De inkoopmanagersindex kwam voor de dienstensector uit op 46. Ook voor de industrie stond de index op 46. Een stand onder de 50 duidt op krimp, daarboven op groei. Economen hadden voor september gemiddeld rekening gehouden met een stand van 45,5 voor de industrie en 47,5 voor de dienstensector.

De krimp was voor de industrie wel iets gematigder dan in augustus, toen de index uitkwam op 45,1. Voor de dienstensector, waarvoor de index in augustus op 47,2 stond, was de krimp wel iets sterker.

De gezamenlijke index voor beide sectoren daalde eveneens ten opzichte van augustus. Economen van ING noemden dat donderdag „een onprettige verrassing”. De verdere krimp in met name de dienstensector wijst er volgens hen op dat de bezuinigingen in de landen van de eurozone een wissel trekken op de binnenlandse bestedingen.

„De PMI-cijfers bevestigen dat de eurozone in een recessie blijft steken, ondanks voorzichtige tekenen van stabilisatie in Duitsland”, aldus ING. Eerder donderdag kwamen PMI-cijfers voor onder meer Duitsland naar buiten, waaruit bleek dat de dienstensector daar in september licht was gegroeid. Volgens de bank valt alleen maar te hopen dat het verbeterde sentiment op de financiële markten de stemming in de reële economie ook doet verbeteren.

ABN Amro is een fractie optimistischer en ziet in de verbeterde Duitse index een lichtpuntje. De verdere afname van de financiële risico’s in de eurozone zou volgens ABN Amro in de komende maanden ook een positief effect op de PMI-indices moeten krijgen.