Zending HHK werkt aan diaconaal besef in Malawi (fotoserie)
AMERSFOORT – De Zending Hersteld Hervormde Kerk (ZHHK) werkt mee aan het kweken van diaconaal besef in het straatarme Malawi. „De kerken daar proberen met geringe middelen zelf iets te doen aan de nood”, aldus ds. R. J. Oomen.
De zendingspredikant in het Afrikaanse land sprak zaterdag tijdens de zendingsdag van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) in het Van Lodensteincollege te Amersfoort. De aula van de scholengemeenschap zat bomvol, terwijl er daarnaast activiteiten waren voor kinderen en jongeren. Naar schatting waren er ruim 1100 aanwezigen.
Ds. Oomen zei dat hij vanaf begin dit jaar bezig is met het geven van een cursus diaconaat aan kerkenraadsleden van de 200 gemeenten van de Reformed Presbyterian Church of Malawi (RPC), die de ZHHK steunt. De deelnemers aan de cursus moeten zelf aan de slag door het benoemen van de noden van de gemeente en het uittrekken van een budget daarvoor. Bij de hulp gaat het niet alleen om geld maar ook om het uitdelen van voedsel en het bieden van de helpende hand aan, bijvoorbeeld, ouderen.
De zendingspredikant vindt het belangrijk om tussen twee klippen door te varen. De kerkenraadsleden moeten de noden van de mensen niet overnemen, maar bekijken wat gemeenteleden zelf kunnen bijdragen. Anderzijds moeten ze ook niet gaan leunen op de zendingsorganisatie vanuit de gedachte dat daar toch genoeg geld is. „Kerkenraden moeten leren zelf aan diaconaat te doen met de geringe middelen die ze hebben.”
Ds. Oomen vertelde dat het diaconaat zijn vruchten al begint af te werpen: plaatselijke kerkenraden geven weeskinderen maispap en zorgen aansluitend voor een Bijbelverhaal. Hij zei verder dat de ZHHK ook in gevangenissen in Malawi werkt, wat zeer gewaardeerd wordt.
E. de Jong, lid van de commissie zending van de HHK, vertelde over het andere zendingsveld van het kerkverband: Suriname, waar Windy de Wit en kandidaat Joh. Fekkes werken en het wachten is op de komst van een predikant. De Jong zei dat de wintireligie, een Surinaamse natuurreligie, toeneemt.
Hij vertelde over Bueno, een indiaan, die niet meer bij zijn moeder op het erf mocht wonen omdat hij niet meer wilde meedoen met deze religie. Bueno kwam, tijdens een bezoek van de commissie, vol vragen en angst naar hen toe. De Jong: „We zagen de liefde van de Heere in de ogen van die man.”
Het commissielid vindt samenwerken, waar het kan, van groot belang. Hij noemde met name IKEG (Kinderevangelisatie) en de Presbyteriaanse Kerk van Korea als samenwerkingspartners. Verder vindt hij het belangrijk dat de ZHHK midden in de Surinaamse maatschappij staat. Om die reden verricht mevrouw Fekkes remedial teaching op een school in een dorp.
Als derde les noemde hij de acceptatie van de Surinaamse gewoonten, als die tenminste niet duidelijk in strijd zijn met het Woord van God. „Velen in Suriname zijn niet getrouwd maar leven samen. Een gemeentelid kwam door onderwijs uit de Schrift tot de conclusie dat hij diende te gaan trouwen.”
Tijdens de zendingsdag stond de profeet Jona centraal. Ds. J. Joppe uit Woudenberg sprak over de vlucht van de profeet. Hij wees op het verschil tussen Jona, die onbewogen was met de inwoners van Nineve, en de Heere Jezus, Die bewogen was over Jeruzalem.
Ds. A. T. van Andel uit Montfoort mediteerde over het gebed van Jona. Hij zei dat God goddelozen rechtvaardigt. Er is hoop voor Amsterdam, zo had hij ervaren toen hij op doorreis een prachtige regenboog boven de hoofdstad van ons land zag staan. Hij had zich eerder wel eens afgevraagd of de Heere nog bemoeienis met die stad wilde hebben, maar toen moest hij beschaamd het hoofd buigen.
W. J. Korving, evangelist in Den Helder, noemde als belangrijk punt voor evangelisatie het brengen van de volledige boodschap van het Evangelie. „Er moet niet sprake zijn van een oppervlakkig Evangelie, waarbij de mens centraal staat en het gaat om een goed gevoel. Een evangelist moet de zonde aanwijzen. Dan komt de roep om Christus.”
Het hebben van respect voor de ander kan, aldus Korving, met zich meebrengen dat de scherpe kantjes van het Evangelie eraf gaan. „Er moet ruimte zijn om te kunnen zeggen: „Als je zo doorgaat, ga je verloren.””
Ds. P. C. Hoek (Hoevelaken) besprak het laatste gedeelte van Jona. Hij stelde dat de Heere Jona liet zien dat Zijn bewogenheid een diepe barmhartigheid vanuit Zijn hart met deze stad betekende.
De opening van de zendingsdag was in handen van ds. J. C. den Ouden, voorzitter van de commissie zending. Ds. R. van de Kamp uit Barneveld sprak het slotappel: ”Meerdere Jona!”