Generale diaconale commissie van HHK houdt landelijke toerustingsdag
ELSPEET – Juist in deze crisistijd behoren diakenen alert te zijn op materiële nood. Maar iedere diaken dient te beseffen dat achter de materiële nood een diepere nood schuilgaat, namelijk van de mens die God kwijt is. Te midden van al die gebrokenheid mogen diakenen de nood lenigen en daarbij de genade van God verkondigen.
Dit zei ds. J. Joppe zaterdag tijdens de landelijke toerustingdag voor diakenen. De generale diaconale commissie (GDC) van de Hersteld Hervormde Kerk organiseert dit jaar op twee locaties een toerustingdag voor diakenen. Op de toerustingdag zaterdag in Elspeet waren ongeveer zestig ambtdragers aanwezig. Thema was ”Hoe te dienen in het inzamelen en uitdelen?”
Ds. Joppe, voorzitter van de GDC, hield naar aanleiding van 1 Petrus 4 vers 10 een referaat over ”Dienen als goede rentmeesters”. De predikant van hersteld hervormde gemeente te Woudenberg haalde verschillende Bijbelgedeelten aan waaruit blijkt dat het diakenschap door de Bijbel onder het ”charismata” of ”genadegaven” worden gerekend.
Elke diaken behoort te beseffen dat Gods genade de bron is van de diaconie. Daarom is voor het uitvoeren van het diakenambt het contact met de Heere als de grote Diaken onmisbaar. Juist vanuit die diepe afhankelijkheid met God zal de diaken niet alleen uitdelen aan de minder bedeelden, maar daarbij overeenkomstig de gelegenheid „troostrijke woorden” spreken, dat wil zeggen bij gelegenheid het Woord van God uitdragen.
Ds. Joppe waarschuwde voor het gevaar de kerkvoogdij als de ”nieuwe arme” te beschouwen. Als het diaconale beleid teveel gericht is op het vormen van reserves, dan is dat schadelijk voor de christelijke gemeente, zo vond ds. Joppe. „Het geld waarover de diaconie als rentmeesters mogen beschikken, is alleen bestemd om uit te delen onder de armen en mag niet worden opgepot in grote reserves. Diaconaal geld mag daarom nooit tot dood kapitaal worden, maar moet worden uitgegeven omdat er altijd armen zullen zijn”, aldus de predikant.
De collecte is een wezenlijk onderdeel van de zondagse eredienst, maar de diaconale dienst houdt meer in het inzamelen van geld. Het is ook belangrijk dat de gemeente weet waarvoor de collecte bestemd is.
Handreikingen
Diaken A. P. van Wageningen uit Ede gaf zowel een doordenking van het onderwerp alsook enkele praktische handreikingen. Volgens Van Wageningen geeft het bevestigingsformulier voor diakanen vele handvaten voor verdere praktische invulling. Het is raadzaam dit formulier ook na de bevestiging zowel persoonlijk te herlezen alsook in het college van diakenen.
Beide zijden, zowel het inzamelen als het uitdelen, worden in dit formulier volgens Van Wageningen heel evenwichtig behandeld. „Uiteraard is uitdelen een kerntaak van de diaconie, maar voordat er iets kan worden uitgegeven moet het wel eerst worden ontvangen.”
In dit verband citeerde de diaken een uitspraak die hij ergens was tegengekomen: „De taak van diaken is niet zozeer het vullen van lege handen, alswel het leegmaken van gevulde handen.” Volgens Van Wageningen geeft dit citaat goed weer dat diaconie een zaak van de gehele gemeente is.
Soms wordt de vraag opgeworpen of het nodig is in elke eredienst voor de diaconie te collecteren. Van Wageningen voerde een krachtig pleidooi dit wel te doen. Daarbij diende vooral zondag 38 als bewijsgrond. De catechismus ziet het geven aan de armen in de eredienst als een belangrijk onderdeel van onderhouden van het sabbatsgebod, aldus de diaken. Het hele christelijke leven dient gestempeld te worden door de barmhartigheid, omdat genade immers altijd mededeelzaam maakt.
Om die reden vond Van Wageningen ook dat op elke avondmaalstafel offerschalen behoren te staan. Het vieren van het Heilig Avondmaal en het uitdelen van genadegaven behoren als vanouds bij elkaar.
De spreker ging in zijn lezing in op praktische vragen zoals het opstellen van het collecterooster. In de Hersteld Hervormde Kerk is er een voorschrift dat elke gemeente bijdraagt aan het algemene fonds van de GDC. Die bijdrage is één euro per lid, maar zal in 2013 anderhalve euro worden. In overeenstemming met de medewerkers op het zendingsveld van de HHK worden ook aan diaconale projecten in de derde wereldlanden gegeven.
Van Wageningen toonde zich een tegenstander van het aanleggen van grote reserves. Volgens hem kan iedere gemeente op basis van de uitgaven van de afgelopen vijf jaar, heel goed de hoogte van de reserve vaststellen.
Tenslotte ging hij in op de vraag welke stichtingen wel en welke niet in aanmerking komen voor ondersteuning van de GDC. Hoewel de identiteit van de stichtingen niet onbelangrijk is, maande de spreker tot voorzichtigheid: „Wij moeten niet te snel afschrijven, want de barmhartigheid behoort de hoogste plaats te hebben.”