Commentaar: Christelijke politiek zeer bescheiden, na één generatie
Eén ding is deze week in ieder geval duidelijk geworden. De christelijke politiek rest nog maar een bescheiden plaats. Weliswaar wist iedereen wel dat het die kant op ging, maar het blijft desondanks verbijsterend. Vooral als men zich even realiseert wat er in een halve eeuw is gebeurd.
Hadden de confessionele partijen in 1963 nog 80 zetels en een onbetwiste meerderheid in de Kamer, deze week kwamen ze met hun drieën niet verder dan 21 zetels. Dat is een teruggang van bijna 75 procent.
Orthodoxe christenen zullen al snel aanvoeren dat dit verlies zich vooral manifesteert bij het CDA, dat voor een belangrijk deel steunt op mensen met beperkte binding aan het christelijk geloof. Feit is wel dat het aantal mensen dat in het politiek handelen wil rekenen met de Bijbel sterk is afgenomen. En dat in één generatie!
Met name dat laatste is ontstellend. Daar waar de grootouders nog uit volle overtuiging kozen voor de Bijbel als kompas voor het politiek en maatschappelijk handelen, zijn hun kleinkinderen volstrekt geseculariseerd. Dat toont aan dat het verval en de ontkerstening in minder dan vijftig jaar voltrokken kan zijn.
Theologen, historici en sociologen zijn het erover eens dat de wissel feitelijk al is omgezet in de jaren zestig, toen de grootouders van nu aan het begin van hun werkzame leven stonden. Door vragen te gaan stellen bij oude grens tussen kerk en wereld en door zich langzamerhand los te weken van het christelijke levenspatroon begon een losmakingsproces. Het gezag en de relevantie van de Bijbel werden eerst schoorvoetend, later vrijmoedig ter discussie gesteld. En daarmee kwam de christelijke levensovertuiging op losse schroeven te staan.
Het resultaat van die ontwikkeling is deze week zichtbaar geworden, als het gaat om de christelijke politiek. Eerder was die er duidelijk geworden op terrein van kerkbezoek en lidmaatschap van kerken. De conclusie is dat Nederland in rap tempo van een natie met een christelijke signatuur seculier is geworden.
Het bekende gezegde: „Een schip op strand is een baken in zee”, geldt ook hier. Orthodoxe christenen moeten niet denken dat de ontwikkelingen aan hen persoonlijk en hun kring voorbijgaan. Ook zij en hun kinderen worden beïnvloed door de tijdgeest. Dat maant tot getrouwheid en voorzichtigheid als het gaat om het bewaren van het pand. Beslissingen die nu genomen worden, hebben hun effecten op het navolgende geslacht. En op het daarop volgende…
Is het dan allemaal hopeloos? Dat niet. Waar mensen ontrouw worden, kan God Zijn trouw betonen. Van het tienstammenrijk in het Oude Testament bleef niets over. De stammen vervielen tot het heidendom en leken op den duur van de aardbodem te zijn verdwenen.
De grens tussen kerk en wereld was geheel verdwenen. De tien stammen waren niet meer herkenbaar als afgezonderd volk. Hoe troostvol is het dan dat in Openbaring 7 wordt gemeld dat er onder de 144.000 gezaligden voor de troon van God uit elk van die tien stammen weer duizenden gevonden worden. Waar mensen God verlaten, wil Hij Zijn touw betonen. Ondanks alle verval is er hoop.