Verbondseisen
2 Kronieken 30:8b.
„Geeft de Heere de hand en komt tot Zijn heiligdom.”
Hoe kunt u verwachten dat het u nuttigheid zal geven dat u indertijd door uw ouders aan God bent opgedragen, indien u het niet door uw daad aanvaardt en er vrijwillig in toestemt? Zal uw onwilligheid om het verbond te aanvaarden en het zo te bevestigen, niet worden uitgelegd als een stilzwijgende afwijzing?
Ik heb de overtuiging dat u zelfs niet voor een hele wereld uw doop zou willen verzaken, noch ook zijn verplichting afwijzen. U wilt uw christelijk geloof niet verloochenen, noch instemmen met hen die zeggen: „Wij hebben geen deel aan David, noch aan de erfenis van de zoon van Isaï.” Kom en bekrachtig uw doop. Er moet een beslissing vallen. U bent toch tot uw jaren gekomen? Durft u de eisen van het verbond af te wijzen? U moet uw doop aanvaarden of u moet zeggen dat u dit niet wilt. U moet echt christen zijn, geheel en al, in volle overgave des harten. Of u moet ermee breken. De eisen van beide sacramenten zijn dezelfde. U ligt onder de eisen van de doop, stelt u dan ook onder de eisen van het avondmaal.
Matthew Henry (1662-1714)
(”Aan Zijn tafel”)