Consument

Pup Luca buitelt, hapt en helpt

Pup Luca is twintig weken. Hij is een shih tzu, een langharig gezelschapshondenras, van oorsprong afkomstig uit Tibet. Klein verslag van het leven met een pup in huis.

Jolanda Driesse
14 September 2012 16:20Gewijzigd op 14 November 2020 23:10
Pup Luca. Foto Jolanda Driesse
Pup Luca. Foto Jolanda Driesse

Het baasje van een vermoeide hond die duidelijk op leeftijd is zegt: „Geniet maar van ’m.” Pup Luca is net vol enthousiasme door dieproze, met zorg opgekweekte dahlia’s gestruind om de man een uitbundige begroeting te geven.

Een blik op de levenslustig buitelende Luca, die voldoende energie heeft om al happend met zijn minitandjes achter elke vlinder aan te rennen, maakt het bijna onvoorstelbaar dat de fase ”oude hond die niet wil lopen” ook voor hem eens aanbreekt.

Terwijl zijn leeftijd nog in weken wordt geteld, zien we hem groeien als kool. Dat is vooral te merken aan het miniformaat bench. Waar pasgeleden nog een zwart hoopje hond in een hoekje lag, is nu een goedgevuld onderkomen zichtbaar met een vanwege ruimtegebrek overdwars liggende hond. Het hokje is nog maar koud uitgepakt of er moet een nieuw exemplaar komen, zo veel is duidelijk. „Het voordeel van een wat kleinere bench is dat de pup zijn behoefte er niet in doet, honden hebben er een hekel aan om in hun eigen plasje te liggen”, klonk het advies in de dierenwinkel.

Als je het huis enigszins op orde wilt houden, is het een geruststelling te weten dat Luca af en toe even achter slot en grendel kan. Dit tot grote verontwaardiging van hemzelf: hij wil immers alleen maar helpen. Elke stofzuigbeurt is een ware veldslag met een pup in de buurt. Hij beschouwt het als zijn persoonlijke taak het grommende en blazende onding te bestrijden door er fiks naar te blaffen en de stofzuigermond te besluipen. Klaar voor de aanval.

Dan maar stoffen… Dat is meneer helemaal te dol. Met reuzensprongen probeert hij me te weerhouden van zo veel huishoudelijke ijver door in de stofdoek te happen.

Bij de vaatwasser uitruimen helpt hij ook graag een handje, zij het van de wal in de sloot, en hij verdwijnt met een pollepel onder de tafel. „Ziezo, de buit is weer binnen”, hoor ik hem tevreden denken. Alles wat op zijn weg komt, probeert hij weg te kapen; plumeaus, sokken, schoenen of kranten, als er maar lekker te knagen of te scheuren valt.

Luca geniet van zijn dagelijkse wandelingen en begroet medeweggebruikers met ontroerend enthousiasme. Peinzend staart hij naar de gemeentewerker die druk bezig is in een openbare groenstrook. Even later is hij dolblij om een koppel eenden te zien, dat zich van schrik snaterend uit de voeten maakt. Overmoedig begroet hij een bedaarde labrador die hem geen blik waardig keurt, zoals het een evenwichtige volwassen hond betaamt – heb ik me laten vertellen door de echte kenners van de hondenschool.

Hondsmoe was hij van een uitstapje naar Zeeland. De wind in zijn kuifje en kijken maar naar zand, zee, golven en schepen. Het maakte hem stil van nieuwsgierigheid. Vertederde blikken van voorbijgangers neemt hij laconiek in ontvangst, hij geeft hen een minzame lik als dank. De vriendelijke uitbaatster van het koffiehuis heeft een bak water en een hondensnoepje voor hem. Dit compenseert de schrik van zo-even, toen ik met pup op de arm op mijn schouder werd getikt in een warenhuis. „Mevrouw, hier mogen geen honden komen!” Oei, dat is wennen. Het is oppassen als je op stap gaat met een hond. Soms zijn ze niet welkom in een winkel of horecagelegenheid. Maar even vaak ook weer wel. Kwestie van opletten en de bordjes bij de ingang in de gaten houden.

Het weggaan met een pup is ook zoiets. Een volksverhuizing is er niks bij. Hebben we alles? Riem, water, voer, bench, hondensnoepjes, dekentje en knuffel? Het lijkt wel een uitstapje met een peuter. Eindelijk onderweg klinkt het vanaf de achterbank: „We zijn z’n riempje vergeten!” Onder luid gejank van Luca, die nog niet zo gewend is aan autorijden, begeven we ons puffend naar ons einddoel.

Maar wat wil hij graag mee. Hij kan wel even alleen thuisblijven maar ‘huilt’ tranen met tuiten als een van ons zijn territorium verlaat. De kamerdeur houdt hij nauwlettend in de gaten tot we zijn teruggekeerd van de bovenverdieping of, helemaal om uit je vel te springen voor hem, van buiten. Je hoort hem bijna denken: „Hoe kun je nou zonder mij iets leuks gaan doen?”

De eerste weken van het op apegapen liggen van vermoeidheid door al het nieuwe dat een pup met zich meebrengt liggen achter ons. We leren hem steeds beter kennen en hij ons. Elke nieuwe dag begroet hij met evenveel enthousiasme en hij houdt van alle mensen en dieren. Een grote les van een kleine hond.

Dit is het eerste deel in een drieluik over populaire huisdieren. Over twee weken: Kitten in huis.


Tips

- Schaf een bench aan.

  • Maak het hondje niet te moe. Het lijkt of hij onvermoeibaar is, maar soms laat een pup juist door druk gedrag zien dat hij moe is. Laat hem regelmatig uitrusten in de bench.

  • Zet de pup nadat hij heeft gegeten of geslapen even buiten om zijn behoefte te doen. Prijs hem uitbundig als dat gelukt is.

  • Zorg dat er altijd een keukenrol en sopdoekjes in de buurt zijn. Ongelukjes in huis zijn niet altijd te voorkomen.

  • Bouw de dagelijkse wandeling langzaam op. Pups groeien hard; de gewrichten moeten de eerste tijd niet te zwaar worden belast.

  • Geef speciale puppybrokjes.

  • Volg een puppycursus. De pup leert daar contact leggen met andere honden en vreemde mensen. En de houder van de hondenschool heeft over het algemeen veel praktische tips voor kersverse baasjes in petto.

  • Lees boeken. Een handig naslagwerk is bijvoorbeeld ”Een puppy in huis” van Martin Gaus (ISBN 978 90 5210 596 3).


Cijfers

In Nederland leven zo’n 1,5 miljoen honden. Meer dan de helft (59 procent) van de Nederlandse gezinnen heeft een huisdier. De meeste ‘hondenhuishoudens’ hebben één hond (80 procent). Van de honden komt 44 procent bij een fokker vandaan; de overige 56 procent is afkomstig van particulieren, dierenasiels en de handel (zoals internethandelaren). Jaarlijks geeft een huishouden gemiddeld 270 euro uit aan voeding en verzorging van hun huisdier, blijkt uit het rapport ”Feiten en cijfers gezelschapsdierensector 2011”. Volgens de werkgroep die dit rapport samenstelde, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, neemt het aantal gezelschapsdieren in Nederland de laatste jaren af. De economische situatie en de verdere verstedelijking zouden daar debet aan zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer