Ernstige vragen
2 Kronieken 30:8b
„Geeft den Heere de hand en kom tot Zijn heiligdom.”
Ik raad u aan om niet overhaast en zorgeloos tot het avondmaal des Heeren te komen, zoals toen in uw vroege jeugd fatsoenshalve naar de kerk ging.
Nu wil ik u brengen tot een diepe overtuiging van uw plicht en van uw belang. Ik bid u ernstig bezig te zijn met uw ziel en met de eeuwigheid, bedachtzaam en met een vaste beslistheid, opdat u uzelf met de Heere moogt verenigen in een eeuwig verbond.
Komt dan en verzegelt dit verbond aan Zijn tafel. U bent nu op een keerpunt in uw leven gekomen om een keuze te doen voor het leven. Ik bid u om Christus’ wil en ter wille van uw kostelijke ziel dat u zich nu tot God wendt, voor Hem een keuze maakt en uw aangezicht hemelwaarts richt.
Bent u niet door de doop de Heere opgedragen? Is uw doop niet uw eer en uw troost? Op deze vragen moet u bevestigend antwoorden. U bent echter die eer onwaardig, en ook die troost, indien u nalaat te doen tot uw zaligheid hetgeen u krachtens uw doop verplicht bent. U kunt niets ter verontschuldiging aanvoeren, want de betekenis van de doop is u niet onbekend.
Matthew Henry (1662-1714) (”Aan Zijn tafel”)