Ds. T. van ’t Veld: Christen moet dienen meer in praktijk brengen
EDE – In zijn kleine studeerkamer staat een replica op schaal van de dorpskerk van Den Bommel. Door de ramen heen van het bouwwerk zie je het orgel en de blauwgrijze tegels. Ds. T. van ’t Veld maakte de houten miniatuurkerk zelf, in 1500 uur verspreid over 18 jaar. „Ik werkte eraan op woensdagmiddagen. Dan was ik op donderdag weer helemaal fris.”
De bouw van de miniatuurkerk weerhield de hervormde emeritus predikant uit Ede, die op 9 september 50 jaar in het ambt stond, niet van inspanningen in het ambtelijke leven. Naast zijn gewone predikantswerk was hij jarenlang bestuurslid van de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond (HGJB), scriba van de classis Ede, medewerker van het evangelisatieblad Echo, dovenpastor en schrijver van boeken en catechesemateriaal.
Aanvankelijk zag het er niet naar uit dat ds. Van ’t Veld predikant zou worden. Hij werd in 1931 geboren in Appel, een buurtschap tussen Barneveld en Nijkerk. De boerenzoon was de oudste van acht kinderen en moest hard meewerken op de kleine boerderij.
De roeping tot het predikantschap, die hij al jong ervoer, kwam op zijn twintigste zo sterk naar voren dat hij besloot te gaan leren. Eerst de vooropleiding, daarna de theologische studie. Zo kwam hij weer in de schoolbanken terecht.
Op zijn 31e was hij afgestudeerd en nam hij een beroep aan naar Den Bommel op Goeree-Overflakkee, nu precies vijftig jaar geleden. „Ik had er jaren naar uitgekeken. Het was een gebedsverhoring”, zegt hij nu, terwijl zijn ogen blijven rusten op de kerk in zijn studeerkamer. Na Den Bommel volgden Waddinxveen (1967) en Ede (1973). In 1993 ging hij met emeritaat.
Daarna bleef hij in Ede wonen en bleef hij actief als dovenpastor. „Dat ben ik tot een paar jaar geleden blijven doen. In totaal heb ik in 33 jaar tijd 330 dovendiensten mogen leiden.” Hij ging tot zo’n anderhalf jaar geleden als visitator bij de gemeenten langs om te horen hoe het er voorstond. Preken deed hij tot vorig jaar. „In totaal heb ik in mijn leven 4770 diensten geleid”, zegt de predikant, die wel een beetje moeite met het lichaam krijgt maar niet met zijn hoofd.
Catechesemethode
Met schrijven en met zijn werk voor de historische vereniging Ede is hij nog niet gestopt. Bekendheid kreeg hij door het schrijven van de catechesemethode ”Samen luisteren”, die eerst alleen voor zijn eigen catechisanten bestemd was. Vanwege de vraag ernaar uit het hele land nam hij een uitgever in de arm. „Het uitgangspunt van de methode was om samen te luisteren naar het Woord van God, naar elkaar en naar de stemmen om ons heen. Tijdens de catechisaties luisterde ik naar de verhalen van de catechisanten en vervolgens zei ik: „Dan doen we nu de Bijbel open.” Ze luisterden.”
Ds. Van ’t Veld is niet somber over de jeugd. „In notulen die ik doorgenomen heb, las ik dat jongeren vroeger zaten te kaarten op de galerij. Die klacht ben ik na de Tweede Wereldoorlog niet meer tegengekomen. Jongelui die vroeger tijdens de catechisatie niet al te geïnteresseerd waren en aan wie ik gewanhoopt heb, zitten nu in de kerkenraad. Ik zie op zondag een groep van zo’n veertig jongeren de kerk binnenkomen. Onder hen zijn erbij van wie de ouders niet naar de kerk gaan. De Heere gaat door met Zijn werk.”
Afgeleerd
De jubilerende predikant heeft het afgeleerd om te somberen over deze tijd en het verleden te verheerlijken. Tijdens het schrijven van de kerkgeschiedenis van Ede, die in vier delen is uitgekomen, ontdekt hij dat er in het verleden veel verkeerd gegaan is en dat de Heere toch doorgaat, ondanks „dat het materiaal niet eerste klas is. Dat geeft me troost. Ik ben ook niet volmaakt.”
Hij noemt de Edese predikant Jakobus van der Nieburg uit de achttiende eeuw, die werd afgezet wegens dronkenschap. Ook de naam van ds. Joh. van der Poel, de bekende oud gereformeerde predikant, komt voorbij. „Hij was een begaafde man die kon relativeren en dingen oploste met humor voordat ze onoplosbaar werden. Hij was een samenbindende figuur in zijn kerkverband. We waren tegelijk predikant in Ede. Ik kwam hem weleens tegen in het ziekenhuis, maar jammer genoeg heb ik geen contact met hem gehad.”
De predikant, die aan de rand van het winkelcentrum van Ede woont, houdt zijn ogen goed open en constateert dat we in een andere tijd verzeild geraakt zijn. „Er ontstaat een verhardende samenleving waarin de mensen elkaar niet in hun waarde kunnen laten en waarin niet dienen maar heersen het belangrijkste is.”
Christenen blijken ook wat dit betreft vaak kinderen van hun tijd te zijn, constateert ds. Van ’t Veld. „Die houding heeft zijn weerslag op de kerk. Bij de meeste kerkelijke conflicten gaat het om mensen die willen heersen. Dat was niet de houding van Jezus. Hij wilde dienen en waste de vuile voeten van Petrus. „Leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart”, zei Hij. Christenen zouden dat dienen meer in de praktijk moeten brengen.”