Pauselijke pronk „niet alleen leeg vertoon”
Mocht koningin Beatrix soms hebben gedacht dat pracht en praal alleen aan een wereldlijk vorst toebehoren, voortaan weet zij beter.
Woensdag opende de majesteit in het Museum Catharijneconvent in Utrecht de expositie ”Pracht en Praal van de Paus. Schatten uit het Vaticaan”, in tegenwoordigheid van kardinaal Simonis en de aartsbisschop van de Sint-Pieter, monseigneur Marchisano.
Aartsbisschop Francesco Marchisano is niet de eerste de beste in Rome. Hij zou op de nominatie staan om kardinaal te worden. Bovendien is hij een goede vriend van paus Johannes Paulus II. Hij las weonsdag een brief voor waarin de paus het Catharijneconvent feliciteert.
Het had overigens maar een haar gescheeld of museumdirecteur Van den Hout had er tijdens de voorbereidingen de brui aan gegeven. Hij was bijna stukgelopen op de bureaucratie en kwam half in tranen uit Rome terug. Marchisano bleek de ’reddende engel’. Als voorzitter van de Pauselijke Commissie voor Cultureel Erfgoed van de Kerk zorgde hij ervoor dat de pracht en praal uit de pauselijke sacristie naar Utrecht konden worden getransporteerd.
Het Museum Catharijneconvent herdenkt met de tentoonstelling dat Pius IX in 1853 voor het eerst sinds lange tijd weer bisschoppen in Nederland benoemde. Daarmee herstelde hij de kerkelijke structuur. Het is voor het eerst dat het Vaticaan de honderd in de domstad geëxposeerde stukken uitleent. Het zijn er nogal wat. Symbolen, macht, politiek en religie, dat zijn de sleutelwoorden bij de tentoonstelling, die tot en met 30 november is te zien.
Tiara’s, mijters, ringen en schoenen, handschoenen, sierspelden, kruisen en fistula (een rietje waarmee de paus vroeger de wijn tijdens de mis dronk) - een oogverblindend geheel. De ring van de nog steeds omstreden paus Pius XII (1939-1958) en de lamp uit het jubeljaar 2000. Neem de mijter van paus Leo XII: diamant, smaragd, saffier, robijn, amethisten, topaas, email en gouddraad verluchtigen het gewaad.
Nog veel meer: een pontificaal schoenenpaar uit het begin van de 20e eeuw van groene stof met goudweefsel. Twee echte kostuums van de Zwitserse Garde naast de indrukwekkende gewaden van geheime kamerheren en prelaten. Een wijwateremmer, een ampullenset, een wierookvat, een wierookschepje, een hostiedoos, een kazuifel, een reliekhouder, en een baksteen van de heilige deur van goudgekleurd terracotta. Allemaal voorwerpen die de protestantse traditie niet kent.
Verder zijn er de voorwerpen die tijdens de pausmis een rol spelen: de kelk, de corporale en het kelkdoekje, een ciborie (een kelk waarin de hosties die overblijven van de mis worden bewaard), een evangelieboek van Johannes Paulus II en gregoriaanse muziek. De pantoffel van Leo XIII is er ook - kardinalen kusten de pauselijke wang, bisschoppen de knie en de abten de voet… Brokaat, goud, edelstenen, sierstenen en ga zo maar door.
Symbolen van de macht van de pausen die „niet alleen dienen voor leeg vertoon, maar ook nog ergens voor staan en een betekenis hebben”, aldus Van den Hout. Om de bezoeker met deze uitgestalde pracht niet al te zeer af te schrikken, is er aandacht voor de versobering die het Tweede Vaticaanse Concilie van 1962-1965 inzette. En daarom staat in Utrecht de neptiara van Paulus VI. Nadat hij de echte tiara ten bate van de armen had verkocht, zette hij een kopie op zijn hoofd, totdat hij het in 1964 tijd vond de tiara in te ruilen voor een gewone mijter. De laatste tiara, de echte en de nep, was overigens door de strakke vormgeving modern van glaspasta en kreeg de bijnaam ”de raket”.
Al met al een primeur voor het Utrechtse museum, gevestigd in het hart van de meest rebelse kerkprovincie en ooit ’leverancier’ van een Nederlandse paus, Adrianus. Nee, JP heeft aan zijn schrijven niet toegevoegd dat hij hoopt dat Nederland eens wat vaker naar het Vaticaan luistert. Het Catharijneconvent completeert de expositie met polygoonbeelden van inhuldigingen van pausen en andere plechtigheden, zoals de zegening van het uitgeteerde, dode lichaam van Pius XII, en het meest bekende ritueel: de pauselijke zegen op kerst- en paasmorgen.
De verkiezing en de eerste zegen Urbi et Orbi van Karol Woityla, trekt de aandacht van een evangelische Duitser. „Ik heb nog nooit zo’n charismatische persoon meegemaakt”, zegt hij. De witte rook uit de schoorsteen van de kachel waarin de stembriefjes zijn verbrand had aangegeven dat de bekende woorden „Wij verkondigen u een grote vreugde: wij hebben een paus”, konden worden uitgesproken op het balkon van de Sint-Pieter.