Opinie

Jezus veel meer dan antwoord op vragen moslims over drie-eenheid

Is de drie-eenheid wel uit te leggen aan moslims?

15 September 2012 09:03Gewijzigd op 14 November 2020 23:11
Ds. C. Rentier Foto RD
Ds. C. Rentier Foto RD

De drie-eenheid is het prominentste kritiekpunt van moslims op het christelijke geloof. Het is ook het onderwerp waarover christenen zelf het meest onzeker zijn. De meesten die onder invloed van moslims de kerk verlaten, noemen dit als element van het christelijke geloof waarmee ze moeite hebben gekregen. Veel meer dan bijvoorbeeld het verwijt van islamitische zijde dat de Bijbeltekst vervalst zou zijn of de gedachte dat Jezus niet gekruisigd zou zijn; waar maar weinig christenen van onder de indruk raken.

Meestal komen moslims niet meer met de suggestie van de Koran dat christenen naast God Jezus en Maria als goden vereren, een soort godenfamilie. De discussies op internet en in concrete ontmoetingen spitsen zich toe op de vraag of Jezus als God vereerd mag en moet worden. Zo is het bij de totstandkoming van deze belijdenis in de Vroege Kerk ook gegaan. Toen men besefte dat Jezus gelijke eer behoorde te krijgen als de Vader, volgde –vooral op grond van de doopopdracht– de conclusie dat we ook de Heilige Geest gelijke eer als de Vader en de Zoon behoren te geven. Wanneer moslims, ondanks hun verwijt dat de Bijbel vervalst is, er Bijbelteksten bijhalen, probeer ik hen te bemoedigen verder te lezen dan de losse teksten, in het verlangen dat ze geboeid raken door het Evangelie.

Belangrijke vraag

De vraag of God een drie-eenheid is, is belangrijk. Niet de term, maar de inhoud, want het gaat over de kern van Wie God is en wat Hij doet. Het is ook niet iets waarvoor christenen zich hoeven te schamen tegenover moslims. De leer van de drie-eenheid is geen wiskundige berekening over God, maar heeft te maken met het mooiste wat we over God kunnen zeggen. Namelijk dat God de eenheid is van de liefdesgemeenschap van de Vader, de Zoon en de Geest. Over die eenheid heeft Jezus het voortdurend in de evangeliën. Zo zegt Jezus nadrukkelijk dat Hij al vóór de schepping van de wereld bij de Vader was in diens goddelijke glorie (Joh. 17:5). Geen van de drie doet iets zonder de anderen samen.

Vaak zeggen moslims tegen mij: „Als Jezus God zou zijn, waarom heeft Hij dan nergens duidelijk gezegd: „Ik ben God, aanbid Mij”?” Daarmee laten ze zien hoe optimistisch ze zijn dat mensen God wel van harte willen dienen, wanneer Hij zoals veel aardse despoten Zijn eer zou opeisen. Jezus heeft duidelijk gemaakt dat wanneer Hij straks terugkomt, niemand zal twijfelen aan zijn almacht en Hem zal zien zitten op de troon van God. Bij zijn eerste verschijning legt Hij echter vrijwillig zijn glorie af en dient Hij ons en draagt Hij onze zonde.

Eer van de Vader

Dat is zeker voor iemand uit de oosterse cultuur moeilijk te aanvaarden. „Kan God moe zijn, naar het toilet moeten, of zelfs sterven?” zo lees je regelmatig als vraag van moslims op internet. Natuurlijk was de hemel niet leeg toen Jezus op aarde kwam en is God ook niet even gestopt om God te zijn. Ook de Koran vermeldt immers dat Mozes een vuur zag, maar dat toen hij dichterbij kwam de stem van God klonk die zei: „Ik ben het.” Zo kan het levende Woord van God een menselijke gestalte aannemen en als gehoorzame Zoon voor ons door de dood gaan en tegelijk met de Vader en de Geest Heerser over de kosmos blijven.

Jezus zocht niet Zijn eigen eer bij Zijn verschijning op aarde, maar die van Zijn Vader in de hemel, ook in diens God-zijn (hoe verwarrend dat voor moslims ook is). In de eerste plaats omdat Hij in Zijn mens-zijn ons liet zien hoe ons leven moet zijn (plaatsvervangend). In de tweede plaats omdat Hij van eeuwigheid de eer van de Vader zoekt en niets los van Hem doet. Omgekeerd eren de Vader en de Geest de Zoon. Daarom klinkt er op belangrijke momenten een stem uit de hemel die Jezus eert en legt de Vader het oordeel van de wereld in handen van de Zoon (Joh. 5), opdat alle knie zich voor Hem zal buigen (Fil. 2). Onze moeite met Jezus dat Hij niet voor Zijn eigen eer opkomt, demonstreert onze eigen zondige natuur: Wij zoeken juist onszelf en (h)erkennen daarom God niet.

Jezus zocht Zijn eigen eer niet, maar ontkende niet dat Hij aanspraak maakte op de autoriteit van God. Jezus betrekt teksten uit het Oude Testament die over God gaan op Zichzelf en stelt dat Hem (er)kennen gelijkstaat aan God (er)kennen. Jezus claimt de autoriteit om zonden te kunnen vergeven. Als de mensen dit als godslastering afwijzen, bevestigt Jezus dat Hij hetzelfde gezag als God heeft door de genezing van de verlamde (Mark. 2:1-12). De oudste geschriften van het Nieuwe Testament zijn de brieven van Paulus. Daarin wordt Jezus onbekommerd als God aanbeden (Rom. 9:5, Fil. 2, Tit. 2:13). Het is kennelijk niet eens een punt van discussie. In de aanhef van de meeste brieven worden de Vader en de Zoon op één lijn gezet.

Overweldigend

We moeten in gesprekken met moslims niet krampachtig proberen bij elke tekst waar Jezus Zoon van God wordt genoemd, Zijn goddelijkheid te betrekken. Die uitdrukking wordt inderdaad in het Oude Testament ook voor mensen gebruikt die Gods beeld dienen te weerspiegelen ten dienste van anderen. Uit het geheel van Jezus’ optreden blijkt echter dat Hij vervult waarin wij tekortschieten, omdat Hij op een unieke manier met de Vader verbonden is die niet gelijk is aan onze verhouding tot de Vader.

Ik ken weinig christenen met een moslimachtergrond waarbij een rationele uitleg van de drie-eenheid een grote rol speelde bij hun bekering. Het vergaat hun vaak net zo als Thomas. Ze stellen kritische vragen. Dat mag, en die moeten we geduldig beantwoorden. Maar als ze Jezus ontmoeten, blijkt Hij overweldigend veel meer te zijn dan het antwoord op de vragen die ze hadden, zodat ze niet anders kunnen dan Hem aanbidden. Mijn eerste vraag aan moslims is of ook zij geloven dat wij God alleen maar kunnen kennen als we openstaan voor Zijn openbaring. Als we op grond van onze eigen redeneringen bij voorbaat uitsluiten wat God wel en niet kan zijn en doen, is God niet meer dan een dood filosofisch begrip. God leren kennen, begint met luisteren, onze hoogmoed afleggen, onze schuld belijden en in genade tot Hem omkeren.

Ds. C. W. Rentier, predikant-directeur van de stichting Evangelie & Moslims. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl

Verder lezen over dit onderwerp

Colin Chapman, Kruis en halve maan, Amsterdam 2003.

Marten de Vries en Gert-Jan Segers, Wat christenen geloven en moslims niet begrijpen, Zoetermeer 2012.

Miroslaf Volf, Allah, Franeker 2012.

Mark Beaumont, Christology in Dialogue with Muslims, A critical Analysis of Christian Presentations of Christ for Muslims from the Ninth and Twentieth Centuries, Eugene 2005. (Biedt een uitgebreide bespreking.)

Carlos Madrigal, Explaining the Trinity to Muslims, Istanbul/Barcelona 2011.

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer