Organist Arjen Leistra gaat voor muzikaal vuur
Z’n tweede thuis is de kerk. Elke dag is musicus Arjen Leistra te vinden aan de klavieren van het Flentroporgel in de Schiedamse St.-Jan. „Ik speel beter dan ooit, maar moet nog veel leren.”
Hij gaat graag naar boven om zijn instrument –3 klavieren, pedaal, 39 stemmen– te demonstreren. Improviserend, maar ook met Bachs grote C dur. Het orgel, daterend van 1975 en gebouwd in een historische kas uit 1552 van Niehoff, vult de akoestisch gunstige ruimte van de sfeervolle Grote of St.-Janskerk met gemak. Bij het volle werk gaat de kerkdeur open. Voorbijgangers luisteren bewonderend op de drempel naar zo veel decibels. Leistra, weer beneden: „Het liep een beetje uit de hand. Ik had wat ideetjes en wilde die even uitproberen.”
De klankdemonstratie was een mengeling van stijlen. Waar ligt Leistra’s muzikale hart? „Uiteindelijk bij de romantiek. Vanwege het gevoel. Ik ben een emotioneel mens. Romantische muziek raakt me. Maar als musicus heb je natuurlijk altijd je verstand nodig om de emotie te hanteren. Romantiek spreekt me ook aan vanwege de techniek. Heerlijk om die grote werken te studeren, te spelen. Reger, Franck, Guilmant, Dupré. Niet alles klinkt op een Flentroporgel. Choral II van Franck gaat prima hier, maar de Fantasie in A, nee. Daar heb je toch te specifieke klankkleuren voor nodig. Reger gaat wel weer goed, maar in de zachte passages moet ik veel koppelen, omdat ik geen strijkers heb. Alleen een Baarpijp en een Quintadeen.”
Vanaf halfnegen, uiterlijk negen uur is Leistra te vinden in de kerk. Elke morgen. „Een eenzaam bestaan? Nee, juist heerlijk. Het is een heilig moeten. Zo ervaar ik dat. Overdag studeren en ’s avonds lesgeven of een koorrepetitie leiden. Op dit moment is de kerk overdag nog open voor bezichtiging. Aan de ene kant leuk dat je voor publiek speelt, aan de andere kant kun je niet twintig keer hetzelfde loopje doen. Dus ik zorg ervoor dat ik de moeilijkste dingen voor tien uur achter de rug heb.”
Op zondagochtend begeleidt Leistra de samenzang van de middenorthodoxe Janskerkgemeente. „Voor en na de dienst speel ik literatuur, bijvoorbeeld een groot Bachwerk. Tijdens de dienst improviseer ik alles. Elke zondag blijven er mensen na afloop staan luisteren. Soms krijg ik zelfs applaus. Ik voel me daar altijd wat ongemakkelijk bij; het is geen concert.”
Over de zondagse liturgie heeft Leistra duidelijke opvattingen. „Ik begrijp best dat we naast de traditionele liederen, in ons geval het Liedboek, moeten zoeken naar nieuwe vormen, nieuwe liederen, omdat de kerk vergrijst. Maar laagdrempeligheid is geen oplossing. Mensen gaan naar de kerk om iets te beleven dat buiten henzelf ligt. Daar past geen simpele, platvloerse muziek bij. Opwekkingsliederen bijvoorbeeld. Ze kunnen, vooral jongeren, best positieve energie geven, maar het zijn net popliedjes. Ik word er melig of juist balorig van.”
Twee keer per jaar voert Leistra met Vocalis St.-Jan, het koor van de Grote Kerk, een Bachcantate uit. „Gewoon op zondagochtend, in een liturgische context, zoals Bach het bedoeld heeft. De kerk zit dan helemaal vol. Ik zou het graag vaker doen, maar dat wordt te duur.”
Over de prediking, de geloofsbeleving is Leistra anders gaan denken, zegt hij eerlijk. „Ik kom uit Delft; ben opgegroeid onder de oude ds. Van Kooten. Dat was wel wat anders dan wat ik nu zondags hoor. Het is een geleidelijke ontwikkeling geweest, mede door mijn studie kerkmuziek. Toen heb ik meer inzicht gekregen in de geschiedenis van de kerk en de liturgie. Ik moet me persoonlijk aangesproken voelen door de preek, dat vind ik belangrijk. Of dat gebeurt in Schiedam? Niet altijd, maar ik voel me ook niet meer thuis bij waar ik vandaan kom.”
Delft is voor Leistra ook onlosmakelijk verbonden met Jan J. van den Berg, destijds organist van de Nieuwe Kerk. „Bij het uitgaan van de kerk stond ik, geleund tegen een pilaar, te luisteren naar zijn orgelspel. Indrukwekkend. Het klonk niet altijd even fijnzinnig, maar wat een musiceerdrift. Jan J. komt nog steeds op mijn concerten. Behalve als ik moderne muziek speel; daar heeft hij weinig mee.”
Uitbreiding
Eerder dit jaar kreeg het Schiedamse Flentroporgel een grote schoonmaakbeurt en werd de intonatie hier en daar aangepast. Leistra greep de kans met beide handen aan om het instrument tegelijk uit te breiden. „Op het pedaal zijn er drie registers bij gekomen: een Open Prestant 16’, een Roerquint 12’ en een Fagot 32’. Dat was nodig. Het pedaal was altijd wat zwak. Ik heb het geld voor de uitbreiding zelf bij elkaar gespeeld. Van den Heuvel heeft de klus geklaard. Hij leerde het vak bij Flentrop en gaf blijk van respect voor dit orgel. Het resultaat is indrukwekkend.”
Leistra demonstreert zijn gerenoveerde en uitgebreide instrument op een cd (zie onder) die volgende maand uitkomt. „Ik heb ’m de titel ”Spirito” gegeven. Ik hoop dat mijn spel als spiritueel wordt ervaren, maar het is ook een knipoog naar Schiedam als de stad van de jenever, het geestrijke vocht.” Met een glimlach: „Misschien helpt dat bij de verkoop.”
Is een cd maken leuk? Vastberaden: „Nee, het wordt nooit perfect. Ik hoor wel vooruitgang, maar ben zó kritisch. Een cd is een momentopname, net als een concert. Tijdens het studeren, het voorbereiden hoop ik altijd dat ik erin slaag de diepste emotie van een stuk naar boven te halen. Vervolgens moet ik dat tijdens het uitvoeren opnieuw proberen. Heel vaak lijkt het erop, maar is het ’t net niet. Althans, voor mijn gevoel. Het publiek luistert heel anders. Maar die twijfel… Ik besta als musicus bij de gratie van de twijfel; ben een perfectionist. Toch blijft het mijn ambitie om die diepste emotie te laten horen.”
De cd-opname confronteerde Leistra met de vraag: waar sta ik als uitvoerend musicus? Hij geeft zelf het antwoord: „Ik heb nog nooit zo goed gespeeld als nu. Dat zeg ik niet om op te scheppen. Ik heb een lange weg achter me liggen om te komen waar ik nu ben. Maar het einde is nog lang niet in zicht. Technisch gezien ken ik geen barrières meer, maar ik moet nog heel veel leren. Daarom studeer ik zo veel. Het is de kunst om juist op punten waar de muziek moeilijk is, rust te brengen. Hoe beter m’n techniek, hoe meer muzikaliteit. En vuur, dát moet er ook zijn. Denk aan de musiceerdrift van Jan J. Daar heb ik een tik van meegekregen.”
Leistra geeft concerten in eigen land en ver daarbuiten. Op zijn cv prijken Ierland, Frankrijk, Engeland, Duitsland, Italië en de Verenigde Staten. „Een van de leuke aspecten van spelen in de VS is dat je zichtbaar bent voor je publiek. Het voelt veel meer als een concertpodium dan wanneer je achter een rugwerk verscholen zit.”
Muzikanten zijn niet altijd even gemakkelijk in de omgang. Leistra glimlacht opnieuw. „Mijn vrouw zegt: Als jij een belangrijk concert hebt, ben je niet zo sociaal. Dat klopt wel. Ik heb thuis een kamer om me af te zonderen. Ook in de kerk, achter het orgel, heb ik een ruimte. Daar trek ik me een uur voor het concert terug. Om me te concentreren.”
Leistra is als musicus bewust breed bezig. „Ik ben kerkorganist, concerteer, geef les aan ongeveer dertig leerlingen, dirigeer een koor, maar dat alles levert nog geen hbo-salaris op.”
Innerlijke drang
Toch kan Leistra zich een ander bestaan niet voorstellen. „Ik heb een innerlijke drang om mensen te overtuigen van de schoonheid van muziek. Maar je moet wel heel vastberaden zijn om te kiezen voor dit beroep. Soms komt er zo’n leerling op mijn pad. Zoals Rien Donkersloot, de nieuwe hoofdorganist van de St.-Joriskerk in Amersfoort. Z’n ouders waren er destijds niet enthousiast over dat hij naar het conservatorium wilde, maar ik heb hem ernaartoe geschopt. Zó begaafd, zó slim. En moet je nu eens kijken hoe vroeg hij piekt als organist. De echt goeien redden het.”
Leistra heeft in Schiedam helemaal z’n draai gevonden. „Niet alleen de Grote Kerk heeft een mooi orgel, ook de Havenkerk. Daar staat een prachtig instrument van Maarschalkerweerd. Het moet alleen gerestaureerd worden. Ook in het Stedelijk Museum staat een fraai orgel, van Hess, dat op bespeling wacht. Ik wil me inzetten voor het ontplooien van culturele activiteiten, hier in de binnenstad. We hebben de kerken, de orgels én het publiek.”
Dromend: „Eigenlijk zou ik best stadsorganist van Schiedam willen worden.” Dan, eerlijk: „Ik heb het balletje al opgegooid.”
Levensloop en cd
Arjen Leistra (Delft, 1973) studeerde orgel, kerkmuziek en improvisatie aan de conservatoria in Rotterdam en Den Haag. Zijn docenten waren Arie J. Keijzer, Ben van Oosten, Marijke van Klaveren en Johann Th. Lemckert. In 1996 won hij de tweede prijs op de ”International Organcompetition” in het Ierse Dublin. In hetzelfde jaar werd hij cantororganist van de Hoflaankerk in Rotterdam-Kralingen. Na zijn afstuderen in 1998 had hij een jaar les van Marie-Claire Alain in Parijs. In 2008 werd Leistra benoemd tot organist van de Grote of St.-Janskerk in Schiedam, als opvolger van André Verwoerd.
Zijn nieuwste cd, ”Spirito”, opgenomen op het Flentroporgel in Schiedam, wordt op 27 oktober gepresenteerd en bevat werken van onder anderen Sweelinck, Buxtehude, Bach, Karg-Elert, Widor, Bastiaans, Reubke (Psalm 94), Strategier en Schuurman.
Beluister hiernaast fragmenten van de cd ”Spirito”. De cd is te bestellen via www.arjenleistra.nl
Arjen Leistra, orgel Schiedam
Arjen Leistra, orgel Schiedam
Arjen Leistra, orgel Schiedam
Arjen Leistra, orgel Schiedam