeling. „En wat vindt u ervan als een christelijke feestdag wordt ingewisseld voor een islamitische?” Ruim driekwart van de Duitsers vindt dat geen goed idee; in de DDR-staten is dat zelfs 93 procent.