Weinig resultaat op WTO-top Cancun
Bij de onderhandelingen over verdere liberalisering van de wereldhandel is donderdag nauwelijks vooruitgang geboekt. In het Mexicaanse Cancun bleven de Europese Unie en de Verenigde Staten lijnrecht tegenover de ontwikkelingslanden staan.
Over het belangrijkste onderwerp, de landbouw, zijn de onderhandelingen nog niet eens begonnen door onenigheid over de wijze waarop die gevoerd moeten worden. Minister Brinkhorst van Economische Zaken noemde dat donderdag „zeer zorgelijk.”
„De klok tikt”, zo hield Brinkhorst de 146 lidstaten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) voor in een toespraak. De WTO heeft nu nog drie dagen om het wereldhandelsoverleg alsnog tot een succes te maken.
Een woordvoerder van de WTO zei dat de meeste lidstaten een „spelletje poker” spelen. Pas als een grote speler gaat schuiven, zullen anderen dat ook doen. De onderhandelingen worden bemoeilijkt doordat grote ontwikkelingslanden een belangrijkere plek binnen de handelsorganisatie opeisen.
„We hebben te veel jaren gewacht om de tekortkomingen van voorgaande onderhandelingsrondes aan te pakken”, verwoordde de Braziliaanse minister van Buitenlandse Zaken, Cello Amorite, de onvrede. Brazilië wordt onder meer gesteund door India en China.
Deze aanstormende landen in de internationale handelspolitiek leiden de zogenoemde G-21, een groep van 21 ontwikkelingslanden. Zij hebben ingezet op een radicale liberalisering van de handel in landbouwproducten. Een gezamenlijk Amerikaans-Europees voorstel, dat is bedoeld als raamwerk voor een WTO-breed akkoord, is tot dusver resoluut van tafel geveegd omdat dat nog altijd een belangrijk deel van de subsidiepolitiek in de handelsgrootmachten overeind houdt.
Volgens Brinkhorst, die tevens een van de vice-voorzitters is van de WTO-bijeenkomst, willen de grote ontwikkelingslanden geen wereld die door de VS en de EU wordt gedomineerd. „Dit is versterkt door het unilateralisme van de VS inzake Irak”, aldus de minister.
Brinkhorst wees net als de Amerikanen op de grote verdeeldheid binnen de G-21. Brazilië heeft in de landbouwsector veel meer belang bij meer vrijhandel dan bijvoorbeeld India, dat vooral een protectionistisch beleid voert. Wat beide landen echter bindt, is de strijd tegen de EU en de VS.
De machtspolitiek over landbouw houdt de overige onderhandelingen in de houdgreep. Zolang er op dit onderwerp geen vooruitgang is, blijven akkoorden over bijvoorbeeld lagere invoerrechten voor industrieproducten ook uit. De inzet van de EU om internationale regels voor investeringen, concurrentiebeleid en eenvoudigere douaneprocedures overeen te komen, lijkt eveneens vergeefs. Zestien ontwikkelingslanden lieten donderdag gezamenlijk weten niets daarin te zien.