Het staaigehalte
De scholen zijn weer begonnen. Vooral de zogenaamde kernvakken, rekenen en taal, leggen een grote claim op het geduld en de vrijetijdsbesteding van de schoolgaande jeugd. Om hun een hart onder de riem te steken, wil ik de ouderen een lesje leren. Niet in rekenen, want dat gaat me boven de pet. De volstrekt onnodige recente politieke som van 120 + 10 levert een voor mij werkelijk onbegrijpelijke uitkomst op. Ik zal me richten op taal. Ik heb niet de pretentie de lezer te onderwijzen in grammatica of spelling. Ik wil slechts een nieuw woord introduceren. Het woord ”staai”.
Sleutelbegrip
Nooit van gehoord zeker? Dat dacht ik al. Hopelijk zal dat veranderen. Het is in het landsbelang dat het in politieke kringen snel ingeburgerd raakt. En dat het bij volgende verkiezingen een sleutelbegrip wordt waar politici op afgerekend worden: hoe hoog is het ”staai”-gehalte van de Roemers en de Ruttes van over twee jaar? Hoeveel hebben ze ervan?
Gek eigenlijk dat het nieuw is. Waarom heeft niemand het eerder bedacht? Het is een combinatie van twee woorden, of beter gezegd karaktereigenschappen, die ieder op zichzelf al een sterke lading hebben, maar in combinatie met elkaar onovertrefbaar zijn. En onmisbaar in de politiek.
Staai is een combinatie van de woorden standvastig en taai. Standvastig betekent dat je gelijkmatig bent in voorspoed en tegenslag. Dat je niet opgeeft, maar volhardend bent, trouw aan je missie. Dat je onveranderlijk bent in je opvattingen en duurzaam in het overbrengen van je overtuiging.
Standvastig. Welke politicus wil dat niet zijn? Het betekent dat je integer bent en je niet laat afleiden door de waan van de dag of de stand van de verkiezingsbarometer. Je gaat voor je overtuiging, en niet voor carrière of partijbelang. Zelfs tegenstanders moeten het iedere keer erkennen: nou doet, nou zegt hij het al weer.
Het woord taai ligt veel meer op gevoelsniveau. Het benadrukt een ander aspect van integriteit. Het woordenboek geeft als mogelijke betekenis: veel uithoudings- of weerstandsvermogen bezittend, veel kunnende verdragen.
Het gaat er daarbij niet om wat je zegt op het politieke toneel, of je op tijd je punt kunt maken. Maar om wat je niet zegt, hoe je houding is. Het gaat erom dat iemand zichzelf wegcijfert in het belang van de zaak waarvoor hij staat, welke fiolen van populistische toorn er ook uitgegoten worden. Je komt niet op voor eigenbelang, maar je blijft wijzen op de overtuiging van je partij en van jezelf en draagt deze transparant en eenduidig uit. Ook bij lastige dossiers. Het is toch werkelijk een compliment als je op deze wijze taai genoemd mag worden. Wie heeft immers zichzelf over voor de publieke zaak?
Standvastig en taai. Twee woorden die op zichzelf al veel waarde hebben, maar in combinatie met elkaar de politiek een nieuwe dimensie kunnen verschaffen. Ik wil daar sterk voor pleiten. Zo kan het niet langer. Politici lijken er alleen opuit elkaar pootje te lichten. Vrijwel elke partijleider draagt uit dat hij zichzelf uitnemender acht dan de ander. De gewone man gelooft al lang niet meer in politiek.
Vorige week nog hoorde ik op de radio iemand beweren dat geen enkele politicus betrouwbaar was. Een enkele uitzondering wilde hij maken: Van der Staaij, die was integer. Maar verder…
De doorsnee-Nederlander kan in een tijd van ernstige crisis feitelijk geen keuze maken. Omdat politici met gebonden handen en voeten balanceren tussen partijbelang en kiezersgunst, waardoor echte oplossingen in hun program ontbreken.
Bemoedigen
Hoe moet het verder met dit land? Ik pleit voor de afschaffing van opiniepeilingen en televisiedebatten. Ze focussen slechts op mensen, en niet op overtuigingen. En voor de invoering van een nieuwe norm voor politici: de hoogte van het staaigehalte.
We redden dat niet meer voor 12 september. Nog één keer moet een onwerkbare coalitie gesmeed worden om de problemen voor ons uit te schuiven. Maar dan moet het afgelopen zijn. Aan de volgende verkiezing nemen alleen personen deel met een hoog staaigehalte: standvastig en taai. Trouw aan hun beginselen en bereid persoonlijk veel te verdragen. Elke politicus moet er veel van hebben, maar de staaifactor van de premier mag wat mij betreft de 100 procent benaderen. In zo’n klimaat is het formeren van een kabinet dat zijn tijd volledig zal uitzitten, een fluitje van een cent.
Ik wilde een les geven om jongeren een hart onder de riem te steken. Eerlijk gezegd ging het me er vooral om christenpolitici te bemoedigen. Politici die geroepen zijn te staan in de branding van de tijd. Die klappen krijgen van de seculaire samenleving als ze christelijke waarden en normen uitdragen. Die zomaar verguisd worden als heersende opvattingen schuren met de Bijbel.
Ik pleit ervoor hen hoog te houden. Hen op te dragen in het gebed.
Een christen bidt en werkt. Hij bidt voortdurend voor land en volk. Hij werkt, ook door het uitbrengen van zijn stem, juist op die politici die zijn gebedssteun het meest nodig hebben.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl