Commentaar: Excellentie, de zorgverzekeraars verwachten u
Dat burgers die zich afvragen welke veranderingen in de gezondheidszorg hun te wachten staan niet alleen naar de politiek moeten kijken, maar vooral naar elders, staat buiten kijf. Afgelopen weekeinde bleek dat opnieuw toen vrijwel alle media melding maakten van een ambitieus toekomstplan van de zorgverzekeraars voor de spoedeisende ziekenhuiszorg.
Kern van het plan is dat elk ziekenhuis, afhankelijk van zijn ligging, capaciteit en beschikbare deskundigheid, ófwel moet inzetten op spoedeisende basiszorg, óf op traumazorg en complexe spoedzorg. De patiënt die deze complexe spoedzorg –neurologie, cardiologie, vaatchirurgie en verloskundige zorg– nodig heeft, moet direct in het ziekenhuis belanden dat deze zorg het beste kan leveren en niet eerst terechtkomen in een ziekenhuis dat daarmee veel minder ervaring heeft, en van waaruit hij vanwege een tekort aan capaciteit of deskundigheid mogelijk alsnog moet worden verplaatst. Ziekenhuizen die deze spoedzorg vervolgens moeten afstoten, behoeven daarvoor dan ook geen peperdure investeringen meer te doen.
Wie in verkiezingsprogramma’s op zoek gaat naar dergelijke voorstellen, zoekt tevergeefs. Rond de zorg gaan de grote politieke partijen het liefst de boer op met een abstract verhaal dat zo weinig mogelijk kiezers afstoot. Bovendien beperken hun programma’s zich veelal tot het opsommen van voorstellen om de zorgkosten anders te verdelen: het hier en daar versoberen van de basisvoorzieningen of het verhogen van de eigen bijdragen, dan wel het introduceren van een nieuw stelsel van inkomensafhankelijke premies in de zorg. Aan voorstellen voor het beteugelen van de stijgende zorgkosten, bijvoorbeeld door de spoedeisende ziekenhuiszorg te reorganiseren, komen zij maar mondjesmaat toe. Qua vindingrijkheid wordt de politiek afgetroefd door zorgverzekeraars.
Dat is natuurlijk geen toeval; in het nieuwe zorgstelsel dat minister Hoogervorst (VVD) in 2006 introduceerde, ligt de regie nu eenmaal meer bij zorgverzekeraars dan bij de overheid. Daar komt bij dat alle ziekenhuizen al sinds 2006 verplicht zijn om aan te schuiven bij het zogeheten regionaal overleg acute zorgketen (ROAZ). Onder leiding van de elf regionale traumacentra, veelal ondergebracht bij grote, academische ziekenhuizen, worden daar afspraken gemaakt over de regionale organisatie van de spoedeisende zorg. De infrastructuur, die nodig is voor het door de zorgverzekeraars voorgestelde overleg, ligt dus al klaar.
De zorgminister die straks aanschuift, is misschien van VVD- en misschien van PvdA-huize, maar moet hoe dan ook afwachten welke zorgcompromissen hij of zij na de formatie in de maag krijgt gesplitst en of de veronderstelde Kamermeerderheid die vereist is om ze uit te voeren, standhoudt. Zorgverzekeraars beletten hun plan verder vorm te geven, ligt hoe dan ook niet op zijn weg. Snel aanschuiven bij het overleg over de spoedeisende ziekenhuiszorg en de publieke randvoorwaarden, zoals de bereikbaarheidsnorm, zo goed mogelijk verdedigen; ziedaar zijn of haar beperkte manoeuvreerruimte. „Excellentie, de zorgverzekeraars verwachten u”; dat wordt na 2012 meer en meer de realiteit.