Kasteel De Haar blij met kanjersubsidie
HAARZUILENS – Stichting Kasteel de Haar heeft dankbaar gereageerd op het feit dat het kabinet subsidie verstrekt voor de restauratie van het Châtelet van het kasteel.
Dat maakte de stichting donderdag bekend.
Staatsecretaris Zijlstra van Cultuur meldde donderdag dat het kabinet 47 miljoen euro uittrekt voor de restauratie op korte termijn van een aantal rijksmonumenten. Van deze zogenoemde kanjerregeling gaat 27 miljoen naar zes projecten die eerder niet in aanmerking kwamen voor een restauratiesubsidie.
De zes monumenten zijn het Châtelet van Kasteel de Haar in Haarzuilens, de kathedrale basiliek van Sint-Bavo in Haarlem, de Nieuwe Kerk te Delft, de rk-kerk van Sint-Franciscus van Assisi in Amsterdam, de rooms-katholieke basilicale kruiskerk H. Hart van Jezuskerk in Vinkeveen en de gereformeerde kerk in Andijk.
Volgens Zijlstra snijdt het mes aan twee kanten. Niet alleen kan de broodnodige restauratie snel worden opgepakt, ook draagt de kanjerregeling bij aan de bestrijding van de crisis in de bouw- en de monumentensector.
De investeringen die het kabinet doet in restauratieprojecten verdienen zichzelf terug. „Voor iedere euro die de overheid uitgeeft aan restauratie van monumenten vloeit 1,5 euro terug in de staatskas, onder andere door extra inkomsten uit belastingen en toerisme”, aldus Zijlstra.
Van de beschikbare 47 miljoen gaat 20 miljoen euro naar het Nationaal Restauratiefonds. Dat kan hierdoor meer leningen tegen een lage rente verstrekken aan eigenaren van niet-woonhuismonumenten.
Kasteel de Haar, dat vanaf 1892 werd herbouwd op de ruïne van het middeleeuwse kasteel, werd van 2001 tot 2011 gerestaureerd. Volgens de stichting die het kasteel beheert, was de restauratie ‘gereed’ omdat er geen geld meer beschikbaar was voor herstelwerkzaamheden aan het Châtelet.
Het Châtelet, wat letterlijk ”klein kasteel” betekent, ligt direct naast het kasteel. Beide gebouwen zijn door middel van een smalle loopbrug met elkaar verbonden. „Het Châtelet is ontworpen als poortgebouw, waar alle techniek in het kasteel werd bediend. De stoomverwarming, de wateraanvoer, de elektra, alles werd vanuit de kelders van dit gebouw geregeld”, aldus de stichting. „Op de verdiepingen daarboven werden extra gastenverblijven gecreëerd en ook de rentmeester kreeg in dit gebouw zijn vertrekken.”
Tegenwoordig zijn in het Châtelet de privéverblijven van de familie van Zuylen van Nijevelt van de Haar gevestigd. De familie, die gemiddeld één maand per jaar in het kasteel woont, verblijft hier nog regelmatig. Ook nu nog zijn de technische installaties van het kasteel ondergebracht in het Châtelet.
Dat Kasteel de Haar nodig gerestaureerd moest worden, was al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw duidelijk. Door onder meer een te zwaar dak en verzwakt middeleeuws metselwerk waren er grote scheuren in de muren ontstaan. „In de jaren negentig werden de eerste reddingsplannen voor de Haar opgesteld, maar het duurde nog tot 2001 voordat echt met het werk kon worden begonnen.”
Om voldoende ervaring op te doen voor het echte werk, werd begonnen met de bijgebouwen. In 2002 werd vervolgens een poging gedaan de verzakking van het kasteel tegen te gaan. Dat mislukte. De Riddertoren scheurde los van het kasteel en zakte steeds verder scheef. De toren werd vervolgens ingesnoerd in een metalen korset en bleef zo staan. Drie jaar later lukte het wel.
In 2006 begon de daadwerkelijke restauratie van het kasteel. Het kasteel werd op palen gezet en ook de buitenkant werd gerestaureerd. Vanaf 2008 volgde de binnenkant.