Kerk & religie

„Turkije kan elk moment tweede Iran worden”

ANKARA – Sinds de islamitische AK-partij van de Turkse premier Erdogan in 2002 de parlementaire verkiezingen won, woedt er in Turkije een ideologische strijd over de aard van de Turkse natie en het karakter van de Turkse staat. Daarbij spelen moordzaken op Turkse christenen ook een rol.

Martin Janssen
5 September 2012 17:50Gewijzigd op 14 November 2020 23:01
MALATYA – In de evangelische boekenwinkel in Malatya werden in 2007 drie christenen vermoord. Rechts op de foto Tilman Geske. De rechtszaak die volgde, wordt sterk ideologisch uitgebuit. Foto I.radikal.com
MALATYA – In de evangelische boekenwinkel in Malatya werden in 2007 drie christenen vermoord. Rechts op de foto Tilman Geske. De rechtszaak die volgde, wordt sterk ideologisch uitgebuit. Foto I.radikal.com

Turkse seculieren en (ultra)nationalisten worden niet moe de regerende AK-partij ervan te beschuldigen heimelijk de volledige islamisering van de Turkse staat na te streven en daarmee de principes van diens stichtingsvader, de staatsman Kemal Atatürk, overboord te gooien. Turkse islamisten op hun beurt beweren bij voortduur dat Turkse nationalisten, aangevoerd door kopstukken uit het Turkse leger, een staatsgreep voorbereiden om de islamitische AK-regering ten val te brengen.

In dit ideologisch strijdgewoel neemt sinds 2006 de affaire-Ergenekon een centrale plaats in. Ergenekon verwijst naar het vermeende bestaan van een zogeheten „diepe staat” binnen 
de Turkse staat. Een sinistere 
en geheimzinnige maffia-achtige organisatie die eventueel met geweld en politieke moorden 
de islamitische AK-regering wil liquideren. Honderden generaals, officieren, journalisten en zelfs hoogleraren zitten soms al jaren vast omdat ze verdacht worden van banden met Ergenekon. Critici beweren dat er nog geen enkel bewijs is geleverd voor het bestaan van Ergenekon.

Christenen

De vraag is nu hoe deze verhitte ideologische discussie zal uitpakken voor de kleine christelijke minderheid in het land. Deze is de afgelopen jaren opgeschrikt door een aantal moorden. De gerechtelijke onderzoeken hiernaar maken soms de indruk onderdeel te zijn geworden van het bovenvermeldde ideologische gevecht. Daarbij luidt de vraag luidt of de daders van deze moorden werden gedreven door radicaal islamitisch gedachtengoed of dat er sprake was van dubieuze politieke motieven.

Op 5 februari 2006 werd in het Turkse Trabzon de Italiaanse priester Santoro vermoord door een 16-jarige student, die volgens getuigen tijdens zijn daad „Allah akbar” –Allah is groot– riep. Het bleek al snel dat de plaatselijke politie op de hoogte was van het feit dat priester Santoro veelvuldig bedreigingen had ontvangen, omdat hij ervan beschuldigd werd moslims tot het christendom te bekeren. De evangelische voorganger Ihsan Ozbek vertelde de Turkse krant Hurriyet destijds dat leden van zijn gemeente in Trabzon zich bedreigd voelden en soms zelfs op straat werden aangevallen. Luigi Padovese, de pauselijke vicaris in Turkije, sprak na de moord over „de verhitte sfeer” die in Turkije was ontstaan en die uiteindelijk dit soort daden mogelijk maakte. Padovese zelf werd op 3 juni 2010 vermoord door ene Murat. Zowel de Turkse als westerse autoriteiten verklaarden na de moord dat er geen sprake was van religieuze motieven bij Murat, hoewel hij na zijn daad gezegd zou hebben dat hij de satan had vermoord.

Moord Malatya

Het is echter vooral de moord op drie medewerkers van een evangelische boekenwinkel in Malatya –op 18 april 2007– die door allerlei partijen ideologisch lijkt te worden uitgebuit. De hieropvolgende rechtszaak zou jaren slepen. De openbare aanklagers stelden dat er overweldigend bewijs is dat de daders lid waren van Ergenekon en de bedoeling hadden om met de moord op christenen de islamitische AK-partij te destabiliseren.

In april 2010 werd het zogenoemde Cage Plan toegevoegd aan de Malatyarechtszaak. De Turkse autoriteiten zouden tijdens een huiszoeking een cd in beslag hebben genomen waarop werd gezegd dat Ergenekon om politieke doeleinden prominente christenen wil vermoorden. Dit Cage Plan noemde de moorden op de christenen in Malatya „succesvolle operaties.”

Hoezeer het onderzoek naar de moordzaken op Turkse christenen gepolitiseerd is, blijkt ook uit een artikel in de krant Zaman van 27 juli. „Er regeert een dubieuze religieuze partij”, stelde de krant. „Radicale islamisten, heimelijk gesteund door de AK, vermoorden seculieren en christenen. Turkije kan ieder moment een tweede Iran worden.” Leden van Ergenekon vermoorden dus christenen om vervolgens de islamitische AK-partij hiervan te beschuldigen en de Turkse islamisten in diskrediet te brengen.

Hierin wordt voorbij gegaan aan de berichten dat de moordenaar van Santoro en die van Padovese wel degelijk gedreven leken te worden door religieuze motieven. Turkse christenen stellen hiervoor de AK-partij niet aansprakelijk, maar vragen zich wel af of er door de politieke koers van deze partij niet een klimaat in Turkije is geschapen waarin de vijandigheid tegen christenen toeneemt.

Net als in Egypte wordt er momenteel ook in Turkije gewerkt aan een nieuwe grondwet. Vooral voor de christelijke minderheid is de uitkomst van groot belang. Zal de nieuwe grondwet zich oriënteren op een liberaal-seculier model of een meer islamitische, op de sharia gebaseerde richting nemen?

Christelijke voorgangers in Turkije wijzen in dit verband
op een verplicht vak op alle 
Turkse scholen waarbij ook christelijke leerlingen gedeeltes uit de Koran moeten leren memoriseren. In het kader van de vrijheid van godsdienst en onderwijs zouden christelijke ouders graag zien dat in de grondwet wordt opgenomen dat hun kinderen hiervoor vrijstelling krijgen.


Ik wil geen wraak

Op 18 april 2007 werd Malatya, een stad in het zuidoosten van Turkije, opgeschrikt door een gruwelijke moord op drie christenen, onder wie de taalwetenschapper Tilman Geske. Zijn weduwe, Susanne Geske, schreef later een boek, met als titel ”Ich will keine Rache” (Ik wil geen wraak, uitg. Brunnen). Daarin beschrijft zij onder meer wat er op de bewuste dag in 2007 gebeurde. Vijf jonge Turkse moslims stappen de boekwinkel waar haar man werkt binnen, die ogenschijnlijk belangstelling hebben voor het christelijk geloof. Niets blijkt echter minder waar. Ten slotte snijden zij hen de keel door. Pas na uren van onzekerheid pakt Suzanne een leidinggevende in het ziekenhuis –waar de drie zijn heengebracht– bij zijn jas. „Zegt u mij, wat u weet!” „Zegt u mij, of mijn man nog leeft of niet!” Ze kijkt hem recht in het gezicht. „Is hij dood?” Het antwoord breekt haar hart. „Ja”, zegt de beambte.


Digibron

Lees meer in archiefsysteem Digibron over de dood van Tilman Geske en twee andere christenen. Hieronder vindt u een selectie artikelen.

Proces aanslag Turkse pastor nadert einde

Protestantse kerken in Turkije roepen op tot gebed

Opzet achter moorden Malatya

Turkse militairen betrokken bij moord christenen

Verdachten zaak Malatya leggen schuld bij aanvoerder

Susanne Geske zou haar man niet meer levend terugzien

Michals vader werd vermoord

Behandeling christenen testcase voor Turkije

Turkse staat moet kerk beter beschermen

Rechters in zaak Malatya partijdig

Turkse christenen provoceerden

Turkse politie arresteert vier evangelisten

Turken moeten christenen koesteren

Extremisten in Turkije doden drie christenen

Drie doden bij aanval op Turkse bijbeluitgeverij

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer