Kerk & religie

Oude profetieën komen tot leven in crisistijd

VEENENDAAL – In tijden waarin de wereldgeschiedenis in crisis is, komen oude profetieën tot leven. Hoe kunnen we onheils- en heilsprofetieën dan doortrekken? Dr. M. J. Paul: „Jesaja geeft ons geen totaalplaatje, maar we worden wel geroepen om zijn boodschap ook voor nu ter harte te nemen.”

Van een medewerker
15 September 2012 17:12Gewijzigd op 14 November 2020 23:11
Foto Cees-Jan Smits
Foto Cees-Jan Smits

Het Centrum voor Bijbelonderzoek organiseerde zaterdag in Veenendaal zijn achtste symposium naar aanleiding van de verschijning van een nieuw deel van de Studiebijbel Oude Testament (SBOT), over Hooglied en Jesaja. Voor volgend jaar staat een deel over Jeremia en Klaagliederen gepland, daarna volgen nog een deel over Ezechiël en Daniël en over de kleine profeten en is de serie, waaraan samen met de delen over het Nieuwe Testament dertig jaar werd gewerkt, afgerond.

Thema van het symposium was dit keer „toekomstverwachting”. Dat leverde onder de ruim honderd aanwezigen veel vragen op over onder andere de aard van profetie, „meervoudige vervulling” en de toekomst van Israël. Dr. M. J. Paul, oudtestamenticus aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) en als redacteur bij de serie betrokken, hoopte dat de Studiebijbel voor het Oude Testament zou helpen licht te werpen op dit soort kwesties: „Bij allerlei discussies over het duizendjarig rijk en dergelijke wordt vaak gefocust op losse woordjes uit bijvoorbeeld Romeinen 9 tot 11. Volgens ons heeft Paulus daar echter bijna niets nieuws gezegd ten opzicht van al de profetieën in het Oude Testament. Het belang daarvan hebben we ook in dit nieuwe deel weer voor het voetlicht willen brengen.”

Dr. Paul nam een fors deel van het werk aan het bijbelboek Jesaja voor zijn rekening en pleitte –net als zijn Edese collega drs. M. A. Buitink-Heijblom in commentaarreeks De Brug– voor eenheid van het boek en een vroege datering. „Wij hebben ons als redactie niet kunnen voorstellen dat er een boek heeft bestaan dat een punt zette bij de wegvoering in hoofdstuk 39, terwijl in eerdere hoofdstukken ook heil wordt aangekondigd.” Jesaja geeft volgens de oudtestamenticus een „veelzijdig beeld van de Verlosser”, met gedeelten over de Messias als Kind, als Koning en als Knecht.

Musicus Eelco Vos belichtte in een bijdrage hoe het boek Hooglied in de muziekgeschiedenis is verklankt en liet daarbij onder andere werk van G. P. Palestrina, J.S. Bach, C. Gounod, E. Grieg en R. V. Williams horen. Opvallend was dat de wereldwijde nummer 1 hit uit 1966 ”My Love” van Petula Clark –door de meeste aanwezigen moeiteloos meegezongen– op het Hooglied werd gebaseerd en later licht gewijzigd in de bundel van Youth for Christ werd opgenomen. Vos: „In plaats van „My love” werd het „His love”. De laatste decennia zie je vaker dat diverse liefdesliedjes met alleen deze wijziging in kerken worden overgenomen.”

Drs. C. C. Stavleu, medewerker van de Studiebijbel en predikant uit de Vrije Baptisten Gemeente, stond in een workshop stil bij „de relevantie van onheilsprofetieën toen en nu”. Hoewel die veel in de Bijbel voorkomen, wordt er volgens hem maar weinig mee gedaan in de verkondiging. Een centraal begrip erbij is de dag des Heeren: „Dit is een beslissend keerpunt in de nabije of verre toekomst. Een concrete historische gebeurtenis is de opmaat voor eschatologische gebeurtenissen. Het is een samenhang van onheil en heil, waarbij het laatste woord uiteindelijk toch aan het heil is.”

Voor Israël staat onheil meestal in het kader van zegen en vloek bij het verbond, aldus Stavleu. „Het is het gevolg van voorspelde vervloekingen na ontrouw tegen het verbond. God straft dan om het volk tot Hem te laten terugkeren.” Soms verdwijnt dit „louteringselement” volgens hem echter naar de achtergrond: „In Jeremia 11 loopt het uit op definitieve verbondsbreuk. Dan is er een nieuwe situatie en komt ook de belofte van nieuw ingrijpen van Gods kant: in het hart.”

Onheilsprofetieën tegen de volken zijn daarentegen volgens de predikant niet zelden „verkapt heil” voor Israël. „Het betekent de vernietiging van hun vijanden en tegelijk een vermaning om niet op aardse machten, maar alleen op God te vertrouwen.” Dit zou volgens Stavleu actueel doorgetrokken kunnen worden naar een aansporing aan de kerk om niet alles van de Europese Unie (EU) te verwachten. „Niet om op de EU af te geven, maar als we ons vertrouwen op aardse machten stellen is dat een reëel gevaar.”

Stavleu: „We leven in een tijd waar je van huivert, ook wat betreft de kerk. Maar bezien vanuit de Schrift mogen we toch geloven dat het onheil dat we beleven de opmaat is voor een nieuwe wereld. Het wordt niet beter, God levert ons over aan onze zonden. Maar er komt een moment dat de wereld God zal erkennen en dan zullen ook de volken delen in Zijn vrede.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer