Predikant Ashe: IJver tegen scheuring en zondige afscheidingen
Een nonconformist van de oude stempel. Die woorden gebruikt de Britse puriteinse predikant Edmund Calamy ter typering van Simeon Ashe in zijn beschrijving van de 2000 predikanten die de Engelse Kerk in 1662 noodgedwongen moesten verlaten. Zij konden de maatregelen om opnieuw bisschoppen in de Engelse kerk aan te stellen niet accepteren.
Deze ”Great Ejection” (grote uitstoting) heeft Ashe (ca. 1600-1662) niet meegemaakt; een dag voordat de zeer omstreden koninklijke wet van kracht werd, had zijn begrafenis plaats. Dat was op 23 augustus 1662, 350 jaar geleden.
Op zijn sterfbed klaagde Ashe over predikanten die zozeer met aardse beslommeringen bezig waren dat ze nauwelijks nog spraken over Christus en over de hemelse zaligheid. Hij sloot zich hier zelf niet buiten, maar beleed ook zijn eigen tekortkomingen. Hij vervolgde: „Als ik mijn beste daden bezie, dan zink ik weg, dan sterf ik, dan wanhoop ik. Maar als ik aan Christus denk, dan heb ik genoeg. Hij is mijn Alles. Ik wens niets anders te weten dan Jezus Christus en Die gekruist.” Ook zei hij: „Het is niet tevergeefs om God te dienen.”
Edmund Calamy sr., die Ashes begrafenis leidde, merkte op: „Hij vermaande mij en andere predikanten om veel Jezus Christus te prediken.” En: „Het verlangen om Christus meer te leren kennen was zijn leven.”
Puriteinse voorliefde
Waar Simeon Ashe (of Ash) geboren is vermeldt de geschiedenis niet. Wel is bekend dat hij in april 1613 werd toegelaten tot het Emmanuel College, de kweekplaats van veel puriteinse predikanten. Hij assisteerde daar de bekende puritein Thomas Hooker (1586-1647) om in zijn onderhoud te voorzien.
De puriteinse vroomheid en theologie spraken Ashe aan. Hij had veel contacten in het puriteinse dorp Ashby-de-la-Zouch, een klein stadje in het noordwesten van Leicestershire, waar Arthur Hildersham voorganger was. In 1619 werd Ashe gewijd tot diaken en priester van de Anglicaanse Kerk in Peterborough en acht jaar later volgde de bevordering tot ”vicar” (voorganger) in Rugeley, Staffordshire.
Vanwege zijn puriteinse beginselen kreeg hij problemen met de autoriteiten. Daarbij ging het over zijn verzet tegen het ”Book of Sports”, een koninklijk bevel om bepaalde vormen van sport en recreatie op zondag toe te laten. Generaal Robert Greville (1607-1643) nam hem in bescherming, Ashe preekte regelmatig in diens Warwick Castle.
Toen de overheid en de kerkelijke leiders (onder wie William Laud) een hetze ontketenden tegen de puriteinse predikanten die zich niet wilde houden aan de door de overheid opgelegde regels, schroomde Ashe niet om de kerk op te roepen tot een nieuwe reformatie. Hij pleitte voor een volkskerk met een presbyteriale kerkorde die de Bijbelse tucht uitoefende. De anglicaanse bisschoppenhiërarchie en bijbehorende liturgie vond hij te veel lijken op die van de Rooms-Katholieke Kerk.
Verzet tegen de koning
Toen de politieke puriteinen in het Lagerhuis koning Charles I in zijn autocratische bewind weerstonden, sloot Ashe zich bij hen aan. Charles I had het parlement in 1629 ontbonden om zo zijn persoonlijk bewind te kunnen voeren. In 1640 kwam Ashe in de hoofdstad wonen als huisprediker van de graaf van Manchester. Al spoedig kreeg hij hierdoor bredere bekendheid en werd hij de leider van de presbyterianen in Londen. Eerst preekte hij in verschillende plaatsen, totdat Edmund Calamy hem vroeg om als zijn assistent-voorganger (”lecturer”) in St. Mary Aldermanbury op treden. In 1654/’55 werd hij benoemd tot hoofdpredikant (”rector”) van de kerk van St. Augustine, waar hij tot zijn overlijden bleef.
In maart 1642 hield Ashe voor het Long Parliament (het Engelse parlement dat in weerwil van de koning in 1640 werd samengeroepen en met onderbrekingen zitting had tot 1660) een vastenpreek, waarin hij benadrukte dat maatregelen tot een doorgaande reformatie alleen zin hadden als de prelaten, de bisschoppen, werden afgezet.
In de jaren van de Civil War, de burgeroorlog die ontbrandde tussen aanhangers van de koning en zij die het parlement steunden (1642-1651), was Ashe een tijdlang legerpredikant. Toen het parlement in 1643 de Westminster Assembly samenriep om binnen de kerk orde op zaken te stellen, werd Ashe als secundus lid van dit college. Als presbyteriaan was hij er voorstander van dat de Engelse Kerk dezelfde structuur zou krijgen als de Schotse (presbyteriaanse) Kerk. Toen het Schotse Covenant (nationaal verbond) van 1638 werd uitgebreid tot alle drie de Britse koninkrijken en in 1643 als ”Solemn League and Covenant” (Plechtig Verdrag en Verbond) van kracht werd, was dit voor Ashe een belangrijke stap in de goede richting.
Het smartte hem echter dat er binnen het kamp van de puriteinen onenigheid ontstond. De vijf ”Independents” (onafhankelijken) op de Westminstervergadering zorgden voor grote vertraging in de besluitvorming, omdat zij niet konden instemmen met een presbyteriale kerkorde. Zij verdedigden de volledige zelfstandigheid van de plaatselijke kerk en wezen het gezag van classes en synoden af.
Eenheid
Ashe en Calamy mobiliseerden alle presbyteriaanse predikanten en de magistraat in Londen om het Schotse Covenant in de hoofdstad ingang te laten vinden en de presbyteriale kerkregering door te voeren. In 1646 hield Ashe voor de burgemeester en de stadsraad een preek die uitgegeven werd onder de titel ”Religious Covenanting Directed and Covenant-keeping Persweded” (het aanmoedigen van het maken van een godsdienstig verbond en het vasthouden hieraan). Hierbij ging het hem niet om partijschap, maar om de eenheid van belijden in de vorm van een Covenant te bewaren.
De independenten zochten hun invloed met steun van het leger van het parlement te vergroten en vonden in generaal Oliver Cromwell hun leider. Deze was zeer succesvol in de strijd tegen de koninklijke troepen. Toen een aantal presbyterianen in Londen zich beijverde om de invloed van Cromwell en zijn independenten te keren, sprong Ashe met nog enkele presbyterianen in de bres om verdergaande partijvorming onder de puriteinen te voorkomen. Hij was een van de 52 predikanten in de hoofdstad die een getuigenis tekenden ”voor de waarheid van Jezus Christus en voor ons Plechtig Verdrag en Verbond” (Covenant). Zijn aanbod tot verzoening van beide partijen werd door zijn eigen partijgenoten echter voor verdacht gehouden.
Verdachtmakingen
Er werden verdachtmakingen in zijn richting geuit als zou hij met andere presbyterianen samenspannen om het gezag van de koning te herstellen. Koning Charles I was inmiddels berecht en zijn leven werd in 1649 op het schavot beëindigd. Zijn zoon Charles II kwam voor de opvolging in aanmerking, maar daar wilden Cromwell en de zijnen niets van weten. Om de macht van de presbyterianen in het Lagerhuis te breken zuiverde hij het parlement van de in zijn ogen lastige leden. Zij die voor de voorzetting van de monarchie waren, werden verdacht gemaakt en soms vervolgd.
De puriteinse predikant Christopher Love (1618-1651) werd ervan beschuldigd deel te nemen in een complot om de Schotten te helpen de koning op de troon te krijgen. Er is echter geen bewijs dat Ashe betrokken was bij dit complot. Ashe en Love waren collega’s in de hoofdstad. Het trieste bewijs waartoe verdeeldheid, nota bene onder broeders in het geloof, kan leiden is wel de executie van de godvrezende Love op 22 augustus 1651. Ashe en Calamy toonden hun vriendschap met Love door hem naar het schavot op de Tower Hill in Londen te begeleiden.
Ashe en enkele collega’s vatten het plan op om als eerbetoon aan Love diens werken postuum uit te geven. Op deze wijze wilden zij ook blijk geven van hun blijvende verbondenheid aan het Covenant, dat in hun ogen door Cromwell en de zijnen met voeten was getreden. De zaak waarvoor de presbyterianen stonden werd door de toenemende macht van de Lord Protector geschaad.
Publicaties
Eigen publicaties heeft Ashe bijna niet nagelaten, maar wel trad hij meermalen op als redacteur van belangrijke puriteinse werken. Zijn eigen publicaties bestaan bijna alle uit rouwpreken die hij hield bij begrafenissen van bekende puriteinen, zoals Jeremiah Whitaker, Ralph Robinson, Robert Strange, Thomas Gataker en Richard Vines. Kennelijk vonden deze het een eer dat Ashe hen naar hun laatste rustplaats zou begeleiden.
Ashe was een voorstander van de komst van Charles II als koning. In 1660, twee jaar na de dood van Cromwell, werd Charles inderdaad tot koning over de Britse koninkrijken uitgeroepen. Wat een teleurstelling moet het voor Ashe en vele anderen zijn geweest toen de vorst zijn ware aard toonde. Hij werd door presbyterianen juichend binnen gehaald, maar de vreugde verstomde toen hij hen dwong om voor het beeld van het episcopalisme (bisschoppenstelsel) te buigen. De puriteinen moesten zich snel conformeren, wat sommigen deden, anders wachtte hun vervolging.
Ashe maakte de bewogen jaren die volgden niet meer mee. Hij ging in volle vrede heen op de dag dat de beslissing moest worden genomen om wel of niet te conformeren. Deze dag ging de geschiedenis in als ”Black Bartholomew Day”, zwarte Bartholomeüsdag. De sterfdag van Ashe was geen zwarte dag maar de dag van het hemelse licht voor hem. Voordat hij het strijdtoneel verwisselde met de hemelse heerlijkheid zond hij alle presbyteriaanse predikanten in de stad en daarbuiten die hun beginsel niet hadden verloochend een ring toe met de inscriptie: ”Ik schaam mij het Evangelie van Christus niet”.
Het Covenant (verbond) verloochend
„Bent u niet schuldig aan een ernstige, zondige verzaking van uw vroegere verbond met de Heere? Hebt u uw eerste liefde niet verlaten? Zijn de zaken van Gods huis niet zeer verwaarloosd en veronachtzaamd? Hebt u de zorg om de waarheid van de godsdienst voor bederf te bewaren niet te veel nagelaten? Hebt u de verspreiding van ernstige dwalingen in deze stad niet door de vingers gezien? Is uw ijver tegen scheuring en zondige afscheidingen van onze kerkelijke vergaderingen niet bekoeld? Is uw liefde tegenover onze broeders in Schotland niet grotelijks verminderd?”
(Uit: ”Religious Covenanting Directed, and Covenant-keeping perswaded”, van Simeon Ashe, London, 1646.)