Kerk & religie

Prof. Sarot bij jaaropening Theologische Universiteit Kampen: Versterk moreel kapitaal

KAMPEN – Hedendaagse theologen kunnen bij het bedrijven van hun vak veel leren van Erasmus. Deze zestiende-eeuwse geleerde verrichtte hoogstaand wetenschappelijk werk, was trouw aan de kerk zonder kritiekloos te zijn, speelde niet op de man en richtte zich niet alleen op geleerdheid maar ook op vroomheid.

Van onze verslaggever
4 September 2012 11:38Gewijzigd op 14 November 2020 22:59
Prof. dr. Marcel Sarot. Foto RD, Henk Visscher
Prof. dr. Marcel Sarot. Foto RD, Henk Visscher

Dat stelde prof. dr. M. Sarot, per 1 september hoogleraar fundamentele theologie aan de Tilburg School of Catholic Theology, maandag bij de start van het academisch jaar aan de gereformeerd vrijgemaakte Theologische Universiteit Kampen (TUK). De titel van zijn referaat was: ”Theologie, een dwaze wetenschap?”.

Menig seculier wetenschapper zal ja zeggen op die stelling, constateerde prof. Sarot, tot vorige week hoogleraar geschiedenis en wijsbegeerte van religie­wetenschap en theologie aan de Universiteit Utrecht. Bovendien is de afname van het aantal rijksuniversiteiten met een theologieopleiding volgens hem veelzeggend. Nu het zwaartepunt van theologische opleidingen in Nederland verschuift van de openbare universiteiten naar confessionele instellingen is het echter tijd voor een nieuw elan van de confessionele theologie, aldus de hoogleraar, die vanuit Utrecht blijft werken.

Prof. Sarot citeerde de atheïstische wetenschapsfilosoof James McAllister, die betoogt dat religie een antwoord heeft op ten minste vier fundamentele aspecten van de werkelijkheid die de wetenschap niet kan verklaren: het ontstaan van het universum, het ontstaan van leven, het ontstaan van bewustzijn en het ontstaan van moraal. Omdat in de samenleving antwoorden op vragen rond die punten ontbreken, is het volgens de hoogleraar de taak van de theologie om het „normatief kapitaal van de samenleving” te versterken.

Hij acht confessionele theologie zonder meer een vorm van wetenschapsbeoefening, in weerwil van wat seculiere criticasters beweren. „Confessionele theologie wordt nogal eens geassocieerd met het adagium ”Lex orandi, lex credendi”: de wet van het gebed is de wet van het geloof. Alsof de liturgische praktijk van de kerk, bron en norm van de theologie is.”

De vijfde-eeuwse monnik Prosper van Aquitanië, van wie dit adagium afkomstig is, had hiermee echter een andere bedoeling. „Namelijk: als wij de opdracht hebben te bidden voor de bekering van mensen, moet die bekering uiteindelijk ook van God afhankelijk zijn. Deze uitspraak was bovendien niet als algemeen adagium bedoeld, maar had zijn plaats in een discussie met semipelagianen.”

Prof. Sarot illustreerde dit aan de hand van de uitleg door Prosper van 1 Timotheüs 2, een Bijbelgedeelte dat de Semipelagianen ook aangrepen. „Zijn uitleg is dat, omdat God wil dat alle mensen worden gered (vs. 4), wij God om die redding moeten vragen (vs. 1), want er is maar één weg: Jezus Christus. Prosper beroept zich wel op de Schrift, maar dat betekent geenszins dat met hem niet wetenschappelijk over de betekenis daarvan te discussiëren valt. Integendeel, op een dergelijke wetenschappelijke discussie is hij juist uit.”

Erasmus

Prof. Sarot noemde Erasmus van Rotterdam een voorbeeld voor hedendaagse theologen. „Hij hanteerde hoge wetenschappelijke standaarden. Zijn statuur als intellectueel was onomstreden, hij hoefde in het wetenschappelijk debat in niemand zijn meerdere te erkennen. Dit is ook nu voor de theologie van belang: dat theologen intellectuelen zijn die op grond van hun wetenschappelijk werk ook buiten eigen kring gezag hebben.”

Daarnaast bleef Erasmus de Rooms-Katholieke Kerk trouw. „Hij combineerde trouw aan de traditie waaruit hij voortkwam, met grote vrijmoedigheid om binnen die traditie misstanden aan de orde te stellen. Ook speelde hij op de bal, niet op de man.”

Erasmus’ theologie is verder niet alleen geworteld in geleerdheid, maar ook in vroomheid, stelde de hoogleraar. „Theologie moet geworteld zijn in het geloofsleven van een gemeenschap, en daarop gericht blijven. Dán doet zij recht aan haar object, en dán heeft zij een blijvend bestaansrecht.”

Nieuwe docenten

De TUK start het academisch jaar met zo’n 130 studenten, onder wie 10 eerstejaars bachelorstudenten. Dit jaar beginnen drie studenten aan de predikantsmaster en achttien aan de algemene masteropleiding. Drie nieuwe docenten maken hun opwachting. Naast de al benoemde dr. Egbert Brink en dr. Koert van Bekkum denkt het curatorium over enkele weken nog een persoon te benoemen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer