Open Doors leert van vervolgde kerk: Predikant 7x24 uur beschikbaar
ERMELO – „Predikant zijn betekent dag en nacht beschikbaar zijn voor de gemeente.” Deze les heeft ds. Ron van der Spoel geleerd van de vervolgde kerk. Wat hem betreft, geldt deze eis niet alleen voor pastors in Azië maar ook voor herders in Nederland.
De adjunct-directeur kerk en theologie van Open Doors, een organisatie die opkomt voor vervolgde christenen wereldwijd, houdt regelmatig trainingen voor vervolgde voorgangers in diverse landen in Azië en Afrika. Daarvoor schreef hij het boek ”Hoed mijn schapen”. Tijdens een interactieve studiedag in Ermelo, woensdag, trok ds. Van der Spoel lessen uit zijn contacten met de vervolgde kerk. Aan de bijeenkomst namen ongeveer veertig voorgangers uit diverse kerken deel.
Een van de geleerde lessen is dat voorgangers van de vervolgde kerk 7 dagen per week, 24 uur per dag, beschikbaar dienen te zijn voor hun gemeenteleden. Ds. Van der Spoel constateerde dat er in Nederland sprake is van een tegengestelde ontwikkeling: de predikant wordt steeds meer een professional met vaste werktijden. Hij vindt dat geen goede ontwikkeling. Een pastor is in zijn visie geen bestuurder of coach, maar herder.
De taak van een predikant, aldus ds. Van der Spoel, is een herder te zijn die de gemeente bij Christus houdt en in de rust brengt. Hij verwees naar Psalm 23, Ezechiël 34 en Johannes 10. Het betekent dat een predikant niet moet denken in arbeidsuren, maar er altijd moet zijn voor de gemeente.
Hij zei te begrijpen dat dit idee in onze maatschappij spanning met zich meebrengt. Predikanten vinden immers dat ze genoeg tijd moeten overhouden voor hun gezin en hun hobby’s om niet opgebrand te raken. „Maar daarmee hoef je bij de vervolgde kerk niet aan te komen.” Ook als het moeilijk is, dient een predikant er te zijn. „Hij moet de klappen opvangen, zoals Jezus deed, en zich niet terugtrekken op zijn studeerkamer als het lastig wordt. Het is onvermijdelijk dat een pastor lijdt aan het optrekken met de gemeente, omdat het leiden van mensen altijd moeilijk is, maar hij is wel verantwoordelijk voor hun zielenheil.”
Vermoeidheid is het grootste probleem waarmee een herder die altijd voor zijn kudde klaarstaat te maken krijgt, gaf ds. Van der Spoel aan. „Als je pastor bent geworden om een comfortabel leven te hebben, zit je verkeerd. Hij krijgt te maken met het helpen helen van gebrokenheid en het oplossen van conflictsituaties, waar hij moe van wordt. Leiden kan niet zonder lijden. Een goede herder is vaak een vermoeide herder. De les die wij kunnen leren van de vervolgde kerk is dat de kerk van het Westen niet zo bang moet zijn voor het lijden.” Hij pleitte voor aandacht hiervoor tijdens de opleiding.
Hoe houdt een predikant het vol? Ds. Van der Spoel: „De enige manier om het vol te houden is de wetenschap dat je ertoe geroepen bent. Je kunt het werk alleen maar blijven doen als je weet dat God je daar hebben wil, conflict of niet. De roeping op die bepaalde plaats stopt pas als er een roeping komt om naar elders te gaan.”
Ds. Van der Spoel, die steeds meer hecht aan de titel ”ds.” voor zijn naam, is momenteel onder leiding van prof. dr. Eddy van der Borght bezig met een promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam naar de identiteit en de rol van de pastor in de context van de vervolging. Zijn boek gaat heten ”De lijdende knecht”.