Uitkomst rechtszaak tegen Nadarkhani lijkt bij voorbaat vast te staan
Hij zou staatsgevaarlijk zijn, moslims willen bekeren tot het christendom en een vijand van de islam zijn. Redenen genoeg om Yusef Nadarkhani te veroordelen tot de strop, meenden Iraanse rechters. Vandaag zit de christelijke voorganger opnieuw in het beklaagdenbankje.
Yusef móét hangen, of hij nu terecht ter dood is veroordeeld of niet. Zo staan de zaken ervoor in Iran, waar de 35-jarige Yusef Nadarkhani, voorganger van een protestants-christelijke huisgemeente, vandaag opnieuw voor de rechter verschijnt. Met een variant op de rechtszaak tegen Barbertje, verwoord door Multatuli in zijn klassieker ”Max Havelaar”, is duidelijk wat de uitkomst van de zitting van vandaag zal zijn. Ongeacht zijn verweer wacht Nadarkhani de strop, een vonnis dat het hooggerechtshof vorig jaar bekrachtigde – tenzij er een wonder gebeurt.
Het is niet aannemelijk dat Iran de protestants-christelijke leider van een huisgemeente vrijlaat of zijn straf vermindert, zegt rechtsgeleerde prof. mr. dr. Afshin Ellian. Hij ontvluchtte zijn geboorteland Iran in 1983, maar volgt nog dagelijks de gang van zaken in het land. De Leidse hoogleraar kan zich opwinden over rechtszaken zoals die tegen Nadarkhani. „Iran is volstrekt geen rechtsstaat. Iedereen die het niet eens is met de regering loopt het risico opgepakt te worden.”
Woordvoerder Klaas Muurling van Open Doors, een organisatie die opkomt voor vervolgde christenen, noemt in het bijzonder de situatie voor christenen in Iran „zorgwekkend.” De laatste jaren trekt de overheid de touwtjes voor deze groep steeds strakker. „De regering ziet met lede ogen aan dat het aantal christenen in ruim tien jaar tijd is verdubbeld. Mensen zijn teleurgesteld in de islamitische revolutie van 1979 en wenden zich daarom tot de christelijke gemeenten.”
Een van de maatregelen om de groei van kerken te remmen, is een vorig jaar ingesteld verbod voor moslims en tot het christendom bekeerde moslims om kerkgebouwen te betreden. Bovendien mag in de kerk alleen nog in het Assyrisch of Armeens gepreekt worden, terwijl de bevolking Farsi spreekt. Muurling: „Dat kun je vergelijken met het verplicht stellen van het Fries als kerktaal in heel Nederland. Kosters moeten daarnaast bij de deur van de kerk iedereen tegenhouden die zich niet kan identificeren als christen.”
Ondanks deze maatregelen en de aanhouding van voorgangers als Nadarkhani blijft de kerk in Iran groeien, aldus Muurling. „Mensen weten heel goed dat een overgang van islam naar christendom grote problemen oplevert en toch maken mensen die overstap. Blijkbaar hebben ze ontdekt hoe waardevol het Evangelie is.”
Zwijgen
Rechtsgeleerde Ellian noemt het „vreselijk” zoals Iran omgaat met religieuze minderheden, zoals christenen, „want over deze laatste groep gaat het in 90 procent van alle gevallen. En zeker zo erg vind ik het dat een groot deel van de westerse wereld zwijgt. Hebt u al een gezamenlijk protest vanuit de Europese Unie gehoord? Alleen Amerika stelt zich ferm op. Terwijl Iraniërs wel degelijk gevoelig zijn voor protesten.”
Ellian, gespecialiseerd in onder meer internationaal strafrecht, omschrijft het Iraanse rechtssysteem als „een stelsel dat zich in een merkwaardige spagaat bevindt.” Enerzijds is het op westerse leest geschoeid, aldus de rechtsgeleerde. Anderzijds heeft de revolutie van 1979, en een grondwetsherziening tien jaar later, gezorgd voor „een systeem, waarin Westerse standaarden en de islamitische sharia vermengd worden.”
De Nederlandse Iraniër weet „zeker” dat Nadarkhani geen eerlijk proces krijgt. „Rechters en openbaar aanklagers beseffen heel goed dat het niet strookt met de grondwettelijke vrijheid van godsdienst om iemand te veroordelen vanwege de overgang naar het christendom of omdat hij moslims ertoe heeft overgehaald christen te worden. Aanklagers gooien het daarom vaak over een andere boeg en beschuldigen iemand van spionage voor de CIA of aantasting van de staatsveiligheid. Dat geeft hun een excuus om iemand zonder gezichtsverlies te kunnen veroordelen.”
Khomenei
Ellian stelt dat Iran het recht voortdurend verdraait ten gunste van de heersende, islamitische regering. „Er is een kerk in Teheran die al twee jaar lang wordt aangeduid als criminele organisatie. Dat is wettelijk gezien onmogelijk, maar het gebeurt gewoon. Bovendien heeft ayatollah Khomenei na de revolutie heel precies laten optekenen welke straffen staan op het overgaan van de islam naar het christendom.” De fatwa’s, juridische adviezen gebaseerd de sharia, het islamitisch recht, die Khomenei uitvaardigde, worden door rechtbanken stipt opgevolgd. „Ongeacht de grondwettelijke vrijheid van godsdienst”, aldus Ellian.
Volgens de Leidse hoogleraar kan het Iraanse rechtssysteem standhouden omdat rechters en aanklagers achter dergelijke handelwijzen staan. „Degenen die het er niet mee eens zijn, houden zich uit lijfsbehoud liever bezig met administratief recht of relatiekwesties. Je moet als jurist wel gek zijn om je daar niet in te voegen. Een van de advocaten van Nadarkhani is al tot een lange gevangenisstraf veroordeeld.”
Niet vergeten
Open Doorswoordvoerder Muurling, die Iran meermalen bezocht, merkte dat omgekomen christenen niet vergeten worden. „In kerken zag ik foto’s van martelaren. Ze zijn rolmodellen voor de mensen. Hoe meer vervolging, hoe sterker de boodschap overkomt.” Hoewel Iran jaarlijks doodvonnissen voltrekt, zijn er niet veel gevallen bekend van christenen die de strop kregen vanwege afvalligheid van de islam. Niet alleen is het regime in Teheran weinig scheutig met informatie hierover, ook worden christenen soms om andere redenen veroordeeld dan geloofsafval.
Een bekend voorbeeld van een christelijke voorganger die in Iran ter dood werd gebracht is Hosseid Soodman, leider van een pinkstergemeente, die in 1990 opgehangen werd. Berucht is ook de dood van Mehdi Dibaj, een voorganger van de charismatische Assemblies of God-kerk. Hij werd in 1993 ter dood veroordeeld, maar na een storm van internationaal protest in januari 1994 vrijgelaten. Nog geen halfjaar later vonden voorbijgangers hem in een park in Teheran, vermoord. Enkele dagen later werd ook de predikant Tedhis Michailian levenloos gevonden. De man achter de publiciteit om Dibaj vrij te krijgen, bisschop Haik Hovsepian Mehr, vond kort na de vrijlating van Dibaj onder raadselachtige omstandigheden de dood.
Bij Open Doors wordt het proces tegen Nadarkhani goed in de gaten gehouden, aldus Muurling. „Ik hoop dat er een keer ten goede komt, maar gezien de ontwikkelingen rond Iran ben ik niet optimistisch. Bovendien toont het verleden aan dat, mocht het doodvonnis van tafel gaan, de dreiging voor Nadarkhani niet verdwenen is. Ook hij loopt het risico plotseling vermoord te worden.”
Oproepen
Wereldwijd hebben inmiddels meer dan 1 miljoen mensen petities op internet gesteund die pleiten voor vrijlating van Yusef Nadarkhani. Ook de regeringen van westerse landen hebben oproepen aan het bewind in Teheran gedaan.
In Nederland zetten onder meer de christelijke partijen zich in voor de voorganger. Op initiatief van SGP-fractievoorzitter Van der Staaij richtte de Tweede Kamer zich in een brief aan zijn Iraanse evenknie, met de oproep al het mogelijke te doen om Nadarkhani vrij te krijgen. Ook minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) wendde zijn invloed aan.
SGP-Europarlementariër Belder stelde de kwestie-Nadarkhani meermalen aan de orde bij EU-buitenlandvertegenwoordiger Ashton. Deze week nog riep hij de speciale EU-vertegenwoordiger voor de mensenrechten, Stavros Lambrinidis, ertoe op om druk op de Iraanse autoriteiten uit te oefenen.
Levensloop Nadarkhani
Yusef Nadarkhani werd in 1977 geboren in de Iraanse stad Rasht, een kuststad aan de Kaspische Zee. De stad, nog steeds de officiële woonplaats van Nadarkhani, is populair onder toeristen. Hij ligt op de vroegere grens van de Europese en oosterse invloedssfeer. Er zijn veel overblijfselen die onder meer herinneren aan de beroemde zijderoute.
Hoewel hij bij zijn geboorte officieel werd geregistreerd als moslim, zegt Nadarkhani nooit deze godsdienst te hebben beleden. Hij zou christelijk zijn opgevoed, ook al beweren gerechtelijke documenten dat hij zich op 19-jarige leeftijd bekeerde tot het christendom.
Nadarkhani werd in 2006 voorganger van een huisgemeente die deel uitmaakt van de Protestants-Evangelische Kerk van Iran. Een kerkgenootschap dat volgens de eigen website, eglisediran.org, eveneens sinds 2006 bestaat.
Arrestatie
Zijn werk als voorganger bracht Nadarkhani in 2006 voor het eerst in problemen met de overheid. In dat jaar werd hij gearresteerd, omdat hij geprobeerd zou hebben moslims te bekeren tot het christendom. Na twee weken opgesloten te hebben gezeten, kwam hij weer vrij.
Drie jaar later, op 12 oktober 2009, werd Nadarkhani voor de tweede keer aangehouden. Dat gebeurde nadat de voorganger, die getrouwd is met Fatemeh (Tina) Pasandideh en twee zoons heeft, protesteerde tegen verplichte Koranlessen aan kinderen op scholen.
Nadarkhani heeft inmiddels alle stadia doorlopen die het Iraanse rechtssysteem kent. Het land heeft speciale rechtbanken voor geestelijken, rechtbanken voor administratief recht en een revolutionaire rechtbank, waarvoor ook Nadarkhani moest verschijnen. Daar is hij aangeklaagd omdat hij de islam de rug toegekeerd zou hebben. Bovendien wordt hem verweten christelijke kerkdiensten te hebben georganiseerd en te hebben geëvangeliseerd. „Tijdens de zittingen van de rechtbank heeft hij de profetieën van Mohammed en de autoriteit van de islam verworpen”, aldus een rechtbankdocument.
Nadarkhani is ter dood veroordeeld op grond van artikel 8 van de ”Tahrir-olvasileh”, een boek met fatwa’s. Het hof van assisen, dat het hoger beroep van Nadarkhani behandelde, bekrachtigde dit vonnis op 22 september 2010.
Volgens een van de advocaten van Nadarkhani, Nasser Sarbaz, vonden er bij de zitting voor het hof van assisen veel onregelmatigheden plaats. De advocaat voerde die onregelmatigheden aan toen hij in cassatie ging bij het hooggerechtshof. Dat verwierp op 12 juni 2011 de bezwaren, maar droeg lagere rechters wel op om een nieuwe zitting te organiseren. Daarbij moet Nadarkhani alsnog zijn christelijke geloof afzweren. Het is deze zitting waarop de voorganger vandaag moet verschijnen. Mocht hij weigeren zich tot de islam te bekeren, dan wordt het doodvonnis uitgevoerd.
Onder druk gezet
Tijdens zijn gevangenschap is Nadarkhani meermalen en langdurig geprest om zich te bekeren tot de islam. Om de druk op de voorganger op te voeren, werd op 18 juni 2010 ook zijn vrouw opgepakt en tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld. In hoger beroep werd Tina in oktober 2010 echter vrijgesproken.
De Iraanse overheid probeert de procesgang van Nadarkhani op allerlei manieren te beïnvloeden. Zo werd de mensenrechtenadvocaat Mohammed Ali Dadkhah, die Nadarkhani verdedigde, diverse keren opgepakt. In juli 2011 leidde dat tot een gevangenisstraf van negen jaar voor Dadkhah en een tienjarig verbod op het uitoefenen van zijn beroep.
Diverse bronnen binnen en buiten Iran noemen verschillende data voor zowel het moment waarop Nadarkhani gevangengenomen is als waarop vonnissen tegen hem zijn uitgesproken. Voor zover dit valt na te gaan, lijkt het er op dat beperkingen in de toegang tot het internet vanuit Iran hierbij een rol spelen. Bovendien worden vonnissen pas ruim na de zitting van de rechtbank gepubliceerd.
Topje van de ijsberg
De zaak tegen de Iraanse voorganger Nadarkhani krijgt wereldwijd veel publiciteit. Zeer tegen de zin van de Iraanse regering, die zich graag laat voorstaan op de in de grondwet opgenomen vrijheid van godsdienst. Er zijn echter tientallen, zo niet honderden vergelijkbare zaken, zeggen deskundigen.
Precieze aantallen zijn moeilijk te achterhalen. Iran doet er alles aan om rechtszaken tegen religieuze minderheden stil te houden. Hooguit horen familieleden pas achteraf dat er een zitting is geweest en dat de rechter een vonnis heeft uitgesproken.
Ook andere voorgangers van de Protestants-Evangelische Kerk van Iran worden op dit moment gevangengehouden. Het gaat onder meer om Yusef Khamenei, die in 2008 werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. Een andere predikant, Behnam Irani, zou vorig jaar vrijkomen. Drie dagen voor zijn vrijlating werd hem echter meegedeeld dat hij een voorwaardelijk deel van zijn straf alsnog moest uitzitten. Irani zit nu nog tot 2016 vast.
Volgens organisaties die opkomen voor vervolgde christenen, is met documenten aan te tonen dat Iran sinds 2010 jaarlijks minimaal tien christenen om religieuze redenen voor langere tijd heeft opgesloten. Door het christelijk geloof aan te duiden als uiting van een politieke overtuiging, kan de overheid kerkelijke leiders oppakken en beschuldigen van staatsgevaarlijke activiteiten. Ze belanden in detentiecentra voor politieke gevangenen, waar een zwaarder regime heerst dan in de provinciale huizen van bewaring.
Vorig jaar werd ook een Nederlands-Iraanse christen vrijgelaten, na een jaar in de cel gezeten te hebben. Vahik Abramian keerde op 16 september 2011 terug in Nederland.