Het klooster heeft enkele jaren geleden zonder toestemming van de plaatselijke gouverneur een grote muur rondom het gebouw opgetrokken en daarbij enkele honderden hectaren woestijnland aan het klooster toegevoegd.

Monniken zeggen dat zij toestemming van veiligheidsautoriteiten hadden om de muur te bouwen op land dat formeel de Egyptische overheid toebehoort. De gouverneur zegt daarentegen dat hij nooit toestemming heeft gegeven.

Normaal gesproken zijn voor zulke bouwprojecten verschillende vergunningen nodig. Het ziet ernaar uit dat het klooster met bouwen is begonnen voordat alle papieren binnen waren. De Egyptische autoriteiten hebben in het procedurele traject traag gereageerd, waardoor de monniken de indruk hebben gekregen dat het wel goed was wat ze deden.

Volgens de Egyptische christelijke journalist Nagy William hebben de gouverneur en de bisschop van het klooster eerst geprobeerd in een gesprek een oplossing te vinden. Het klooster was bereid het ommuurde woestijnland te kopen, maar ze konden het niet eens worden over de prijs.

Nadat het gesprek op niets was uitgelopen, stuurde de gouverneur de veiligheidsdienst eropaf om de muur met bulldozers neer te halen. Bisschop Justus van het klooster ontstak daarop in woede en vroeg zijn monniken voor de muur te gaan liggen om daarmee te verhinderen dat de bulldozers hun werk zouden doen. Andere monniken demonstreerden met leuzen die zich keerden tegen het besluit van de gouverneur. De Egyptische president Mubarak heeft inmiddels ingegrepen, waarop de pogingen om de muur neer te halen voorlopig zijn gestaakt.

De commotie rond de kloostermuur is wereldnieuws geworden. Koptische activisten in de VS hebben de kloosterlingen in hun protest aangemoedigd. Een Amerikaanse diplomaat zegt dat enkele leden van het Amerikaanse Congres dit incident als een aanleiding zien om opnieuw als verdediger van verdrukte christenen in een islamitisch land op te treden. Het irriteert Egyptenaren dat door dit incident Egypte in een kwaad daglicht komt te staan.

Niet alle Egyptische bisschoppen zijn gelukkig met het optreden van kloosterbisschop Justus. Zij steunen zijn protest tegen het gebruik van geweld, maar vinden dat zijn wijze van optreden schade aanricht aan het respect voor religieuze opvattingen.